Bij gezinsuitbreiding binnen de Rotterdamse ring, ontdekken veel ouders bij het uitzoeken van een basisschool dat de keuze niet reuze is. Dus wat gebeurt er dan? Pa en ma stropen de mouwen op en ‘vertimmeren’ de buurtschool.
Dat er in de Rotterdamse binnenstad ruwweg twee sjablonen bestaan voor het basisonderwijs ondervond Wieneke Gunneweg, initiatiefnemer van de Vrijeschool West in Rotterdam West. “De buurtschool is overwegend zwart en dichtbij. De school met goede resultaten is vrijwel helemaal blank en hanteert een lange wachtlijst. Grijze scholen met gemengde klassen en goede resultaten zijn er nauwelijks in mijn wijk, evenals bijzonder onderwijs.”
En zo staat Gunneweg, net als zoveel andere binnenstedelijke ouders, voor een dilemma. Je wilt je kind het liefst binnen je eigen wijk op school doen. Dat is logistiek handig en goed voor het sociale leven van je kind. “Maar als je kind op die buurtschool een uitzondering is, wat dan? Je kunt als stedeling nog zo politiek correct zijn; als het om je kind gaat, wordt het toch anders.”
Op de populaire school (lees: blanke scholen met kinderen van hoogopgeleide ouders) wordt echter steeds vaker het ‘meters van school-criterium’ gehanteerd. Inderdaad, postcodebeleid tot in het extreme doorgevoerd. Bij gebrek aan grijze scholen en bijzonder onderwijs, zit er voor veel ouders uiteindelijk dan ook niks anders op: je koopt een bakfiets en rijdt je kind de wijk uit, naar een school die nog wél plek en min of meer hetzelfde type kindertjes heeft.
Grijs gemengd
In de vier grote steden van Nederland neemt het aantal kinderen van 0 tot en met 5 jaar al een jaar of zes toe, terwijl dat in de rest van het land juist afneemt. In eerste instantie groeide de kinderschare vooral in de Vinexwijken, maar sinds 2008 verplaatst die groei zich naar de oudere stadswijken. Door de crisis, maar ook uit overtuiging verlaten steeds minder hoogopgeleide, werkende ouders de stad voor een gelijkgeschakelde Vinexwoning met twintig vierkante meter tuin. Geen geld voor, geen zin in. Toename van grijze scholen zou dus het logische gevolg moeten zijn. Immers, als deze kansrijke kinderen op basisschoolleeftijd komen, mengt het onderwijs vanzelf. Maar is dat wel zo?
“Nee”, zegt Gunneweg. Haar tweeling is nu één jaar oud. Waar de meeste ouders pas gaan zoeken als hun kind tweeënhalf jaar oud is, is Gunneweg nu al bezig haar meiden in Rotterdam West het onderwijs én het sociale leven te geven dat ze hen zo gunt. “Zelf moest ik vroeger ook van west naar oost in Nijmegen, waar ik ben opgegroeid. Ik wil dat niet voor mijn kinderen. Liever zie ik ze in hun eigen buurt naar school gaan zodat ze vriendjes en vriendinnetjes in de wijk krijgen. Daarbij wil ik dat ze goed, bijzonder onderwijs krijgen.”
Geen testmateriaal
Dit betekent in het geval van Gunneweg het vrije onderwijs dat ze zelf als kind genoot. “Ik voel me thuis op een school waar kinderen niet als testmateriaal worden behandeld. Van kleuters die Cito-toetsen moeten maken, word ik nerveus. De vrijeschool heeft een vrij strakke opbouw. Daarbinnen richt het zich niet alleen op het cognitieve, maar ook op de creatieve en fysieke ontwikkeling van een kind, passend bij de leeftijdsfase waarin het zich bevindt. Juist dat spreekt me erg aan.”
En dus worden de mouwen opgestroopt en ‘timmert’ Gunneweg nu zelf een buurtschool in elkaar. Samen met veertig andere ouders is ze in West actief bezig een vrijeschool op te richten. De initiatiefgroep onderzoekt de subsidiemogelijkheden, zoeken de bekendheid, denken na over de koers van de nieuwe school en speuren naar huisvesting. Er zijn twee opties: de school wordt een dependance van de Kralingse Vrijeschool Vredenhof óf de Vrijeschool West sluit zich aan bij een bestaande school die de idealen van de vrijeschool onderschrijft.
“Overigens is het laatste wat we willen een eliteschool creëren. Juist niet. We willen de vrijeschool zo maken dat die toegankelijk is voor leerlingen van alle achtergronden. Kansrijk of kansarm.” De bedoeling is dat in september 2015 de eerste twee kleuterklassen van start gaan. “Met een beetje geluk draait de school als mijn kinderen 4 worden.”
Pionieren op De Provenier
Dat zo’n initiatief heel goed kan werken, bewijst basisschool De Provenier in de gelijknamige wijk. Op veel andere plekken in de stad bloeden dergelijke initiatieven dood zodra de kinderen van de pioniergezinnen naar de middelbare school gaan. Zo niet bij De Provenier, waar Miriam Hoekstra-van der Deens oudste zoon acht jaar geleden één van de eerste blanke gezichten op school was, los van de leerkrachten.
