Een staalkaart van wie er toe doet, dat is het trapveldje buiten op straat voor columnist Vincent Cardinaal. Dat er een Rotterdamse voetballer in Amsterdam belandt, is dat op straat alleen maar reden voor trots.
Afgelopen zomer presenteerde de Rotterdamse filmmaker Dirk Beers een documentaire, genaamd Bij Wat Ook Moog’ Gebeuren. Hierin worden drie jongens gevolgd die in de jeugd van Sparta voetballen. Op fraaie wijze schetst Beers het wel en wee van de wens om profvoetballer te worden. Ik bekeek de documentaire recent online omdat hij genomineerd was voor de Rotterdamse Persprijs 2014. Ik raad eenieder aan hetzelfde te doen. Een beetje googlen volstaat om hem te vinden.
Terug naar de film. Twee van de drie jongens zijn inmiddels teruggeworpen in hun droom. Maar de derde, daar gaat het crescendo mee. Anwar El Ghazi maakt sinds dit seizoen furore bij Ajax. Zo scoorde hij onlangs in Camp Nou tegen FC Barcelona. Niet slecht voor een jochie uit Rotterdam. El Ghazi is populair in de Rotterdamse straten. Zo bleek uit een kleine steekproef mijnerzijds.
Ik hoefde er slechts voor naar buiten te stappen. Sinds ik in de Agniesebuurt in Rotterdam-Noord woon, nu alweer acht jaar, zijn de voetballende kinderen op de hoek van de straat mijn kompas voor al wat populair is. Nergens krijg je een betere staalkaart van wie er toe doet dan op dit soort plekken. Toen ik zelf jong was, kwam de politie bij onraad ook altijd eerst bij mij en mijn maatjes buurten, aan de Paradijslaan in Crooswijk. Zo kwamen ze vanzelf wel te weten wie er op dat moment het hoogst in aanzien stond op straat.
Aangekomen bij het pleintje waar de buurtkinderen voetballen, vroeg ik direct aan een mannetje wat hij van El Ghazi vond. “Hij is koning, meneer!” Binnen no-time kreeg hij bijval van zijn vrienden. Dat El Ghazi in Amsterdam speelt, maakt ze niets uit. Ze kijken slechts naar wie de meeste trucjes beheerst. Ik bleef nog even staan kijken naar hun spel. Marokkaan, Antilliaan, Surinamer, Hindoe, ‘Nederlander’ – het liep allemaal door elkaar. Het schold elkaar uit, ging bijna op de vuist maar applaudisseerde ook voor de brille van een geslaagde schijnbeweging. Als de multiculturele samenleving ergens geslaagd is, dan wel op het voetbalveld. Of het nu op gras of op steen is.
Teruglopend naar mijn huis dacht ik aan het ventje dat ik ‘Afellay’ noemde. Als ik hem al fietsend door de straat zag riep ik luid ‘Hey Afellay!’ Als dank kreeg ik een grijns en een gebalde vuist als antwoord. Daarna gaf hij zijn tegenstanders het nakijken.
Dat is inmiddels jaren geleden. Tegenwoordig zie ik ‘Afellay’ dag in, dag uit hangen voor de plaatselijke Aldi. Hij is een lange slungel geworden. Altijd heeft hij een blikje goedkope energydrank in zijn hand. Voetballen is er niet meer bij.
Als ik in de namiddag sta te koken, hoor ik door het openstaande raam hard gelach van het voetbalpleintje komen. Er is vast iemand genadeloos gepoort. Terwijl ik risotto in de pan doe, hoop ik dat deze ‘El Ghazi’s’ er in slagen om wel enthousiast voor het leven te blijven. En dat ‘Afellay’ op een dag weg is voor de Aldi.
Wekelijks trakteert columnist Vincent Cardinaal op een stadse observatie.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Leuk stuk.
In mijn tijd werd de rangorde op straat ook bepaald door je voetbalvaardigheid.
Misschien gaat die lange slungel wel gewoon een keer bij de Aldi naar binnen om te werken.
Kan ook !
Over multicultureel voetballen. In mijn tijd was er een Hindoestaanse club, die altijd thuis won, maar nooit kampioen werd.
Tijdens één van de wedstrijden zei de scheids (een oud leerling van me) na mijn protest over het afkeuren van een glaszuiver doelpunt.”Ja, meneer. Zo gaat het nu eenmaal!”
We liepen iets later van het veld, maar dat was geen probleem. Winnen is winnen.
Club heeft trouwens schitterende Rotterdamse shirtjes en het Eerste speelt nooit in de 4e klasse (onpartijdige scheids?)
Lekker makkelijk gezegd, alsof ze iedereen aannemen bij de Aldi als je maar lang genoeg voor de deur blijft wachten.. Het is geen eerste kamer 😉
Hoe weet jij dat ik 10 jaar bij Geert Wilders voor de kamer heb gehangen? Zonder blikje dat wel 🙂