Na Kampen, Eindhoven, Tilburg en Amsterdam krijgt ook Rotterdam een eigen asodorp. Wethouder Joost Eerdmans (Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte) legde deze week een plan neer bij de gebiedscommissies.
Het gaat om 10 tot 20 containerwoningen die vanaf 2017 geplaatst worden. De locatie is nog niet bekend, maar Eerdmans heeft wel al dertig potentiële bewoners in gedachten. Het gaat dan om probleemburen die langdurige en hevige overlast in hun huidige woonwijk veroorzaken.
Toen Eerdmans het idee voor het eerst opperde tijdens de verkiezingscampagne van Leefbaar Rotterdam, stuitte hij op veel weerstand, ook van huidige coalitiepartijen D66 en CDA. Inmiddels is er toch een meerderheid voor de asowoningen. Dat wil niet zeggen dat iedereen er brood in ziet. Michel Vols (docent RUG) verricht onderzoek naar overlast in Nederland en plaatst een hele rits kanttekeningen bij het plan. Volgens hem wordt het probleem alleen maar onder het tapijt geschoven. Hij trekt parallellen met de negentiende-eeuwse heropvoedingskampen in Drenthe.
Asociale gezinnen werden hierheen verbannen en droegen vaak generaties later nog een stigma met zich mee.
In Tilburg wordt de asowijk als succes beschouwd. Een tussenevaluatie vanuit de gemeente concludeert dat het project overlast terugdringt en dakloosheid van de stennisschoppers voorkomst. De ervaringen van de bewoners van verschillende asocontainers zijn wel wisselend, blijkt ook uit deze aflevering van 3Onderzoekt.
Het eerste asodorp is in de jaren negentig voor het eerst in Denemarken gerealiseerd onder de naam Skaeve Huse. Met matig resultaat: slechts 6 van de 89 oorspronkelijke bewoners waren na vier jaar verhuisd naar een gewone woning. Ook in de Nederlandse varianten van de Skaeve Huse is de doorstroom naar normale woonwijken beperkt. Maar dat lijkt ook niet het hoofddoel van Eerdmans: “Als mensen niet leren zich normaal te gedragen, blijven ze daar,” zei hij tegen het AD.
Al 22 reacties — discussieer mee!
Natuurlijk zijn historische vergelijkingen altijd zinvol, maar ze moeten niet mank gaan.
Het onmaatschappelijke gedrag zoals beschreven in genoemde boeken en het zeer leesbare Pauperparadijs van S.Jansen (ze lijkt echt op haar voorouders) was nochmaals tegenwoordig geaccepteerd gedrag en het uitgangspunt was en bleef heropvoeding van hele grote groepen mensen.
In de o.v. dorpen (we hebben het over 89 mensen in Denemarken) moet de focus liggen op leefbaar maken van hun omgeving.
En wat mij betreft ook op preventie d.m.v. afschrikking. “Nog één keer en je mag zelf tussen overlastgevers gaan wonen”
Ik kan me trouwens voorstellen dat in deze ook de rechter kan en mag beslissen iemand in een o.v.dorp te plaatsen.
Een matig resultaat in Denemarken, want slechts 6 van de 89 kl…zakken die hun omgeving terroriseerden, mochten later nog een poging wagen.
Wederom staat de dader centraal en zijn de slachtoffers secondair.
89 straten, flats of portieken zijn verlost van een kwelgeest die het leven van zijn/haar buren tot een hel maakt. Prima resultaat.
Het zal je maar overkomen: Iedere dag keiharde muziek naast je, pissen kotsen in de hal, bedreigen en lastigvallen, drugsklanten de hele dag voor je huis etc.etc.
Bij het plaatsen in een aso woning gaat men niet over één nacht ijs.
Het zijn recidivisten, die hun laatste kans krijgen.
