De Rotterdam Architectuurprijs staat dit jaar in het teken van utiliteit. Alles wat geen woongebouw is dus. Lees letterlijk: nuttige bouw. Natuurlijk doen wij met Vers Beton ook een duit in het zakje. Vijf redacteuren nomineren vijf recente favoriete utiliteitsprojecten en leggen uit waarom juist dit project moet winnen. Een brug, een hub, een park, een station, en een school: Rotterdam wordt steeds rijker.
De Rijnhavenbrug
Een brug heeft de ogenschijnlijk eenvoudige taak twee gescheiden werelden tot elkaar te brengen. Een echt goede brug doet dit niet alleen ruimtelijk, maar ook nog eens geestelijk.
In geen enkele Nederlandse stad vervullen bruggen die dubbelrol met meer verve dan in Rotterdam; de stad waar je IN Noord woont, maar OP Zuid. Waar enerzijds gewinkeld wordt in een voorheen verwoeste stad, en anderzijds gewoond in een voor noorderlingen onbekende wereld. Zonder discussie kan er niets gebouwd worden tussen beide Maasoevers, zo lijkt het. Ten behoeve van vermaak op hoogte hebben wij daarom De Hef, die nog steeds één keer in de zoveel tijd utopisch opgetuigd dient te worden. De Erasmusbrug, ooit onzeker zwalkend aan het eind van de Coolsingel, is nu een icoon van ongekende waarde voor Rotterdam.
Rotterdams jongste brug is de door Quist Wintermans Architekten (van de Schouwburg) ontworpen Rijnhavenbrug, die op Zuid de Wilhelminapier verbindt met Katendrecht. De hoekigheid van de brug doet vermoeden dat de ontwerpers goed hebben gekeken naar haar grote zus over de Maas. Contrast is er ook: waar de ranke Erasmusbrug wedijvert met de hoogbouw op de Wilhelminapier, doet de bonkige Rijnhavenbrug dat met de Feniksloodsen en de binnenvaartschepen die in de Rijnhaven afgemeerd zijn: horizontaal, robuust en helder. Breed genoeg voor fietser en voetganger, gaat hij open en gaat hij weer dicht.
Blijft de vraag of de Rijnhavenbrug ook voldoet aan dat andere profiel gesteld aan een brug: verbindt het de twee einden ook in de geestelijke beleving van de passant? Kortom, is dit nou een brug voor heel Rotterdam? Is de Kop van Zuid beter bereikbaar geworden vanuit Rotterdam-Zuid, of faciliteert de Rijnhavenbrug vooral een betere route van Noord naar Katendrecht? Waarbij die laatste mogelijkheid en passant de Wilhelminapier, die eeuwige belofte, zou degraderen tot simpel tussenstation op weg naar de up-and-coming Kaap.
Maar daar kan De Hoerenloper zelf natuurlijk niets aan doen.
Door: Marten Dashorst
Warmte HUB
De nieuwe warmte hub van WE Architecten aan de Brielselaan is het prototype van utiliteitsbouw. Dikke pijpen komen uit het gebouw en door de semi-transparante gevel zie je allerlei installaties staan. Dit is overduidelijk een nuttig bouwsel. Waarvoor het gebouw precies gebruikt wordt, blijft als je er rondloopt een beetje onduidelijk. Het is echter een mooi en verrassend ding voor mensen zoals ik die graag avondwandelingen maken langs (oude) industrie-meuk aan de haven.
Het gebouw van roestbruine cortenstaal en half transparante glasdelen die een witte watertank omsluiten, vormt overdag van een afstandje een prachtige compositie met het gras van de dijk die de Tarwewijk en de Maashavenstrip-Zuid scheidt. ’s Avonds licht het gebouwtje op tussen de strook schrale en vervallen laagbouw industrie aan de ene zijde van de strip en de Meneba meelfabriek aan de andere zijde. In dit landschap bevindt zich overigens ook nog een grote vuilverbrander die speelstad zou moeten worden.
Anders dan de overige gebouwen biedt het terrein rond de warmte hub toegang tot de kade, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op o.a. het S.S. Rotterdam. Al met al is de nieuwe warmte hub van WE Architecten aan de Brielselaan niet alleen nuttig als installatiegebouw maar wellicht ook als begin van een architectonisch opgefriste, publieke Maashavenkade op Zuid. In navolging van de aanpak van Wilhelminapier, Mullierpier, Katendrecht en Rijnhaven zou die niet slecht staan in het rijtje.
