Ga naar de inhoud

De Ballen van Rotterdam, en een heel erg roestig Ding

Met de komst van Olafur Eliassons ‘Kissing Earth’ krijgt Rotterdam er in 2015 een sculptuur van internationale allure bij. De gemeente betaalt vijf ton aan het nieuwe werk, terwijl er op nog geen kilometer afstand een ander internationaal icoon staat te verroesten. Vers Beton dook in het hoofdpijndossier van de Naum Gabo.

Naum_Gabo-Rosanne-Dubbeld-1
Z.T. | Naum Gabo | Foto: Rosanne Dubbeld

Vorige week presenteerde Rotterdam vol trots zijn ‘nieuwste icoon’. De internationaal gerenommeerde kunstenaar Olafur Eliasson gaat een ‘nieuw baanbrekend beeld’ maken voor Rotterdam Centraal. Het budget voor het kunstwerk is 1,5 miljoen euro, waarvan vijf ton van de gemeente. Omdat het om een voorlopig ontwerp gaat, is nog onduidelijk hoeveel het kunstwerk precies gaat kosten. Het stadhuis is lyrisch en gelooft dat het beeld een nieuwe magneet voor internationale publicaties, hippe lijstjes en hordes toeristen wordt.
Een roestig Ding
Pijnlijk is wel dat op nog geen kilometer afstand van de nieuwe ‘ballen van Rotterdam’ het grootste constructivistische kunstwerk dat ooit in de openbare ruimte is geplaatst, staat te verroesten. Daar staat namelijk ‘Z.T.’ (zonder titel) van Naum Gabo. Ook wel ‘Het Ding’ of ‘De Gestileerde Bloem’. Deze wereldberoemde sculptuur van maar liefst 26 meter hoog en 40.000 kilo zwaar prijkt in menig kunstgeschiedenisboek. Het werd in 1957 geplaatst als ‘onderdeel’ van de nieuwe Bijenkorf van Marcel Breuer. Ondanks dat het beeld voor Gabo vooral een ‘ideologische bijdrage tot het constructivisme’ was, symboliseerde het voor veel Rotterdammers de wederopbouw van de vernietigde stad. Tevens functioneerde de metershoge sculptuur als ‘landmark’ van de nieuwe chique Coolsingel; die binnenkort onder leiding van West8 volledig op de schop gaat.
Kwetsbaar icoon
Ondanks dat Gabo zelf toezicht hield op de uitvoering, bleek Het Ding van staal, buis en draadgaas van meet af aan kwetsbaar. Amper drie jaar na plaatsing vertoonde het al roestplekken. Tijdens de herstelwerkzaamheden vatte het dekzeil rond de steigers ook nog eens vlam en stond het beeld tien minuten in brand. Ondanks de hoge kosten besloot de Bijenkorf ook die schade te restaureren. Naum Gabo kwam letterlijk met de schrik vrij en waagde zich nooit meer aan zo’n grote sculptuur: “De moeilijkheden met deze sculptuur hebben mij wel wat huiverig gemaakt voor een tweede werk van deze omvang.”
De Bijenkorf voerde in 1997 nogmaals een grootschalige restauratie uit, maar dit heeft niet kunnen voorkomen dat het beeld er nu erbarmelijk bij staat. Door slecht onderhoud en het gebruik van onjuiste materialen bij herstelwerkzaamheden neemt de verroesting inmiddels groteske vormen aan. Voorbijgangers begrijpen niet dat het niet wordt gerestaureerd. Dhr. Van der Kooij (64): “Ze zullen toch een keer moeten? Deze sculptuur is gezichtsbepalend voor de stad!” Anderen stuiten toch de kosten tegen de borst. Mevrouw Nauta (65): “Ik was bij de onthulling, maar heb geen nostalgische gevoelens. Als de restauratie veel geld kost, kunnen ze beter iets van een jonge, Rotterdamse kunstenaar neerzetten.”
Naum_Gabo-Rosanne-Dubbeld-2
Z.T. (Zonder Titel) | Naum Gabo | Foto: Rosanne Dubbeld