Het staat buiten kijf dat burenoverlast een serieus probleem is, zowel voor de directe omgeving als de maatschappij in het algemeen. Er moet dan ook zeker worden gezocht naar een effectieve oplossing om deze ‘probleemburen’ aan te pakken. Of asodorpen hierin een oplossing bieden betwijfel ik echter. Ter aanvulling op de kritiek waar hierboven naar verwezen wordt, kan ik namelijk vanuit mijn achtergrond als gedragswetenschapper en specialist in gedragsverandering bij het Rotterdamse Maverick ook de nodige redenen aandragen waarom de asodorpen een slecht initiatief zijn en het probleem op de lange termijn alleen maar vergroten.
Om te beginnen is het al lang bekend dat de mens niet één identiteit heeft. Je bent niet alleen een Rotterdammer, je bent ook een Nederlander, broer of zus, jazzliefhebber, vrijwilliger bij het Rode Kruis, et cetera. Afhankelijk van de situatie omschrijven wij onszelf aan de hand van deze categorieën (zelf-categorisatie theorie). We ontlenen ons zelfbeeld en eigenwaarde aan de groepen waartoe wij onszelf rekenen (sociale identiteitstheorie). Ook hoe andere mensen ons zien en benaderen heeft invloed op hoe wij onszelf zien. We handelen, denken en verwerken zelfs informatie op zo’n manier dat het in overeenstemming is met onze zelfdefinities. Verder bestaat er het proces van zelfstereotypering waarbij men zichzelf beschrijft in stereotypische kenmerken van een specifieke groep . Wie wij zijn en hoe we ons gedragen is dus afhankelijk van hoe wij onszelf én hoe anderen ons zien.
Het spreekt voor zich dat asodorpen een vorm van maatschappelijke uitsluiting zijn. Uitsluiting heeft vergaande negatieve gevolgen voor een individu, zelfs wanneer iemand niet eens bij de groep wilt horen waaruit hij of zij verbannen wordt . Gevolgen van uitsluiting op groepsniveau zijn vaak dat er binnen deze groep meer cohesie en drang tot conformisme ontstaat; mensen die afwijken worden genegeerd of tot aanpassing gedreven.
Met een asodorp komt er een duidelijke tweedeling tussen de ‘normale maatschappij’ en de ‘aso’s’. Dit heeft een sterke en vergaande verandering in de zelfdefinitie tot gevolg. Er zullen twee kampen ontstaan en volgens de realistic group conflict theory leidt dit alleen maar tot intensivering van het probleem: de groepscohesie versterkt, de afstand tussen de groepen wordt groter en conflicten kunnen de meest extreme vormen aannemen.
Wat betekenen deze mooie theorieën nu voor het voorstel Joost Eerdmans? Wanneer dit voorstel doorgang vindt, wordt er een sociale buitenklasse gecreëerd: de aso’s. Mensen die worden ‘verbannen’ naar asodorpen, zullen zichzelf als zodanig gaan definiëren, zich hier vervolgens naar gaan gedragen en het probleem zal dus toenemen. Als gevolg van het gevoel van verbanning maar ook het toebehoren aan een groep die in conflict is, zal de identificatie met deze groep en de groepscohesie toenemen, evenals de druk hieraan te conformeren. En dan laat ik nog even buiten beschouwing wat voor gevolgen dit heeft op de ontwikkeling en sociale labelling (lees: hardnekkig stigma) van kinderen die in deze situatie zullen opgroeien. Kortom, het probleem wordt alleen maar groter, een klassiek voorbeeld dus van een neerwaartse spiraal.
En een weg terug uit een dergelijk geëscaleerd conflict? Aan alle aan mij bekende voorwaarden voor verzoening van groepen kan niet worden voldaan in deze situatie. De slechte situatie die gecreëerd zal worden, zal dus weinig hoop bieden op een weg terug.
Ik denk dus dat Joost Eerdmans het voorstel voor zijn asodorpen nog eens nader moet bekijken alvorens hij het proces van bewuste gettovorming in gang zet.
Interessant om te zien dat in deze 2 reacties punten genoemd worden waar ik achter kan staan.
Enerzijds ja, de normale mensen die wel weten hoe ze zich moeten gedragen in de maatschappij hebben nu minder overlast te verduren.
