Wie het verleden kent, begrijpt het heden beter. Jacques Börger (Museum Rotterdam) en Anne Jongstra (Stadsarchief Rotterdam) blikken maandelijks terug op gebeurtenissen in het verleden van Rotterdam. Deze aflevering: Groen
Groen is de huiskleur van Rotterdam. Enigszins ironische kleur voor een van de meest vervuilende regio’s van de wereld. Maar toch. Wie in korte tijd een bezoek brengt aan het Dakpark bij de Vierhavenstraat en de Dakakker bovenop het Schieblock en ziet wat er op dit moment opkomt aan stadslandbouw, stadstuinderijen en balkongroen, krijgt de indruk dat Rotterdam werk maakt van zijn stijlkleur.
De Wandeling
Deze ontwikkeling lijkt een nieuwe fase in de steeds terugkerende aandacht voor de longen van de stad. Laten we eens een groene wandeling maken door de tijd. De eerste fase om meer groen in de stad te brengen begint met de aanleg van Het Park. In de tweede helft van de 19de eeuw begreep men in veel grote steden dat een stadsmens niet alleen kan leven van staal en steen, maar ook bomen en bloemen nodig heeft. In deze periode werden grote parken aangelegd: Central Park in New York is de bekendste, Park Güelll in Barcelona kwam wat later. Het Park in Rotterdam en het Vondelpark in Amsterdam horen ook in het rijtje.
Het Park werd aangelegd door vader en zoon Zocher, ook verantwoordelijk voor het Vondelpark, en was in 1896 voltooid. Het Park vormde een mooi contrast met de stad: het was niet alleen groen, maar ook weelderig en romantisch ingericht. Geschikt voor de Wandeling, zoals het plan voor het park aanvankelijk genoemd werd.
Vreewijk
De aanleg van tuindorpen in de jaren 1920 beschouwen we als tweede groenfase van de stad. Veel Europese steden bouwden in deze periode tuindorpen, maar in Rotterdam werd het meest geslaagde tuindorp gebouwd: tuindorp Vreewijk. In 1917 betrokken de eerste mensen een woning en in 1930 was Vreewijk het grootste tuindorp van Europa. Wie langs lede, drift, brink, heggepad, rozegaarde, wilgenweerd en groene zoom wandelt, voelt de sfeer van het platteland.
Excentriek?
Als reactie op de periode van de Wederopbouw die voor veel beton en asfalt had gezorgd, werd in de jaren zeventig een aantal plannen gemaakt die de stad een heel ander aanzien zouden geven. In 1970 deed de kunstenaar Wim Gijsen het ludieke voorstel om van het Schouwburgplein een groene weide te maken waarop daadwerkelijk koeien konden grazen. Serieus bedoeld, maar toch werd het plan met een grote grijns afgewezen.
Meer kans leek het idee te hebben van de Groene Rotte. Dit idee kwam naar voren nadat in 1972 het plan voor het Rottetracé afgeblazen werd. Daarmee verviel de aanleg van een zesbaans snelweg dwars door de stad, van Willemstunnel via de Binnenrotte door Crooswijk en via het Oude Noorden de stad uit. Men besefte dat de verkeersoverlast voor de drukbevolkte woonwijken veel te groot zou zijn, bovendien kwam er steeds meer aandacht voor het milieu. In 1977 was het idee van de Groene Rotte uitgewerkt tot een plan waarbij het riviertje weer terug zou komen, voorzien van brede groene oevers waar het heerlijk flaneren zou zijn. Ondanks de kritiek dat Rotterdam haar grootstedelijk karakter zou gaan verliezen door al het groen stond de Groene Rotte toch nog in het Binnenstadsplan 2000-2010: Vitaliteit door Attractiviteit. Maar het plan sneuvelde, eerst vanwege de aanleg van de spoortunnel, daarna door de keuze voor de bouw van een overdekte Markthal. De economische functie van de binnenstad kreeg voorrang op het groen.
In 1975 werd het eerste voorstel voor de invulling van het Weena gepresenteerd. Tot dan toe was het Weena nog leeg en kaal gebleven met hier en daar een verdwaald hertje. Maar dat moest veranderen. Het hertenkamp moest verdwijnen, Weena moest een sterke stedelijke functie krijgen. Maar een van de voorstellen was om het verkeer onder de grond te stoppen en daarbovenop een plateau te creëren met een uitgebreide groenvoorziening.
Zijwegen
Als al die plannen uit de jaren zeventig doorgegaan waren zou je nu een wandeling kunnen maken door het groen langs de Rotte, via het Hofplein, over het groen op het Weena. Dan afbuigend over de groene Westersingel via een omweg over het gras van het Schouwburgplein richting Het Park, waar onze wandeling door de tijd begonnen is. Maar de derde groene fase is op de tekentafel blijven liggen.
Toch loont het de moeite om een groene wandeling door de stad te maken en wat zijwegen in te slaan om op daken, langs muren, op kleine braakliggende gebieden de nieuwe initiatieven voor de groenvoorziening te bewonderen.
Deze nieuwe fase in de groenvoorziening zal Rotterdam nog zeker niet in één grote tuinstad veranderen, maar het zou kunnen dat het geheel van al deze ‘verbouwing’ van Rotterdam toch een stad maakt die zijn huiskleur eer aandoet.
Nog geen reactie — begin de discussie!