Sjoerd Wielenga is journalist en schrijft én leest graag en veel over Rotterdam. Onlangs verruilde hij zijn geboortestad Rotterdam voor het midden van het land. En dat is even wennen. Gelukkig heeft zijn boeken nog. Op Vers Beton deelt hij zijn boekentips over de mooiste stad van Nederland. Voor deze eerste aflevering duikt hij in Jelle Reumers ‘Wildpark Rotterdam’.
Waar gaat dit boek over?
Van de Ladageduif, die friet uit je puntzak probeert te pikken tot de metromug die slechts onder de grond leeft. Er is, benadrukt Wildpark Rotterdam, volop natuur in de stad. Rotterdam – en ook andere steden – zijn dan ook natuurgebieden, aldus Reumer. In het essayistische, natuurfilosofische boek pleit Reumer ervoor om de natuur in de stad opnieuw te bekijken.
Zelf heeft Reumer niets met de gangbare menselijke kijk op natuur. Zo vinden wij het bijvoorbeeld jammer dat de panda uitsterft, maar het beest ligt er zelf niet wakker van. Zo gaan die dingen nu eenmaal in de ecologie. Reumer neemt Kralingen als voorbeeld. Daar volgden maar liefst drie landschapstypen elkaar door de eeuwen heen op: oermoeras, veenweidegebied en de stadswijk. Tegelijkertijd passeerden drie ecosystemen de revue. Kraanvogels en purperreigers maakten plaats voor kieviten en grutto’s, die op hun beurt weken voor halsbandparkieten en nijlganzen.
En dat is helemaal niet erg, aldus Reumer: “De stad verdringt de natuur niet; ze laat zich niet verdringen. Natuur ís een opeenvolging van ecosystemen; het is daarom onzinnig om het ene ecosysteem hoger aan te slaan dan het andere.” Het is volgens hem dan ook mogelijk dat Rotterdam ooit zal vergaan. De Koopgoot en de Coolsingel staan dan bijvoorbeeld onder water. De stad is ook maar een van de ecosystemen “in de eindeloze opeenvolging van habitats die de aarde kenmerkt”. Ter illustratie geeft hij verschillende voorbeelden, waaruit blijkt dat de stad geen bedreiging, maar een verlengstuk is voor de natuur. Neem de torens van Erasmus MC. Als die niet gebouwd waren, dan was de E van het neonlogo nu geen rustplaats voor slechtvalken. Zonder bouwwerken van dit formaat, zouden ze niet eens in het westen van Nederland voorkomen.
Tot slot pleit Reumer voor een nieuwe kijk op de stad: door haar te zien als natuurgebied, zijn we beter in staat om die plek te ontwikkelen en te beheren op een manier die én goed is voor onze eigen gezondheid “én de rest van de planeet niet te gronde richt”. Professionals en burgers in de stad kunnen samen bepalen hoe we de stad leefbaarder, groener en daarmee aangenamer maken. De mens is immers “de allesbepalende diersoort in het urbane ecosysteem”.
Wat vindt Sjoerd?
Wildpark Rotterdam is een plezierig boekje. Wel valt Reumer erg vaak in herhaling. Keer op keer schrijft hij dat we de stad als ecosysteem moeten zien. Waarom we dat moeten, had daarentegen beter mogen worden uitgewerkt. Dat neemt niet weg dat Wildpark Rotterdam leest als een trein. Door de voorbeelden uit eigen stad loop je met andere ogen door Rotterdam. Fijn zijn ook de natuuruitstapjes naar andere steden; de wereld stopt immers niet bij de stadsgrenzen.
Opvallend is dat Reumer met geen woord rept over de stadslandbouwtrend, zoals de stadsboerderij bij het Marconiplein. Dragen groene daken, stadsboerderijen en andere stadsvoedselinitiatieven ook bij aan de ontwikkeling van het huidige ecosysteem? We komen het niet te weten. Desondanks is een optimistische kijk op de relatie tussen stad en natuur verfrissend en leest het boek goed weg. Een aanrader dus.
Wie is de schrijver?
Jelle Reumer (Hilversum, 1953) is directeur van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen, een kleinkind en een website.
Mooie quote?
“Over duizend jaar zal de Coolsingel de bodem sieren van de Noordzee, die dan tot voorbij Breda en Woerden reikt. (…) In de Koopgoot zwemmen rode ponen en een schooltje spiering.”
Wie moet dit boek vooral niet lezen?
Iedereen die gelooft dat Rotterdam een stad is en blijft van louter vers beton.
Wie moet dit boek zeker lezen?
Iedereen die vindt dat manke Bram Ladage-duiven uitgegroeid moeten worden.
Anders nog iets?
Opvallend is dat de zwaan die het omslag siert – en waar Reumer in het boek regelmatig naar verwijst – niet uit Rotterdam komt. Het is een zwaan die in Amsterdam in een nest van plastic en ander afval broedt. Reumer stelt hierover in zijn voorwoord: “Dat ‘Rotterdam’ in de boektitel en in de vele voorbeelden waarmee ik mijn verhaal zal larderen, is dus te lezen als een metafoor. Mijn onderzoek had net zo goed over Manhattan kunnen gaan, over Maastricht of over Meppel.”
Jelle Reumer: Wildpark Rotterdam; de stad als natuurgebied. Historische Uitgeverij. €20,00.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Nog geen reactie — begin de discussie!