Door: Myrta Otten
Rotterdam Centraal
Het Centraal Station, ofwel CS. De plek waar we thuiskomen en waar we onze bezoekers welkom heten. Sinds de opening komen mensen superlatieven tekort voor het station. Maar wat maakt dat het station in zo’n korte tijd al zo geliefd is geworden? Is het de opluchting na zoveel jaar bouw-ellende? Zijn het de elementen van het oude station die her en der een vleugje nostalgie toevoegen? Is het de ‘21e eeuwse ornamentiek’ zoals de Y-structuur van de kolommen die je overal terug ziet komen? Of is het gewoon de impact van de iconische punt die eigenwijs het Stationsplein op steekt?
De ruimte en de grootstedelijke uitstraling van het nieuwe station zijn vooral de dingen die een mens blij maken. Als je op CS uitstapt, dan kom je ergens. Je hebt gelijk het gevoel in een grote stad te zijn. Het prachtige overzicht vanaf de brug over alle sporen, de brede drukke tunnel en de enorme hal die voelt als een kathedraal maar dan vol herrie. En eenmaal buiten het stationsplein dat ondanks zijn grootte nooit voelt als een leegte. Het mooiste echter is de lichtinval onder de sporenkap bij zonnig weer. Door de dakconstructie ontstaat een prachtig schouwspel van schaduwen als ware het een abstract kunstwerk. Toeval of zo bedacht door de architecten? Als ze slim zijn zeggen ze het tweede.
Een minpunt? Men zegt wel eens dat echte architectuur lekt. Nou, dan is CS echte architectuur zo bleek afgelopen augustus. Op verschillende plekken in de hal kwam het water naar binnen en aan de kant van het Groothandelsgebouw was zelfs een waterval te zien waarbij de Niagara Falls verbleken.
Trouwens, ondanks de indoctrinatie van de bijnaam-maffia en de bijnaam-geile media noemen wij Rotterdammers ons station gewoon Centraal Station, of kortaf CS. Gewoon wat het is, omdat we er trots op zijn!
Door: Tim de Bruijn
Het Dakpark
In 1998 ligt het rangeerterrein aan de Hudsonstraat in Bospolder-Tussendijken er nog verlaten bij. Achter de schermen woedt strijd: eigenaar Havenbedrijf wil bedrijfsruimtes, de wijkbewoners een park. De gekozen oplossing is even simpel als elegant: er komen winkels op de begane grond, en een park op het dak. Dubbel grondgebruik en een publiek-private samenwerking: het park wordt in samenspraak met wijkbewoners ontwikkeld door de gemeente, Dura Vermeer doet de winkelboulevard.
Ruim vijftien jaar later is het Dakpark, ontworpen door Butzelaar van Son, een feit. De hybride van winkels en park blijkt een gouden greep. Beneden een functionele winkelstrip, maar boven op het dak, is daar niets van te merken. Het gebouw is verdwenen, de architectuur is publieke ruimte geworden.
En wat voor ruimte. Trapsgewijs verheft het park zich boven de wijk. Hoog genoeg boven de straat om een heel nieuwe blik op de stad mogelijk te maken. Marconitorens en HAKA-gebouw zweven boven kloeke groene grasvlakken, daarachter de haven. In de lengte wordt het park doorsneden door gepolijste wegen, in de breedte door trap- en waterpartijen. Het heeft een wat ongrijpbare, grafische kwaliteit. Misschien omdat een park zo los van de grond altijd iets kunstmatigs heeft, iets abstracts. Een groene tegenpool van het Schouwburgplein. Maar dan onomstreden, als gedroomd stiksel voor een versnipperde wijk.
Door: Sereh Mandias
Erasmus University College
Het Erasmus University College (EUC), onderdeel van de Erasmus Universiteit, is gehuisvest in een karakteristiek Stadsmonument aan de Nieuwemarkt. Ontworpen door architect Logemann, bood het pand van 1923 tot 1983 onderdak aan stadsbibliotheek Erasmus.