Anderzijds, ja de stigma’s voor de kinderen is een probleem. Echter, de reden dat de ouders daar terecht zijn gekomen, daar moet niet te licht over gedaan worden vind ik. Ze alleen in een asodorp dumpen lost het probleem niet op, want de volgende generatie zal net zo ontspoord opgroeien. Dus, logischerwijs ligt de oplossing in de opvoeding. Van zowel de ouders als de kinderen.
Socialiseren is een belangrijk onderdeel van iemands opvoeding. Als hij/zij niet weet hoe zich te gedragen in een maatschappij, dan zou daar, naast het apart zetten, óók iets aan gedaan moeten worden. De term ‘heropvoeden’ is dan weer zwaarbeladen, want daar kleeft iets aan als ‘Siberisch of Noord-Koreaans heropvoedingskamp’. Toch denk ik dat het slim is om er een eigen, positieve, Nederlandse invulling aan te geven, in de vorm van begeleiding met als doel re-integratie. Gewoon dumpen en loslaten/negeren is in mijn ogen niet de oplossing, want dan zou meneer van der Roest’s klassieke voorbeeld van een neerwaartse spiraal waarheid kunnen worden.
Er zal hier ook wel een parallel zijn met het nut van gevangenisstraffen, wat bij mijn weten zoveel inhoudt als ‘hoe langer de straf, hoe kleiner de kans op resocialisatie’. Ik kan me niet voorstellen dat aso’s bij elkaar zetten ervoor zorgt dat het gemiddelde opeens omhoogschiet, zelfs niet met begeleiding.
De grote vraag is dus: op welke ervaringen / onderzoeken baseert Eerdmans zich voor zijn besluit? En hoe pareert hij de cijfers die zijn beleid juist tegenspreken?
(het voelt allemaal een beetje als voor de bühne voor mij, spierballenpolitiek en alles)
Inderdaad, ik vind persoonlijk dat de primaire focus moet liggen op de slachtoffers; de overlast moet zo snel mogelijk worden gestopt. De ‘nette mensen’ moeten niet de dupe worden van asociale mensen, en deze laatste groep hoeft ook niet perse met fluwelen handschoentjes te worden aangepakt. Maar ik denk wel dat we ons moeten focussen op het eindresultaat en nu lijkt het inderdaad meer op spierballenpolitiek. We moeten kijken naar de meest effectieve manier om het gedrag van deze ‘aso’s’ op blijvende wijze te veranderen en altijd met re-integratie als einddoel. Het antwoord heb ik hier ook niet 1-2-3 voor handen, daar zou gedegen onderzoek naar gedaan moeten worden. Een dergelijk onderzoek met een daaruit voortkomende interventie zou zeker de moeite waard zijn en zich op de lange termijn ruimschoots terug betalen, in de breedste zin van het woord. Ik hoop dat Joost Eerdmans dat ook inziet, en dat hij bereid is pragmatiek- in plaats van spierballenpolitiek te bedrijven.
Lastig punt is dat ‘aso’ een normatief begrip is en de invulling nogal afhangt van waar ‘wij’ als samenleving mee om kunnen/willen gaan.
Deze discussie is niet nieuw. In de jaren 1914-1970 is al op diverse plekken in Nederland geëxperimenteerd met aparte wijken voor de opvang van wat men toen ‘onmaatschappelijke gezinnen’ noemde. In Rotterdam heeft onder andere het Brabantse dorp een tijdje als zodanig gefunctioneerd. Het Rotterdams Jaarboekje van 2000 bevat een artikel van historicus Dick Rackwitsz over de ‘beschavingsarbeid’ in dat noodwoningencomplex. Een aanrader.
Beste D. van der Roest
De hele redenering geldt ook voor gevangenissen zoals Inge verder ook al stelt. Ook maar afschaffen?
Het draait echt om het uitgangspunt. Wat staat centraal resocialisatie of voorkomen overlast. Een politieke keuze die ik duidelijk maak.