“Of ik getwijfeld heb? Nee. Uit de inspectierapporten bleek dat het team goed was, het beleid deugde en de pedagogische basis prima was. Alleen de prestaties van de leerlingen waren beneden peil. Bovendien stond het alternatief van witte, kakkineuze scholen me tegen.” Dat ze niet de enige ouder was, hielp natuurlijk ook. Vijf ouderparen namen een goed geïnformeerde gok en stuurden hun kinderen naar de voornamelijk door kinderen van lager opgeleiden gedomineerde buurtschool.
De school stond destijds met de rug tegen de muur, met kleine klassen van circa vijftien leerlingen per klas en een groep 8 die uit elf scholieren bestond. De aanwas was minimaal. De schooldirectie wilde met alle macht het tij keren. Zeker omdat steeds meer werkende stellen de wijk introkken, er kinderen kregen en er ook bleven wonen. Dat ze hun kinderen niet in de wijk naar school stuurden, was op zijn minst vreemd te noemen. Dus toen die eerste lichting werkende ouders aan de schoolpoort stond, pakte de directie die kans dan ook met beide handen aan.
Bloedfanatiek
In de paar jaar die volgden kreeg De Provenier voor-, tussen- en naschoolse opvang, tot die tijd een unicum in de wijk. Daarop zaten vijf kinderen: die van de pionierende ouders. Die waren ondertussen fanatiek op zoek naar andere hoogopgeleide ouders die voor een schoolkeuze stonden. “Als we een kinderwagen in het vizier kregen, spraken we ouders aan. Of ze al wisten naar welke school ze hun kind zouden sturen. Of ze de school in de wijk eens wilde bekijken. We leken wel een stel zendelingen op zoek naar zieltjes voor de kudde. Wij waren bloedfanatieke pioniers, maar de meeste ouders wilden gewoon een goede school voor hun kind. En dus gingen we anoniem reclame maken. Ook zochten we waar mogelijk de media op.” De aanpak werkte, al had de crisis daar ook zeker de hand in. “Zonder twijfel heeft het feit dat mensen in de wijk bleven wonen omdat ze geen groter huis konden kopen ons heel erg geholpen”, meent Hoekstra-van der Deen.
Inmiddels is de ratio op De Provenier kansarm/kansrijk verlegd van 70/30 naar 50/50. Het ideaal was 60/40. Al vanaf de Beukelsdijk en de Bergselaan komen de inschrijvingen binnen. “Ver buiten de Provenierswijk, ja. We gaan een beetje ten onder aan ons eigen succes”, beaamt Hoekstra-van der Deen. “Nu is de school écht gemengd, maar om dat te kunnen borgen moet de school antwoord vinden op nieuwe dilemma’s. Hoeveel kinderen van buiten de wijk zijn toelaatbaar? En hoeveel kansrijke kinderen kunnen toegelaten worden zonder dat de kansarme in de verdrukking komen?”
Onderste uit de kan
Hoekstra-van der Deens oudste zoon begint dit jaar aan groep 8. Dat betekent: Cito-toets. Is de pionierende moeder bang dat ze met haar keuze voor deze school niet het onderste uit de intellectuele kan heeft gehaald bij haar zoon? “Nee”, klinkt het stellig. “Ik heb natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal, maar op deze school kennen ze hem en hebben ze het beste met hem voor. En bovendien: bij de ontwikkeling van je kind heb je als ouder ook een taak. Daar kun je de school niet volledig verantwoordelijk voor stellen.”
Door met gestrekt been te beginnen aan dit ouderinitiatief heeft Hoekstra-van der Deen ook een voorbeeld willen stellen aan haar kinderen. “Ik geloof niet dat het leven maakbaar is, maar je kunt het wel beïnvloeden. Dat geldt ook voor je omgeving. We hebben hier mooi laten zien dat je verschil kunt maken.”
Dat laatste is ook een drijfveer voor Gunneweg. En dat ze daarin niet alleen staat, blijkt wel uit de hoeveelheid ouders met serieuze interesse in de Vrijeschool West. “Dat zijn er op dit moment tweehonderd.”
Al 3 reacties — discussieer mee!
Inmiddels is het zeker dat Vrijeschool Rotterdam-West haar deuren opent komend schooljaar met twee kleuterklassen en een eerste klas (groep 3). Voor mee info kijk op onze website: http://www.vrijeschoolrotterdamwest.nl/
Dit soort artikelen zijn belangrijk om een onafhankelijk oordeel te kunnen vormen over belangrijke ontwikkelingen in de maatschappij. Ik merk dat bijv. vanuit de basisschool in Amsterdam van onze jongste vraag is naar kennis hierover.
Hoi Josje, als het nodig is, kan ik wel contact tot stand brengen. Zeker de Vrije School West heeft een enorme vlucht genomen sinds ik dit artikel schreef (toch alweer drie jaar geleden) en ook basisschool De Provenier groeit nog steeds. Laat maar weten of dat nodig is.