Is het een pamflet, een pleidooi, een alternatieve geschiedschrijving met toekomstig happy end? Geen idee, maar Gyz La Rivière dropt een longread over een nieuw poppodium. Met een oproep: gemeente, Ons Huis is waar het moet gebeuren.
Ik ben voor een nieuw poppodium. Het moet Ons Huis gaan heten en komt in het voormalige Lantaren-Vensterpand aan de Gouvernestraat. Met respect voor alle andere voorstellen voor een nieuw poppodium die uiterlijk morgen (vrijdag 19 december) ingediend gaan worden én het (te gekke) wilde plan van Aziz Yagoub, wil ik dit pleidooi voor Ons Huis nog wel even kwijt.
Eksit
Dik drie jaar geleden, speciaal voor De Wereld van Witte de With gaf ik eenmalig een nieuwe editie uit van de legendarische Rotterdamse undergroundpublicatie de Eksit Krant. Eksit was zo’n beetje het eerste echte (en beruchte) poppodium van Rotterdam en was gevestigd aan de Eendrachtsstraat. Hoewel begonnen als aankondigingskrantje voor de evenementen die in de Eksit plaatsvonden groeide de Eksit Krant al snel uit tot een op zichzelf staande publicatie die een belangrijk platform was voor kunstenaars, schrijvers, dichters en muzikanten uit de experimentele kunst- en muziekscene.
Al 14 reacties — discussieer mee!
Mooi betoog van Gyz, een lekkere ouderwetse knuppel in het hoenderhok!
Ons gevoel precies verwoord! Alleen hebben wij het politiebureau aan het Eendrachtsplein op het oog.
Hoppa! Op 5 febr aanstaande is dit een van de locaties voor het Eendracht Festival https://www.facebook.com/Eendrachtfestival?fref=ts partijen waar o.a. Bird, Hiphop In Je Smoel en Music Matters veel talentvolle muzikanten gaan programmeren.
Wat ben je toch een mega-topper! (en wat moet dat klote dorp zonder jou?) Een kleine (en even eigenaardige) opmerking: alhoewel wij destijds de Knakendisco in Nighttown zijn begonnen, is het eigenlijk écht begonnen op één van de drie afscheidsavonden van de Vlerk (die toen al Waterfront heette) op de Westblaak. At Denko’s (de originele Rotterdamse Kutavond) kreeg gek genoeg één van de drie avonden ‘van het bestuur toegewezen’ (lees: Peter van der Stelt) en toen hebben we voor het eerst in die bonte verzameling van DJ’s gedraaid in een overvolle Vlerk. Het was niet alleen de eerste Knakendisco line-up, het was meen ik ook het debuut van het WOEI Soundsystem, die nota bene in de Vlerk Gloria Estefan & The Miami Soundmachine durfde op te leggen. Ik vermoed 1997… Hele leuke avond!
Hey Rufus, haha… Cheers! De naamswijziging van De Vlerk into de Waterfront was pas echt in 2000. Anyway, At Denko’s was altijd 1 van mijn favoriete avonden in De Vlerk, dat weet je…
nee joh, veel eerder…
gyz heeft gelijk! het was 2000. pardon, sorry iedereen!
Hahaha
Count me in!
Ik heb het L/V altijd een fijne plek gevonden sinds ik er ben gaan werken bij IFFR, ik probeer er altijd nog wel vaak genoeg te komen, tijdens festivals vooral. Het is er altijd gezellig en fijn, dus ik hoop ook dat het nog een leuke herstart krijgt, en als Ons Huis vind ik dat een prima plan 🙂
Wat jammer dat hierop niet serieus wordt op gereageerd, want deze man heeft een hele duidelijke boodschap. Er moet een plek komen waarin alle soorten muziekgenres en wellicht ook andere disciplines samen komen om muziek te maken, te waarderen en inspiratie te doen voor alle liefhebbers.
Het moet een thuisfront zijn waarin muzikanten hun hart kunnen ophalen, en waarin de muziekliefhebber zich thuis voelt en geïnspireerd raakt door de omgeving.
Ik weet dat Rotterdam het moeilijk heeft door het kiezen van een goede locatie, zoals het is gemerkt met het Popkantoor en het 010popproject.
Lantaren Venster is inderdaad niet eens zo slecht idee, waarom is daar niet eerder aan gedacht? is het vanwege de huurkosten of andere belemmeringen?
Mooi relaas en ook zeer herkenbaar! Volgens mij had Gouvernestraat/lv wel vaak last met geluid en de buurt. Misschien dat er daarom niet aan gedacht is…
Mooi betoog van Gyz, een lekkere ouderwetse knuppel in het hoederhok!
Lieve Gyz, De Oude Luuks hier:
Goed verhaal, lekker lang ook, en ik weet wat je bedoelt.
Maar het is voorbij en komt nooit meer terug. Daarom is het goed dat je er over nadenkt en schrijft; niet om je tegen te spreken hoor, maar er valt wat te reageren.
Allereerst een kleine aanvulling uit eigen koker voor wat betreft De Vlerk op de Westblaak: wie daar ook begonnen is –als deejay– is de man die nu internationale triomfen viert met nomen ‘Boris Ross’.
Het was op koninginnedag 1999 dat Matthieu ‘Bad Boy’ Alien 2000 en ikzelf, Professor Sander DeLuxe, daar voor een een buitenset geboekt waren als plaatjesdraaiers.
Een paar maanden eerder instigeerden Thieu en ik –en Geert Mul plus ‘experts’ achter de schermen– een audiovisuele multi-music experience gebaseerd op de deejay- en veejaysets zoals we die eerder al draaiden, als ‘nieuwe kunstvorm’ op het Filmfestival, door hen gedoopt ‘Exploding Cinema’.