Architectenbureau (designed by) Erick van Egeraat tekende in opdracht van de gemeente het renovatie-ontwerp. Het gebouw kreeg een nieuw leven als school, nauw verwant aan de oorspronkelijke functie van kennisdeling. Echter, een ingrijpende vermindering van zes naar drie verdiepingen was noodzakelijk om de gewenste uitstraling en functionele studieruimtes te creëren. Bovenop het gebouw is een nieuw gedeelte opgezet voor personeelswerkplekken. Voor een stadsmonument was dat een hele uitdaging.
De huidige gebouwenvoorraad in Nederland is een van de meest uitdagende opgaven voor architecten. Hergebruik moet waar mogelijk. Veel meer gebouwen kunnen worden hergebruikt dan beleidsbepalers opnemen in hun plannen. Nieuw moet, daar waar technische, logistieke, financiële of functionele redenen noodzaken tot herbezinning op huidige gebouwen.
Stel dat de achterliggende behoefte van De Rotterdam anders was opgelost en dat al die kantoren, appartementen, restaurants en het hotel ergens in de stad een leegstaand gebouw tot een levendige plek hadden getransformeerd. Dat waren twee vliegen in een klap voor de problematiek van de stad. Daarentegen zou bij Rotterdam CS vasthouden aan historie een rem op de toekomst van Rotterdam zijn geweest. Zowel economisch als qua gebruikersgenot.
Het EUC geeft een nieuwe functie aan de voormalige bibliotheek. Het is een type oplossing waar Rotterdam op veel plekken behoefte aan heeft. De realisatie van deze nieuwe dynamische plek en een bruisend stukje Rotterdam verdient alle lof.
De originele rijkdom van materiaalgebruik in het gebouw past bij Van Egeraat. Hij heeft het hersteld en versterkt. Marmeren vloeren en kolommen, cassetteplafonds, messing trapleuningen en een glimmende glazen liftschacht. Als kers op de taart komt het torentje bovenop het gebouw mogelijk ook nog terug. Alsof alles in de koperpoets is gezet voor het schoolbal.
Door: Edwin van de Velde
Samenwerking Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met AIR, het architectuurcentrum Rotterdam (wat betekent dit?).
Al 10 reacties — discussieer mee!
Ondanks dat het allemaal top projecten zijn (dat is ook wel eens anders, dus chapeau chapeau), zal het centraal station het voorlopig steeds gaan winnen verwacht ik. Het is gewoon het project met de grootste impact voor de stad.
Het zijn inderdaad allemaal toppers. Voor mij persoonlijk is het dakpark op de winkelstrip aan de rand van de wijk Bospolder een absolute winnaar. Wie had kunnen hopen dat dit project ooit in zijn volle glorie uitgevoerd zou worden. Een gedurfd idee van een eenzame stadsontwikkelaar is na 25 jaar werkelijkheid geworden. Ik weet dat het ondanks de bemoeienis van een hele stoet sceptici tot stand is gekomen en volledig voldoet aan de oorspronkelijke opzet van een groene rand langs de woonwijk als overgang naar de drukke havens en de Vierhavenstraat.
Het proces, de volhaarding zou hier de prijs misschien nog meer verdienen dan het prachtige resultaat op zich….
@ Edwin van de Velde
In het licht van de discussie over hergebruik en transformatie was het denk ik nuttig geweest om te benoemen dat voor de komst van het University College het onderwijsmuseum uit het gebouw moest vertrekken, tegen hun zin in. Omdat ze ook geen ander goed pand aangeboden kregen in Rotterdam zijn ze vertrokken naar Dordrecht, wat natuurlijk erg jammer is voor Rotterdam. Verder natuurlijk wel een mooie functie voor dit prachtige pand en inderdaad geslaagde transformatie.
Dat het torentje ook nog terug zou komen is nieuw voor me, dat zou wel heel gaaf zijn!
@Tim, Sluiting van het Onderwijsmuseum was vanwege het bekende subsidie snijden door de gemeente. Het EUC dacht eerst aan Dordrecht maar heeft toen voor R’dam gekozen (mogelijke ruil van panden). Het is een goede zet van de universiteit omdat de naam van Rotterdam, en de dynamiek van het studeren, van grote meerwaarde is voor studenten.
Laat het station maar winnen. Zeker niet het belachelijke University College. Dat is echt door een dwaas verzonnen. Dat gebouw is een bibliotheek. Als er nou een mooie functie voor was geweest, dan was het dus als de Universiteitsbibliotheek (UB). Die is nu namelijk verspreid over allerlei faculteiten door de hele stad. Hoe mooi was het geweest om een centraal punt van alle kennis van de wetenschap te hebben.
