In de presentatie van de facelift voor het Oude Westen wordt de waarde van de huidige bewoners en de wijk ontkend. Daarmee creëert de woningcorporatie al bij voorbaat afstand tussen oude en nieuwe bewoners, vindt Joke van der Zwaard.
‘Het Oude Westen krijgt smoel’ is de kop van de informatiekrant waarin woningcorporatie Woonstad haar recente bouwprojecten van koopwoningen en een aantal (aspirant)bewoners presenteert. Had het Oude Westen dan nog geen gezicht? Dat dachten we toch wel. Een gezicht waar je een rijk en afwisselend leven met ups en downs van af kunt lezen. Lachrimpels, een zorgenfronsje, wat overblijfselen van jeugdpuistjes, een wratje met een alsmaar terugkomende eigenwijze heksenhaar, kritische ogen, een brutale mond en zachte zoenwangen.
Een karakteristiek getekend gezicht dat, afhankelijk van de lichtinval en het perspectief, er heel verschillend uit kan zien. Voor ouwe getrouwe bewoners is het de wijk die ze voortdurend hebben zien veranderen en die toch ook op een bepaalde manier hetzelfde bleef: een wijk met vertrouwde vreemden. Voor Chinese nieuwkomers uit de hele stad is het de plek waar ze de Nederlandse taal kunnen leren.
Problematisch en verborgen pareltjes
Door de nauwe koker van een veiligheidsmonitor gezien was het een problematische plek, daarna wat minder maar nu weer wat meer. Voor zwerfkatten is het de wijk waar altijd wel iemand een bakje eten buiten zet. Voor meeuwen is het Oude Westen een multiculturele supermarkt. Voor de groenliefhebber is het een stenige wijk met onverwachte en verborgen pareltjes. Voor de uitgaander en de straatvoetballer is het een rijk gevulde snoepwinkel en voor de rollateur en naaldhakker is het een struikelwijkje.
Voor elk kapsel is er een kapsalon, voor elk budget een bakker en dames met schoenmaat 45 kunnen er ook terecht. Een wijk waar je op straat van talloze soorten talen en afhaalmaaltijden iets kunt oppikken. Een wijk met een geschiedenis die veel verder terug gaat dan de nulmeting in de laatste beleidsnota van de woningcorporatie, de tijdelijke welzijnsinstelling of de zoveelste nieuwe gemeentelijke instantie.
Zo’n wijk wordt alleen maar lelijker door een standaard facelift van een paar straten met middenklassewoningen die alle wijken op elkaar doet lijken en die lonkt naar een nominatie voor bakfietswijk.
Zo’n facelift is iets voor vergane glorie B-filmsterren en foute politici als Berlusconi en Poetin. Gezichten zonder uitdrukking met een enge grimasglimlach.
Door nieuwe huizen en bewoners te introduceren als het gewenste nieuwe gezicht van de wijk, creëer je afstand tussen oude en nieuwe bewoners. Gewaardeerde mensen/wijken zijn gastvrije mensen/wijken. Zoals een facelift verslapt en vergrauwt, zo verliezen straten en pleinen die zonder overleg met bewoners worden opgeknapt en vergroend al snel hun glans.
De enige oplossing is dan een nieuwe facelift, want de eigen herstelkracht is eruit getrokken. Bewoners zijn betrokken en nemen zelf initiatieven, staat ook in de informatiekrant. Hier en daar doet Woonstad echt zijn best om samen met bewoners iets te ontwikkelen. Ook op dat mininiveau zit het ideaalplaatje van een gladgestreken leeftijdloze middenklassewijk in de weg. Dan krijgt de Bajonettuin toch niet de poort die past bij de sfeer die daar met omwonenden wordt opgebouwd. Plakstriptegels die pijn doen aan je ogen en die vloeken met de schoonheid van de hergebruik-aanpak van de tuin.
Oppoetsen ten koste van mensen
Om de nieuwe woningen te verkopen, moet de reputatie van de wijk worden opgepoetst. Dat straalt zo’n informatiefolder ook uit. Als dat oppoetsen ten koste gaat van de reputatie van de mensen die er al wonen, moet je niet gek opkijken dat er chagrijnig wordt gereageerd op de plannen en het verhaal. Nog los van het feit dat mensen eventueel praktisch worden benadeeld , omdat ze hun huis uit moeten vanwege de realisering van al dat moois.
Gewone mensen en wijken gaan stralen als je van ze houdt en waardeert zoals ze zijn en niet zoals ze volgens jou zouden moeten zijn. Door hun hart te winnen, win je ook hun hoofd en hun handen en die heb je hard nodig om de bijzondere kwaliteiten van het Oude Westen te behouden en verder te ontwikkelen.
Joke van der Zwaard schreef dit stuk voor de Buurtkrant Oude Westen. Ze is op 27 november te gast bij een nieuwe editie van ‘Denken over Links’ met als thema ‘Stad zoekt middenklasse’, over de voor- en nadelen van het trekken van ‘kansrijken’ naar de stad.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Begrijp uit dit artikel niet, wat nu de conclusie is. Wel of niet opknappen? Als het in overleg met de huidige bewoners gaat is het wel goed en anders niet? Feit is dat alles per definitie verouderd en onderhouden moet worden. Feit is ook dat er veel anders geworden is en dat er dus ook vernieuwd moet worden. In het Oude Westen met name is de afgelopen 40 jaar heel veel veranderd en zijn er heel veel nieuwe mensen komen wonen. Dus overleg met wie en waar zou dat dan naar toe kunnen leiden? Toch niet tot het behouden van al het bestaande?
Ik kan niet voor Joke van der Zwaard spreken, maar zelf lees ik in het artikel geen pleidooi voor het behouden van het bestaande per se. Het lijkt mij een terecht pleidooi voor het waarderen van het bestaande en het meenemen en serieus nemen van huidige bewoners in de toekomst van hun wijk. Dus geen eenvormige oplossingen en het projecteren van ideaal-typische bewonersgroepen op de wijk (wat de houvast is van veel professionals bij projectontwikkelaars, woningcorporaties en overheid), maar bouwen op en met de veelkleurige realiteit.
Voor verdere discussie met Joke van der Zwaard en andere sprekers bent u zeer welkom bij de Denken over Links bijeenkomst vanavond (27/11), zie voor meer informatie http://www.facebook.com/events/331979103653412.