Mensen die in een aso container (klinkt nog enger) mogen wonen, krijgen een extra kans, omdat resocialisatie ongetwijfeld al vele malen geprobeerd is.
Als ze die niet pakken : Eigen schuld dikke bult!
Er wordt geen sociale buitenklasse gecreëerd, die creëert zichzelf.
Het gebruiken van zielige kinderen en een overdrijving als gettovorming in een polemiek is eigenlijk net zo zwak als een veronderstelling van mijn kant, dat D van der Broek zijn theoretische kennis klaarblijkelijk nog nooit in de praktijk heeft moeten toepassen.
Eerdmans is ingehuurd c.q. op gestemd om spierballenpolitiek te bedrijven.
Het eindresultaat is : Einde aan de overlast en het teruggeven van een leefbaar (vandaar natuurlijk) bestaan aan vele mensen die dagelijks gebukt gaan onder de overlast van anderen.
Ieder uur van de dag en nacht geluidsinstallatie op zijn hardst.
Kotsen, pissen in het portiek.
Brievenbussen anderen proberen te legen.
Gemeenschappelijke deur intrappen als je de sleutel vergeten bent.
Buren (ook de kinderen) bedreigen.
De hele dag “klanten” (al of niet luidruchtig) over de vloer.
Uitschelden en lastigvallen van bezoek buren.
Niet betalen van huur.
Laten vervuilen van je woning zodat er ook ongedierte ook bij de buren komt.
Veel “luidruchtige” feestjes geven met vrienden, die niet sociaal zijn.
Wat vind je Melissa?
Zijn twee of drie van de bovengenoemde verschijnselen voldoende voor huisuitzetting?
Weet je dat zelfs de politie nu advies geeft om maar te gaan verhuizen? Die beoordelen het normbesef van de burgens trouwens. Daarnaast mag iedere aso zijn gedrag door de rechter te laten toetsen na plaatsing in een overlastvoorkomende (mooi hè?) woning.
De vergelijking gaat volkomen mank. Heb je het boek gelezen Anne?
In de door jouw genoemde periode zaten we nog midden in de verzuiling en werd eigenlijk iedereen die niet tot je zuil behoorde als buitenstaander gezien.
Wat toen als onmaatschappelijk gezien werd is nu volkomen geaccepteerd.
Niet werken, seks buiten het huwelijk, niet dagelijks onder de douche, je kinderen tot laat op straat laten spelen b.v.
Ik zou er zeker niet graag naast willen wonen en vind het ook een serieus probleem.
Toen ik studeerde, jaren negentig, woonde een verdieping lager een mevrouw van vijftig die – zo bleek later – haar uitwerpselen niet doorspoelde, maar zorgvuldig inpakte in krantenpapier en opstapelde. Haar huis was er helemaal mee volgebouwd.
Als ze boodschappen ging doen of haar hondje ging uitlaten walmde het trappenhuis van verschrikkelijke parfum (?), haar haar was dun en oranjeroodgeverfd, je zag er grote kale plekken doorheen. Ze groette je nooit. Toen haar hondje overleed zagen we haar niet veel meer.
Ze woonde op een etage van mooie stadswoning die mijn oom had gekocht in de jaren zeventig en had opgeknapt, hij woonde zelf beneden en ik dus boven. Zij mocht er wonen van de gemeente Amsterdam, zo ging dat toen nog, elke volgende huurder werd toegewezen vanuit de gemeente.
Uiteindelijk is het mijn oom gelukt om haar uit het huis te krijgen. Ze vertrok naar Drente waar ze nog verre familie zou hebben, we hebben nooit meer van haar gehoord. Ik heb nog jaren op die verdieping gewoond, de een zijn…
Toch moet die mevrouw ergens wonen. Ze was geeneens aso, ze kon het niet echt helpen, ze had haar leven vooral niet meer onder controle. Ik vond het oneerlijk dat mijn oom de zorg voor haar in zijn schoenen kreeg geschoven, het heeft hem veel geld en zorgen gekost.