Dit gebouw, ongetwijfeld mooi, is een duur speeltje van het CvB van de universiteit waarmee ze dure buitenlandse studenten kunnen aantrekken, die na hun studie allemaal weer uit Nederland vertrekken, en waar wij dus niks mee opschieten.
Daarnaast is het alleen bestemd voor “excellente” studenten. Een van de kenmerken van excellente studenten is dat ze niet deelnemen aan sociaal leven. En daarmee schiet het gebouw dus volledig aan de wens van de gemeente voorbij. Die heeft niet op zitten letten bij de onderhandelingen met de universiteit. De gemeente wil graag meer zichtbare studenten in het centrum om zo een studentenstad te worden. Maar met excellente studenten in een gebouw zie je dus geen studenten. En daarmee is de horeca – en overige ondernemers – in de stad dus niet geholpen.
De universiteit heeft weer eens veel geld niet aan onderzoek en onderwijs uitgegeven en de bobo’s hebben weer een mooi openingsfeestje gehad.
Nog een extra reden waarom het gebouw niet behoort te winnen is dat het een jaar te laat af is. Dat lijkt me ook een behoorlijk faal van de architect, want die heeft dus zijn planning niet goed laten uitrekenen.
Dus, laat het station maar winnen. Dat dakpark is ook mooi, maar kom op: 16 jaar in ontwikkeling. Dat verdient geen schoonheidsprijs.
@Matthijs, Dank voor je reactie. Als je zo vasthoudt aan de functie van een gebouw lukt het nooit om hergebruik op grote schaal te realiseren. Los van de (interieur)architectuur waardering is dit voor mij een zeer belangrijke reden voor de nominatie. Je ben ongetwijfeld bekend met het gemeentebeleid t.a.v. bibliotheken. Het is dus wachten tot je een ons weegt wanneer je de originele functie wilt behouden.
Bij het EUC is iedere student welkom. Het kost inderdaad veel geld, daarvoor krijg je een naar Amerikaans voorbeeld geschoold lesaanbod (o.a. kleine werkgroepen). In die zin is het dus een nieuw product van de Erasmus Universiteit.
Ik nodig je uit om eens te gaan kijken bij The Student Hotel aan de Oostzeedijk (ook hergebruik van kantoor naar hotel). Dit hotel is net uitgebreid tot 252 kamers en iedere huurder krijgt een fiets. Dat is nog eens goed voor ondernemend (horeca) Rotterdam!
Dat de renovatie te lang heeft geduurd, daar is iedereen het over eens, maar doorzettingsvermogen kan ook beloont worden.
Tot slot over je Bobo’s, de Minister opende het gebouw, dus dat valt in het niet bij onze Koning (CS) en Prinses (Markthal) die Rotterdam de laatste tijd vereren met een bezoek.
Puntje: Maxima is koningin, geen prinses.
En over die excellente studenten. Ik kom toch echt veel ’the student hotel’ fietsen tegen rond bijvoorbeeld de Witte de Withstraat, en gisteren zag ik een heel stel zitten bij de Urban Espresso Bar. En woon toevallig naast het pand dus loop er vaak langs. En ook het aanzien van de studentes van deze University College is al een verrijking voor de stad op zich. 🙂
Kleine muggenzifting:
Wim Quist heeft naast de Rijnhavenburg geen Stadsschouwburg ontworpen, wel de Rotterdamse Schouwburg. De Stadsschouwburg staat in Amsterdam of Utrecht. Mocht je van mening zijn dat een stadsschouwburg een algemeen woord is en geen eigennaam dan zou je het zonder hoofdletter moeten schrijven.
Helemaal terecht! In Rotterdam hebben we het gewoon over de Schouwburg. Aangepast!
@Edwin
Nee, dat is niet waar. Eerst werd de subsidie van de gemeente Rotterdam aan het Onderwijsmuseum geschrapt. Het museum wilde toch doorgaan – met subsidie van het rijk. Daar had de gemeente Rotterdam niet op gerekend. Toen kwam opeens de huuropzegging van het gebouw, want Rotterdam moest en zou het EUC daar hebben. De gemeente heeft ook veel geld in het gebouw gestopt dat eigenlijk bedoeld was voor kinderen met een achterstand (heb ik uit goede bron gehoord).