Vanwege de moderne opzet van het Rotterdamse centrum staan relatief veel gebouwen los in de ruimte. Ook de nieuw te bouwen Rotta Nova lijkt niet te passen in de structuur van de stad. Tim de Bruijn roept op tot een heroverweging van de opzet van het woongebouw.
De nieuwe markthal staat nu nog te schitteren in solitaire glorie, maar ernaast moet nog een gebouw verrijzen: Rotta Nova. Voor dit woongebouw aan de Hoogstraat wordt op dit moment een nieuw ontwerp gemaakt door Klunder Architecten uit Rotterdam, onder andere bekend van appartementengebouwen De Hofdame aan de Binnenrotte en 100Hoog aan de Wijnhaven. Dit doen ze in opdracht van ontwikkelaar Van Herk Groep die eigenaar is van de grond. Eigenlijk zou er tegelijk met de Markthal gebouwd worden naar een ontwerp van architect Frits van Dongen, maar het project is destijds niet van de grond gekomen. Het nieuwe ontwerp bestaat uit twee woontorentjes van ongeveer 70 meter hoog op een onderbouw met horeca en winkels.
Rooilijn
Begin dit jaar zijn er door de gemeente nieuwe stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld voor Rotta Nova. In maart 2013 is het nieuwe bestemmingsplan voor het Laurenskwartier, waar het plan in valt, onherroepelijk geworden. De locatie die aldus is vastgelegd komt neer op de footprint van het gesloopte naoorlogse flatgebouw, alleen dan wat breder richting Markthal. Opvallend in de randvoorwaarden is de onderstaande passage:
Een heldere structuur van openbare ruimten maakt de stad tot een samenhangend geheel. Continue rooilijnen spelen hierbij een belangrijke rol. In Rotterdam is dat nog niet overal het geval; met name de rooilijnen van de binnenstad zijn soms zeer zwak. Nieuwe gebouwen moeten de rooilijnen van de stad dus versterken.
Een rooilijn is de denkbeeldige lijn die de straatwand vormt. Als gebouwen terug staan ten opzichte van overige gebouwen aan een straat dan staan ze niet in de rooilijn, zoals ook aan de Binnenrotte vaak het geval is.
Pleinen of straten worden voornamelijk gevormd door de bebouwing er omheen. Als die bebouwing geen duidelijke structuur volgt geeft dit voor de gebruiker een onduidelijke beleving: wat voor ruimte is het en wat moeten we ermee? De structuur maakt het aangenaam om ergens te verblijven, of juist onaangenaam als de structuur totaal ontbreekt.
Historische steden worden gekenmerkt door een dergelijke structuur, een consequente verzameling van duidelijk vormgegeven straten en pleinen. In Rotterdam gaat dat dus vaak mis. Nieuwe gebouwen zouden dan ook de structuur van de stad moeten volgen en zich niet moeten gedragen als solitaire gebouwen in een zee van nutteloze ruimte.
Losse gebouwen
Een belangrijke oorzaak van dit probleem is de moderne opzet van het Rotterdam van de wederopbouw met veel losse gebouwen, waar steden met een meer historische opzet uit bouwblokken bestaan met daarin meerdere gebouwen die op elkaar aansluiten. De losse gebouwen hebben vaak veel ruimte om zich heen en vormen daardoor een amorfe ruimte waar je je verloren voelt. Ook hebben ze vaak achterkanten aan het openbare gebied.
Denk bijvoorbeeld aan het Maritiem Museum dat met een dode achterkant naar Plein 1940 staat. Of even verderop de toren van Robeco die totaal los staat van de stedelijke structuur en daarmee een onaangename tochtige ruimte creëert. Deze gebouwen leveren loze, onaangename en vaak windrijke stukken buitenruimte op die ook nog eens veel onderhoud kosten.
Breuk met beleid
Rotta Nova dook dit voorjaar op bij Instagram, waar Sjoerd Berghuis, architect en partner bij Klunder Architecten, enkele schetsontwerpen en een foto van een maquette met een massastudie plaatste. Het bestaat in de footprint uit een rechthoekig gebouw met op de koppen twee torentjes. Opvallend is dat het gebouw aan de Binnenrotte niet de rooilijn volgt maar hier een stuk van terugstaat.
Met het oog op de stedenbouwkundige randvoorwaarden is dat opmerkelijk. We hebben hier een nieuw gebouw dat volgens de nieuwe richtlijnen de rooilijnen in de stad moet versterken. Waarom is er niet voor gekozen om Rotta Nova tot aan de rooilijn van de Binnenrotte te bouwen? Volgens het huidige bestemmingsplan zou dat dan deels op de bestemming verblijfsgebied liggen, maar dat bestemmingsplan is zeer recent en pas gemaakt nadat het oude gebouw op deze plek al was gesloopt. Waarom is er in dat bestemmingsplan dan juist geen ruimte gemaakt om Rotta Nova tot aan de rooilijn van de Binnenrotte te kunnen bouwen?