Een kwestie van eigendom
Maar bij die ‘ze’ ligt in dit dossier precies de crux. De Bijenkorf was eigenaar van zowel het gebouw als het beeld en in 2006 wordt de Bijenkorf verkocht aan IEF Capital (een joint venture van Bouwfonds Real Estate Investment Management van de Rabo Vastgoedgroep en Inflation Exchange Fund [IEF]). De nieuwe eigenaar krijgt er – volgens direct betrokkenen tot hun eigen verbazing – de sculptuur bij cadeau. IEF Capital laat in 2008 netjes een restauratieplan maken. Geschatte kosten: €700.000 à €800.000. Dat is voor de aandeelhouders een brug te ver, tot een financieringsplan komt het dus nooit.
Ook de gemeente Rotterdam geeft er voorlopig geen euro aan uit. Dat kunnen ze ook niet, aldus de woordvoerster van wethouder Visser. “De wettelijke onderhoudsplicht van kunst in de buitenruimte in particulier bezit is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de desbetreffende eigenaar. We kunnen alleen ingrijpen als de veiligheid in het geding is. En daarvan is geen sprake.” Wel geeft de gemeente aan al langere tijd in gesprek te zijn met IEF Capital, maar ze vangen daarbij naar eigen zeggen bot. “Ondanks toezeggingen van de eigenaar om met een projectplan te komen, en om de financiering (in ieder geval gedeeltelijk) te regelen, blijven concrete vervolgstappen uit.”
Een patstelling
IEF Capital is terughoudend in commentaar en geeft aan dat het beeld “hun aandacht heeft”. Dit wekt de suggestie van een patstelling, die ondanks goed bedoelde burgerinitiatieven, een heuse Naum Gabo vriendenstichting en geruchten over betrokken Rotterdamse haven- en chemiebaronnen muurvast zit. Opvallend is dat het dossier bij vrijwel alle betrokkenen zeer gevoelig ligt en tot verkrampte reacties bij beleidsmakers leidt. Anoniem mopperen ze dat de Gabo al lang geen ‘private kwestie’ meer is en juist met de naderende viering van 75 jaar Wederopbouw in 2015 en 2016 een zaak van Rotterdams cultureel erfgoed is.
Johan Moerman, directeur van Rotterdam Festivals en verantwoordelijk voor het feestjaar, is dan ook niet blij. “Rotterdam heeft twee monumenten die het verhaal van de stad in grote gebaren samenvat: de nog steeds indrukwekkende wanhoop van Zadkines ‘De Verwoeste Stad’ en het krachtige vooruitgangsgeloof van de wederopbouw in de Naum Gabo. De Zadkine staat er prachtig bij, maar de Gabo is er slecht aan toe. Bij de restauratie zal het ongetwijfeld over geld gaan en ik wil daar, in een tijd dat zowel steden als winkeliers het moeilijk hebben, niet licht over doen. Maar toch moet er wat gebeuren, het beeld is er simpelweg te belangrijk voor.”
Een gegeven paard…
Moet de gemeente in een tijd van internationale aandacht voor de stad, grote uitgaven aan nieuwe sculpturen, een naderend feestjaar en voortslepende onderhandelingen tussen de publieke en private macht dan maar besluiten de kosten voor de restauratie op zich te nemen? Die politieke beslissing had in ieder geval een heel stuk eenvoudiger geweest als de stad het beeld eerder als schenking had aanvaard. De vorige eigenaar van Het Ding schonk het beeld, net als Zadkines ‘De Verwoeste Stad’ meerdere malen aan de stad. De schenking werd echter niet aanvaard, uit angst voor de hoge restauratiekosten.
Volgens Jan Riezenkamp, oud-directeur-generaal van het Ministerie van OCW en een van de weinigen die zich over het dossier wil uitspreken, is ook de nieuwe eigenaar het beeld liever kwijt dan rijk. “De gemeente jokt als het zegt dat het niets kan doen aan de situatie rond de Gabo. De huidige eigenaar wil het beeld graag cadeau geven aan de stad, maar de gemeente wil dat nog altijd niet vanwege de restauratiekosten.” Of de gemeente geld zou moeten uitgeven, is volgens hem een politieke keuze. “Dat hangt er helemaal van af hoeveel belang je hecht aan het beeld en hoe je het afzet tegen andere gemeentelijke uitgaven.”
Er kan veel meer
Volgens Riezenkamp kan de gemeente echter meer doen om de impasse te doorbreken. “De gemeente zou haar medewerking moeten verlenen aan een fiscale constructie, waardoor het eigendom wordt verkocht aan een zogenaamde culturele anbi. Zo ontstaat er belastingaftrek voor de huidige eigenaar. Dat zal niet genoeg zijn om de kosten van de restauratie te dekken, maar dit kan wel bijdragen aan de voortgang van de onderhandelingen.” Het resterende, benodigde bedrag komt misschien wel in de buurt van andere uitgaven die de stad nu doet aan beelden in de openbare ruimte. Of wat daarvan overblijft als dat ontwerp definitief wordt.
De gemeente en Sculpture International Rotterdam (SIR), verantwoordelijk voor het onderhoud van beelden in de openbare ruimte, bevestigen niet dat de huidige eigenaar het beeld aan de stad wil schenken. Dees Linders van SIR: “Ik hoorde juist dat de eigenaar het beeld nu weer in eigen bezit wil houden.” Ze benadrukt dat SIR na jarenlange actie en de oprichting van een vriendenvereniging niet meer aan zet is. Ze sprak met de gemeente af “geen actie te ondernemen tot het komende (cruciale?) gesprek.”
Dat gesprek zou begin december moeten plaatsvinden, net op tijd voor de viering van “een van de meest energieke en daadkrachtige periodes uit de geschiedenis van Rotterdam”. Riezenkamp: “Wat mij vooralsnog opvalt is dat de gemeente uit vrees voor de financiële gevolgen volstrekt passief is. Het lijkt erop dat iedereen wacht tot de ander met de ogen knippert, en intussen wordt het dossier dikker en verkommert de sculptuur.” Moerman hoopt toch op een snelle oplossing: “Als de restauratie dan toch moet gebeuren, waarom dan niet snel, zodat we de Gabo tijdens de viering van 75 jaar wederopbouw weer terug hebben in de staat zoals hij op oude foto’s staat: glorieus schitterend naast de al even monumentale Bijenkorf.”

