Iedere week illustreert Anniek Tijmes het Rotterdamse nieuws. Deze week: Rotterdamse trots naar aanleiding van een Amsterdamse column. Of toch ook weer niet.
Rotterdam vergelijken met Amsterdam. Het heeft geen zin meer. Als een Amsterdammer een Rotterdammer vertelt dat je in Amsterdam tenminste nog een fatsoenlijke maaltijd kan krijgen na tien uur s’avonds, grachtenpanden mooier dan de hoogste flats zijn en de beste bands daar optreden, is de enige respons die hij krijgt een meewarig knikken met het hoofd.
En vice versa. Als een Rotterdammer een Amsterdammer voor gek verklaart dat hij voor een godsvermogen tussen de toeristen gaat zitten zonder dat hij zijn auto kan parkeren, dan geeft de Amsterdammer de Rotterdammer gelijk. Maar hij is er onverschillig voor geworden.
Het vergelijk wordt vooral nog gemaakt door het afgestudeerde volk uit Rotterdam dat in de Pijp gaat wonen, zich hoereert op de Zuidas, heel veel MDMA gebruikt en dan als het weer eens in zijn oude studentenhuis is, Rotterdam het onderspit laat delven. Maar zelfs dan blijven Rotterdammers en Amsterdammer meewarig knikken. Rotterdammers denken – laat maar lullen, hoe laat gaat de nachttrein, hij blijft toch niet slapen? Amsterdammers denken: wat een gemekker over Rotterdam. Ik wou dat ie er nog woonde.
Conclusie. Een 010-020 vergelijking trekken anno oktober 2014 kan echt niet meer. Uncool.
En toch deed Nico Dijkshoorn het, maar dan andersom. Een tegenwoordig vaker geziene stijlfiguur: als Amsterdammer Rotterdam beter uit de bus laten komen. Lekker bescheiden, zeg maar. Ik citeer, uit de Volkskrant ‘Rotterdammers zijn een heel klein beetje trots op doodgewone dingen‘:
‘Zo ging het nu ook. Ik liep met de Bekende Rotterdammer naar de nieuwe markthal. Hij was er zelf nog niet geweest. Langzaam zag ik de zenuwen in zijn benen trekken. Als het nou maar niet tegenviel. Dat zou echt weer wat voor hem zijn, dat ik ernaast stond en dat het een heel lullige markthal bleek te zijn. Hij begon steeds sneller te lopen. Dan hadden we het maar gehad. Amsterdammers zouden hier wel raad mee hebben geweten. Die hadden die markthal al lang aan me uitgelegd. ‘Het is een verwijzing naar Madrid. Dat ligt in Spanje. Daar hebben ze ook hallen vol met vreten. Ham, daar zijn ze helemaal blind van. Mooi toch. Laat ze.’
Rotterdammers. Wat zijn we leuk he? Maar het klopt niet in mijn geval. Toen een vriendin klaagde dat ze de hal niet leuk vond, een beetje te duur, riep ik zonder te luisteren naar haar verdere argumenten dat er een leuk Turks olijvententje was, waar het niet duur is, en dat het verder prachtig was, een beetje zoals de markthal in Madrid (of zei ik Barcelona? In ieder geval iets Spaans).
En ik was niet de enige trotse Rotterdammer. Ja, er stonden duizenden Rotterdammers te drommen om die hal. Ze vertelden op Radio Rijnmond dat ze benieuwd waren, om vervolgens hun halve maandsalaris te spenderen bij Schmidt Zeevis en de IJssalon. De rest van de maand hebben ze overleefd op pindakaas.
Het was een lief vergelijk van Nico Dijkshoorn. En invoelend. Zo invoelend dat ik mezelf met mijn handen in mijn zakken zag lopen, naar die hal, ‘om dat ding maar gewoon te gebruiken’. Maar het is eigenlijk niet waar. We zijn die bescheidenheid wel ontstegen.
Tekst: Anneke Kortleve
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Ik vind Rotterdam al te gek vanaf het moment dat ik er kwam wonen. Ik voel me thuis in deze stad en ik geniet van elke ontwikkeling alsof ik m’n kind groot zie groeien.
Ik heb niet altijd aan anderen kunnen overbrengen ‘wat er nou zo leuk is aan Rotterdam’. Zeker tien jaar geleden niet. Maar ik heb ook nooit echt de behoefte gevoeld om dat te kunnen. Misschien omdat het vaak een discussie ontketende waar ik zelf helemaal niet op zat te wachten. Ik ben gewoon blij in Rotterdam. Het is een intrinsieke trotsheid die voor mij geen vergelijking met een andere stad nodig heeft. Ook (internationale) belangstelling voor Rotterdam staat er los van.
Zijn we de bescheidenheid ontstegen? Kan hoor, maar ik schrik er een beetje van. Trek je dat namelijk door, kom je uit op verwaand. En dat is precies hoe ik Rotterdammers nooit heb gezien, en hoe ik mezelf ook niet wil zien. Als ik het bij iemand bemerk, ga ik er wat van zeggen. Please doe het ook bij mij.
Echt super dat er die markthal ook een goedkoop olijvententje is zeg…
Trek je niet zoveel aan van de wereld draait door joh.