Ik ontken dus niet dat mensen die overlast bezorgen vervelend zijn, dat je er niet naast wilt wonen en dat je er ook iets tegen moet doen. Maar ik vind ‘overlast’ een lastig begrip, hoe trek je een grens? De een is gevoeliger dan de ander, wij hadden uiteindelijk het meeste last van die vreselijke parfum in het trappenhuis – daar kun je iemand toch niet voor uitzetten.
De studenten naast ons houden ons soms de hele nacht wakker met luid gezang, d’r is er ook eentje die de hele zondag zit te boren, en van uren babygejank krijg ik enorm de zenuwen. Dat hoort er nu eenmaal bij, zeker in de stad.
Feit is: we zitten in NL met ongelofelijk veel mensen op een kluitje en zitten elkaar dus voortdurend in de weg. Voor niemand meer last heeft van een ander, moeten er een he-le-boel verhuizen :-). Dus ergens moeten we toch in zekere mate zien te leven met de overlast die anderen bezorgen.
Ik vind je lijstje overigens wel redelijk goed de grens aangeven, maar ook een ander punt duidelijk maken. Het zijn vrijwel allemaal behoorlijk agressieve gebeurtenissen (pissen in portiek bijv), het gaat niet zozeer erom dat mensen zich niet aanpassen aan anderen (aso), maar zichzelf veel ruimte toe-eigenen. Overlast is wel het gevolg, maar misschien niet eens de kern van het probleem. Je bent misschien niet zozeer kwaad vanwege de overlast die deze mensen opleveren, maar vooral omdat ze kennelijk vinden dat de wereld van hen is, en dat de rest van de wereld zich maar moet aanpassen, goedschiks of kwaadschiks. Dat is dan weer een heel ander soort geval dan onze overlast-mevrouw in Amsterdam, die zich het liefst terugtrok en onzichtbaar bleef.
Waarom is dat niet vergelijkbaar Ronald? Okay, onze normen van overlast zijn veranderd, maar het is wel een goed voorbeeld van hoe we omgaan met mensen die afwijken van de heersende norm. Hielp het?
Mooi onderwerp voor de volgende Oude Koeien 🙂
Uiteraard vind ik dat de buurvrouw die jij schetst niet in een overlastvoorkomende woning (vanaf nu o.v.woning) moet wonen, maar dient te worden opgenomen in een kliniek. Zij lijkt me iemand, die moet worden geholpen voor ze weer zelfstandig kan gaan wonen.
Laat ik een ander nog niet belicht aspect van de o.v. wijk noemen.
Het kan therapeutisch werken als je als aso plotsklaps via het gedrag van je buren wordt geconfronteerd met je eigen gedrag!
Misschien ontstaat er zo iets als empathie met je vorige buren (slachtoffers) Daar is trouwens wel iets van verstand voor nodig.
Denk dat het gebeurd is met die 6 Denen die hun gedrag veranderden.
Natuurlijk heeft het leven in een stad naast voordelen ook nadelen.
De door mij vermelde verschijnselen zijn trouwens allemaal praktijkgebeurtenissen, waar ik als raadslid door burgers mee werd geconfronteerd. Terecht, want de politiek heeft als taak het stadsbestuur aan te zetten de nadelen van het leven in een stad tot het minimum te beperken.
Ik ga nu lekker wandelen in een groot stadspark en vermijd hondenlosloop gebieden, want ik ben enigszins kanofoob.
Denk dat je bij de keuze van je woonplek ook nadelen kunt vermijden c.q. voorkomen. Een studentenflat geeft meer overlast dan een bejaardentehuis.