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

  • Het stiekem afschaffen van de Percentageregeling voelde voor Rotterdamse kunstenaars als een brute straatroof

    • Kunst en Cultuur

    Siebe Thissen breekt een lans voor het opnieuw invoeren van de Percentageregeling Beeldende Kunst, die de gemeente in 2005 stilletjes (of onwetend?) afschafte. Met de regeling mag 1% van de gemeentelijke bouwkosten worden besteed aan het verfraaien van gebouwen en beeldende kunst.

  • “In de Rotterdamse cultuur worden de grote organisaties groter en de kleine kleiner”

    • Kunst en Cultuur

    Hoe moet het verder met kunstenaarscollectief TimeWindow in het Zomerhofkwartier, nu het geen geld meer krijgt uit het Cultuurplan? Mede-oprichter Jette Schneider ziet het somber in: “Over niet al te lange tijd hebben we nieuwe manieren nodig om makers in de stad te houden. Want voordat je het weet verdwijnt die mooie, creatieve, slagvaardige cultuur uit de stad.” Een interview.

  • Niet lullen maar luisteren met filosoof Miriam Rasch

    • Kunst en Cultuur

    Filosoof Miriam Rasch vroeg zich af: wat betekent luisteren precies? Hoe luister je goed? Ze onderzocht het in haar boek Luisteroefeningen. Met een typisch Rotterdams klanklandschap op de achtergrond – een graafmachine, sirenes, optrekkende auto’s – pleit Rasch voor aandachtig luisteren, naar elkaar én naar de stad. “Als je al tien jaar in Rotterdam woont en je hebt nog nooit een racende auto gehoord, heb je dan wel echt een relatie met de stad?”

  • Alle artikelen

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam