Iedere week trakteert columnist Vincent Cardinaal op een stadse observatie. Deze week: een jeugdheld in kennelijke toestand.
Er zijn maar weinig plekken waar grote stadsromantiek zich fraaier manifesteert dan in een nachtwinkel. Mijn favoriet bevindt zich aan de Schiedamse Dijk, ingeklemd tussen de homokroegen tegenover het Maritiem Museum. Afgelopen zaterdag kwam ik er bij toeval terecht. Of nu ja, toeval – een aanval van regelrechte sugar rush deed me verlangen naar een blikje ijskoude gele Fernandes. Noem het een variant op omfietswijn. Of een enkeltje diabetes, dat kan eventueel ook.
Na de aanschaf besloot ik de drank ter plaatse te nuttigen en onderwijl de bezoekers van de nachtwinkel gade te slaan. Het fletse TL-licht, de ongeïnteresseerde Egyptenaar achter de kassa, de obligate TV-zender op de monitor waar niemand naar kijkt. En natuurlijk het eclectische klantenbestand – grillig stadstoneel. Terwijl de Pride buiten zijn lawaai maakte en het verkeer almaar doorraasde, zag ik in tien minuten de volgende mensen passeren aan de kassa van de avondwinkel.
Er waren twee meiden die ruziemakend binnenkwamen, eerst een tray Pisang-Ambon pakten, die dan weer inruilden voor energiedrank om ten slotte drie flessen wijn te kopen. Bij het verlaten van het pand maakten ze weer ruzie. Er kwam een jongen een paar minuten dralen om daarna met zachte stem aan de toonbank om condooms te vragen. De uitbater strafte hem door opzettelijk hard het zogenaamd niet te verstaan. Hij droop weer af. Een politieagent kocht sigaretten, een ambulancebroeder een Snickers. Een oudere vrouw kocht kattenvoer en liet per ongeluk een boer. Een blonde shemale kwam zich voorstellen als ‘Bonnie’ en probeerde drank los te peuteren bij de uitbater en daarna bij mij. Ze kreeg nul op rekest.
Net toen ik mijn fiets losmaakte, stapte er een man binnen. Middelbare leeftijd, leren jack, trainingsbroek. Ik herkende hem direct – het was Theo Wesselo, in een vorig leven beter bekend als Rembo (van Rembo) en nu soms actief als Hausmagger. Wesselo loopt wel vaker door de stad, geregeld ook in kennelijke toestand. Het is algemeen bekend dat hij een aparte kostganger is. Maar toch schrok ik deze keer van de aanblik van mijn jeugdheld. Een man die mij leerde dat je boven alles recalcitrant in het leven moet staan. En jezelf ook niet zo serieus niet nemen.
Wesselo gleed bijna uit toen hij de goedkoopste halveliterblikken bier probeerde te pakken. Bij de kassa moest hij geholpen worden door een ander met het tellen van zijn geld. Verdwaasd keek hij een paar tellen naar zijn eigen spiegelbeeld alvorens zijn pad te vervolgen. Op de stoep maakte hij ruzie met wat voorbijgangers. Daarna zag ik hem langzaam weer in de stad verdwijnen. Hij liep er opvallend wijdbeens bij, alsof er een genante blessure in het spel was.
Ik keek naar mijn lege blikje Fernandes. Zo laat nog die troep naar binnen klokken, moederziel alleen. Nam ik mezelf eigenlijk wel serieus genoeg? Dit overpeinzend stapte ik op de fiets. Ik nam me voor beter voor mezelf te zorgen. Toch liet ik er direct een keiharde boer bij. Ik grijnsde bij de geschrokken blikken van wat omstanders. Ik zal het wel nooit leren.
Al 8 reacties — discussieer mee!
Is de moraal van dit verhaal dat je, als je goed oplet, soms, af en toe iemand die op tv een keertje is geweest, kan tegenkomen op straat of in een winkel, al of niet in kennelijke toestand? In dat geval vind ik het een raar verhaal.
Stadsromantiek … het besef dat je in een stad bent.
Denk dat dat de ware moraal is van dit verhaal.
Een bekende tegenkomen is mogelijk ; je woont natuurlijk in een grote stad. Dat hoort erbij , en kijk je als stadbewoner niet van op.
Bij echte nachtwinkels denk ik toch eerder aan eentje die minstens tot 06u open is, en laten we daar nou niet 1 van hebben in de stad !. Maar idd ‘avondwinkel’ Alexia aan de Schiedamsedijk is ook mijn favoriet, al zeg je dat natuurlijk snel als je er om de hoek woont. Na een paar keer voor een gesloten deur te hebben gestaan -voor m’n alcoholische versnaperingen- heb ik er zelfs voor gezorgd dat ze nu op zondagen tot 01u open zijn (was 12u), en tegenwoordig zelfs tot 02u op vrijdag en zaterdag !. Kleine maar fijne stapjes richting de ‘echte’ 24-uurs economie, proost !.
Tjemig Vincent, dat jij of all people mensen te kakken zet omdat ze dronken in de nachtwinkel staan vind ik op zijn zachtst gezegd hypocriet. Theo is een held, die van zijn drankgebruik geen geheim maakt. Beetje makkelijk dit. (En een sugar rush krijg je van een teveel aan suiker, niet van een tekort.)
What-a-load-of-old-shit Tara !.
Hij zet niemand te kakken… t’is een oberservatie, niets meer niets minder. Ow enne: proost he ! (burp).
Maar gelukkig dronk je zelf alleen maar wat Fernandez…ofzoiets…
Schiedamse Vest moet zijn Schiedamsedijk.
Ik hou van avondwinkels. Shoutout naar die op de Willem Ruyslaan (de gezelligste) , alle Sjako’s en de sjaggo gasten op de Goudse Rijweg.