Modernistisch denken
Wat mij betreft is het een onbegrijpelijke gemiste kans. Dat de stedenbouwkundige randvoorwaarden, gebaseerd op het schetsontwerp van de architect en ontwikkelaar, worden aangehouden volgens het bestemmingsplan is logisch. Een wijziging van de bestemming van verblijfsgebied naar te bebouwen gebied zou waarschijnlijk veel extra tijd kosten. Het tijdelijke grasveld op de bouwlocatie geeft nu overigens precies aan hoe het gebouw zou moeten staan want dit volgt exact de rooilijn.
De mogelijke reden van het terugleggen van Rotta Nova ten opzichte van de rooilijn is dat men de Markthal prominent naar voren wil laten springen ten opzichte van de omliggende gebouwen. Maar dat is speculeren van mijn kant. Maar als dat zo is dan wordt het belang van het vrijstaande icoon weer belangrijker geacht dan de structuur van de stad zoals nota bene benoemd in het eigen beleid. En dan wint ondanks het beleid het modernistische denken toch weer van de stedelijke structuur.
Dus Gemeente Rotterdam en Van Herk Groep: kijk samen met Klunder Architecten nog eens goed naar de situatie aan de oostkant van het plan Rotta Nova. Pak hier gewoon de rooilijn op van de Binnenrotte, al is het maar over twee bouwlagen. Het zou dit stuk stad zoveel logischer maken, extra meters verhuurbaar oppervlak opleveren en voor de gemeente minder vierkante meters te onderhouden pleinruimte. Bovendien zou het een logisch vervolg zijn op het zelf geformuleerde beleid. Nu is de kans om het goed te doen, en dit stukje stad weer wat meer structuur te geven. Misschien duurt het wat langer, maar de stad wordt er uiteindelijk wel echt beter van.
Al 19 reacties — discussieer mee!
bovenal is het zonde dat het prachtige gedetailleerde ontwerp van Frits van Dongen is vervangen door twee saaie standaard-Klunder-torentjes-op-een-plint
Zo op het eerste gezicht én van bovenaf lijkt Tims voorstel sterker, als structuur, bepaald door rooilijnen, het antwoord is op de ruimtelijke problemen van de stad. Waarschijnlijk spelen er andere -niet stedenbouwkundige- krachten die de afwijking bepalen. Ik ben wel benieuwd welke…
Helemaal eens met Tim. Bij de Markthal was de positionering eigenlijk al een gemiste kans en nu wederom wordt geen rekening gehouden met de kracht van sterke stedenbouwkundige structuren. Hopelijk pakken ze die kans nog!
Overigens zal ik altijd met weemoed terug blijven denken aan dat prachtige gebouw dat nooit gebouwd zal worden.
Deze afbeeldingen laten goed zien wat Tim bedoelt en dat hij ook gewoon een valide punt heef:
Poging van mij dan. De situatie met en zonder door Vesica op skyscrapercity naar aanleiding van dit stuk:
http://www.skyscrapercity.com/showpost.php?p=116985031&postcount=1716
Volgens mij heb je voor- en achtergevelrooilijnen. Dit zou een zijgevelrooilijn zijn. Volgens mij is dat juridisch gezien wel een verschil. Maar – belangrijker – waarom aanpassen aan de restruimte die de binnenrotte is?
Waarom twee keer hetzelfde plaatje?
@ Rnoald Sorensen; het zijn niet twee dezelfde plaatjes. Als je het betoog van Tim goed leest en ook snapt zie je binnen 1 seconde het verschil…
Ik denk dat je met een gebouw dat vrij in de ruimte erg lastig kan praten over een voor en achterrooilijn, laat staan zijrooilijnen. Dit is dan ook precies 1 van de problemen die Tim indirect benoemd. Het centrum van Rotterdam is, in tegenstelling tot veel historische binnensteden, veel meer opgebouwd uit gebouwen dan uit bouwblokken. Veel (mogelijk zelfs de meeste) straten worden gevormd door losstaande gebouwen aan weerszijde van de straat. Daar waar je in historische binnensteden straten hebt die gevormd worden door bouwblokken (dus een verzameling van gebouwen aaneengeschakeld tot een blok) ontbreekt dat hoegenaamd domweg omdat bij de reconstructie van de staat de beginselen van het modernisme zijn toegepast. Daarbij staan gebouwen in de ruimte zodat er over licht en lucht zou komen en heb je dus een onderscheid op straatniveau qua functie. Je hebt representatieve straten en distributiestraten. De Lijnbaan is daar natuurlijk de bekendste component van. Maar ook hier zie je dat fenomeen. Echter door veranderende inzichten zie je nu dat bij gebouwen als deze en de ruimte aan de Binnenrotte een duidelijke begrenzing van belang wordt. En daar gaat het hier mis, daar ben ik het met Tim eens. Zelfs de Markthal had wat mij betreft schijn afgesneden moeten worden om de ruimte die de Binnenrotte is een behoorlijke afbakening te geven.