Als raadslid krijg je natuurlijk ook vooral de rottige verhalen te horen, niemand die jou even belt dat-ie zo’n leuke buurman heeft 🙂
Kreeg je eigenlijk ook wel eens telefoontjes van mensen die klaagden dat ze de hele dag maar stil moesten zijn van de buren en nooit eens een feestje mochten bouwen? Deden ze eens aardig tegen die kinderen, zag je de buren kijken… En maar zeiken en zeiken die buren, maar als ze zelf eens terugzeikten (in het portiek), nou dan stond meteen de politie voor de deur! 😉
Laten we er allereerst geen misverstanden over laten bestaan: zoals ik al aangaf in mijn andere reactie staat het leefklimaat van de slachtoffers centraal. Zij moeten niet de dupe worden van onaangepast gedrag van anderen. De overlast moet dan ook zo snel mogelijk gestopt worden. Maar we moeten daarbij wel waken voor korte termijnoplossingen en -politiek, die op de lange termijn wellicht een averechts effect hebben dan wel een nieuw probleem creëren. Ik denk dan ook dat de details van het voorstel hier cruciaal zijn. Zolang er sprake is van intensieve begeleiding van deze mensen en het ‘asodorp’ gericht is op resocialisatie – met duidelijke randvoorwaarden bij terugkeer – dan zou het wellicht een optie zijn. Zoals ik eerder al zei: hier moet gedegen onderzoek naar worden gedaan. Meteen harde klappen uitdelen is niet altijd de beste manier want, nogmaals, ik zou graag zien dat het beleid zich richt op het daadwerkelijke eindresultaat en niet op symbool- of spierballenpolitiek.
Dat de slachtoffers dus op de eerste plek moeten komen ben ik het mee eens. De overheid in Nederland heeft echter de taak om zorg te dragen voor iedereen, dus ook voor de daders. Resocialisatie is niet alleen voordelig op het gebied van overheidsuitgaven en algemeen welzijn, het is ook een ethische plicht die de overheid én wij als maatschappij hebben tegenover elkaar. Ons algemeen welzijnsniveau is niet voor niets een van de hoogste ter wereld.
Ik vind het aankaarten van ‘zielige kinderen’ en gettovorming overigens wel degelijk een legitiem argument, want met een asodorp (*ervan uitgaande dat er geen doel tot resocialisatie en -integratie is) wordt het startsein gegeven voor generaties kinderen die opgroeien in een kansarme, uitzichtloze omgeving waarbij sociaal verval en maatschappelijke uitsluiting centraal staat. Ik hoop niet dat ik u hoef uit te leggen wat voor verregaande negatieve gevolgen en potentiële gevaren dit gaat oplevert voor de gehele maatschappij.
Nogmaals, laten we ons focussen op een goed gefundeerd en echt effectief beleid, hard of zacht, waarbij we gebruik maken van ons collectieve verstand (lees: wetenschap maar bijv. ook politie-ervaringen) en niet direct onze vuisten.
Bedoel je het boek van Dercksen en Verplanke, Ronald? Dat heb ik inderdaad gelezen. Veel van de argumenten die hierboven voorbij komen – asodorpen zijn stigmatiserend, de resultaten vallen vaak tegen, etc. – trof ik ook in dat boek aan. Daarom, maar ook vanwege het punt dat Melissa aandraagt, denk ik dat het nuttig kan zijn de ervaringen van het verleden mee te nemen in de discussie van nu. Misschien inderdaad een leuke voor ‘Oude koeien’.
Ben ik voor! Historische vergelijkingen zijn altijd zinvol!
Geschiedenis van de onmaatschappelijkheidsbestrijding in Nederland, 1914-1970
Wow alleen al vanwege de titel de moeite van het bekijken waard.
Sorry beetje laat.
Nee die reacties heb ik niet gekregen.
Wel veel “ga doors” “goed gedaans” en “ben het met jullie eensen”
In persoonlijke contacten (ook als senator) beginnen mensen vaak met de zin” Ben het niet met jullie eens, maar ………… en dan volgen redenaties waaruit blijkt dat ze het wel met ons eens zijn”
Beetje ergerlijk is de introductie: “Ik wil niet discrimineren, maar ……….” Waarna ijdel gedrag van allochtonen wordt beschreven.
Ik stop ermee Melissa. Vind het leuk dus ik besteed er graag tijd aan.