Bedankt Adr.
Zie het, maar het heeft langer geduurd dan één seconde.
Hier hetzelfde. Ik moest mijn oldschool ‘zoek de 10 verschillen’-truc uitvoeren door min of meer 3d te kijken en de twee afbeeldingen over elkaar heen te leggen.
Goed stuk Tim, met valide argumenten. Ben het met Ard eens dat met de Markthal al gekozen is voor een ‘modernistische’ inpassing, en bij het ontwerp van de Markthal de afweging gemaakt had moeten worden hoe de ruimte van de markt gedefinieerd dient te worden. Of de gevel daar afgeschuind had moeten zijn (met een geknikte pleinvorm als resultaat), recht (zodat van Meent tot Blaak één doorgaande rooilijn ontstaat) of een gestaffelde wand zoals nu het geval is.
Dat hangt helemaal ervan af hoe je de Binnenrotte als ‘pleinvorm’ definieert. De ruimte is groot genoeg om een hoekverdraaiing tussen Hoogstraat en Westblaak te kunnen rechtvaardigen. Dan zou dit ook consequent moeten gelden voor de gevels aan de overzijde. Dus dan zou er qua rooilijn nog wat te ‘repareren’ zijn aan de kant van Bibliotheek en kubuswoningen, en de Markthal en het kantoor van KCAP hadden dan beter uitgelijnd kunnen worden.
Deze ruimtelijke keuze had al in de fase van Masterplan Laurenskwartier gemaakt moeten worden. Als je de tekeningen van het Masterplan bekijkt, zie je wel een voorstel voor aanheling van de rooilijn aan de zijde van de bibliotheek, maar er is daar destijds blijkbaar gekozen voor een meer diffuse pleinvorm rond de Markthal.
#Daan: ik zou de glazen gevel van de markthal die zicht geeft op de ‘Sixtijnse kapel’ beschouwen als voorgevel. Hier bevindt zich namelijk de voornaamste entree naar de markthal. Juist de lange zijden zijn dan m.i. als zijgevel te beschouwen, mocht je niet mee willen gaan in het verhaal van Ard dat er eigenlijk sprake is van een alzijdig gebouw.
Nerds misschien wel, Ard. Bestaat er geen Rotterdams architectuurblog voor dit soort onderwerpen? Dan hoef je ook geen ‘domme’ mensen te dissen en blijft Vers Beton gewoon begrijpelijk en prettig leesbaar.
Dissen? Waar dan? Maar blijkbaar kan je in jouw wereldbeeld alleen dom zijn of nerd. Mag ik dan in je nerd hokje? 😉
En die kaartjes zijn glashelder trouwens.
Hallo, hallo,
Graag ontopic blijven, en niet onvriendelijk zijn. Bedankt!
Dissen is zeker geen sprake van. Maar als iemand reageert op een artikel, dat in mijn ogen aan duidelijkheid weinig over laat, mag je verwachten at die persoon weet waarop hij reageert. In het geval van R.Sörensen was daar in mijn ogen geen sprake van. Dus ik peer niemand te dissen maar ik zou het wel fijn vinden als mensen pas gaan reageren als ze zich werkelijk verdiept hebben in wat er in de blog staat.
Ard schrijft: ‘…..Als je het betoog van Tim goed leest en ook snapt zie je binnen 1 seconde het verschil….’ Ik bespeur daar een zekere neerbuigendheid in.
Maar we moeten vriendelijk zijn van Inge -en terecht-, dus: wat sympathiek van jou dat je Ard bijstaat! En: je inzending en de reacties zijn fantastisch en helemaal niet specialistisch/technisch of moeiluk.
Ard heeft gelijk. Ik had heel snel diagonaal gelezen en dacht eigenlijk alleen aan de tekeningen genoeg te hebben.
Dat ik dom genoemd word of indirekt langzaam van begrip is voor mij geen probleem.
Ben ik sinds ik voor mijn politieke mening uitkom ben ik daar zelfs door mijn – soms niet al te beste – oudleerlingen vooruitgemaakt.
On topic.
Inderdaad is door architecten niet altijd praktisch gedacht.
Er zijn in onze stad plekken waar het altijd waait.De Niels Bohrplaats in Ommoord. Het Maltaplein in Ommoord is ook verschrikkelijk.
wellicht dat de geestelijk vaders van het masterplan Laurenskwartier, de stedenbouwkundigen van KCAP, hun licht kunnen laten schijnen over de afwegingen die destijds een rol hebben gespeeld bij opstellen van het masterplan ?