Het was een ‘soundscape for two men and five turntables’ met fuckin heftige hiphop-beats, maar ook gitaren, electrobeats, fluitende vogeltjes, kreunende negerinnen en achterstevoren afgespeelde doedelzakken. In Nighttown, disco in een voormalige bioscoop dus met enorm scherm en vette sound system.
Niet om het een of ander, maar die aanpak was toen nieuw, en De Vlerk was op dat moment ook dé plek voor dergelijke ‘cutting edge’
En we hebben het nog steeds over Boris de Boer, inmiddels handelend onder de naam Boris Ross (en inmiddels ‘Big in Japan’, of althans het Nabije en Verre Oosten, de Baltische staten en de Balearen, et cetera.)
Zijn vader is –voor wie dat niet wist– de roemruchte Piet de Boer, oprichter van ZUMO, van de beroemde pakken met dubbele schoudervulling en driedubbel bandplooi, waar je zowel in de Tudor en de Pigalle als in de BlueTiekInn de blits kon maken.
Vlak daarna vonden Piet en ik de geruite cargo-pants uit: we hebben goed verdiend, maar wat zin we ook bestolen. Enfin, we hadden het over Boris.
Dat was toen een pikkie van 13, voor wie zijn grootvader een ‘deejaymeubel’ had gebouw in zijn jongenskamertje, waarophij –na wat tips van Dhr. DeLuxe– breakbeats, quickmixes en scratch-ins leerde maken, onder ander met ‘The Power’ van Snap, waarin Bert een banaan in zijn oor had en Ernie steeds riep ‘Doe nu eens niet zo flauw’.
Het eerste wat me toen opviel was dat het mannetje niet ook maar een béétje nerveus was: het kenmerk van de ware deejay!
Hij draaide zuiver, maakte malle mixen –er was nog nauwelijks publiek, nog voor de middag– en had lol en ‘schijt aan’.
(Man man man: Opa vertelt… En Luuks liegt nooit, ook niet als hij bluft; wen er maar vast aan, oh nee- zo kende je me al!)
Maar wat ik nog over ‘Ons Huis’ wilde zeggen, GiesjMonAmi pappie poepie puppie: een mooie, maar véél te nostalgische gedachte.
Het pand is goed –zie pas nu eigenlijk hoe mooi, architectonisch– maar welke mongool vond ooit dat een blinde muur en een rolstoelhelling vol fietswrakken een goeie entree voor een theater zou zijn?
Maar las ‘hangout’ kan, gaat het niet meer werken, en ik zal wat aspecten proberen te benoemen waaróm het niet gaat werken. Globaal en in brede streken weliswaar, want ‘Feind hört mit’ en de détails kunnen goud waard zijn, en het ís nu eenmaal mijn business, dit soort analytische visies op retailers die zelf niet weten dat ze retail bedrijven.
Eerste hobbel is namelijk de prijs van consumpties: vroeger was het bier een gulden en werd getapt door vrijwilligers. Niet altijd even koud en even netjes, maar een gulden. (Jongelui: dat is € 0,44, en dat was nog maar 12 jaar gekleden…)
Daarnaast bestaan die netwerken, hangouts en sociale cirkels tegenwoordig op en via de wereldwijze interwebs: waarom zou je ergens met iemand willen zitten als hij/zij/jij de godganse tijd zit te feestboeken, te appen, skijpen, djiemailen and such?
(Zelfs als je een leuk oud plaatje draait komen de kids with beards niet even een praatje maken met de disco-jockey, de beau selector die die leuke muziekies verzorgt, maar ze steken hun telefoon in de lucht waarop een App hen vertelt welk nummer ze horen.)
En dat klinkt misschien als gezeur van een ouwe deejay, en dat zou het ook kunnen zijn, maar de kerncijfers met betrekking tot zalen, zaaltjes en instituties zoals door Gyz geschetst zijn duidelijk: er zit geen geld meer in disco, de mensen gaan niet meer ‘lokaal swingen’.
Waarom? Velerlei redenen, van zacht tot hard. Een schets:
• Het is te duur en niet goed genoeg –lauw bier uit plastic voor drie euro en je mag niet zeuren– en het is onder andere zo duur omdat er tegenwoordig een heel security-team aan de deur, op zaal en in de toiletten moet zijn.
• Heineken –en ander merkbier– is inkoop bij de groothandel al te duur en veel horecaffers betalen zelfs nog meer omdat de brouwerij ook als bank en/of huisbaas fungeert.
Feit: in de afgelopen (5) jaren daalde het aantal discotheken/ dansclubs met gemiddeld 21% per jaar. 2013 was een uitzondering, met name door een aantal nieuwe clubs in Rotterdan (!) dat daarmee op lokaal niveau een landelijke trend negeerde –en tegelijertijd beïnvloedde.
• De leeftijd voor alcoholgebruik is verhoogd van 16 naar 18
• Er mag niet meer gerookt worden in da club (or anywhere, fort that matter)
• De jeugd blijft liefst zo lang mogelijk bij P&M en rebelleert niet meer
• Horeca-ondernemers hebben een grotere verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun bezoekers. (Meer controlerend personeel, minder drankomzet: meer kosten, minder baten.)
• De nieuwste muziek –vroeger een belangrijke reden om uit te gaan– komt niet meer van white labels via deejays, maar loopt via internet. Deejays zijn nog slechts ‘selectors’ en brengen veel minder kennis.
• Bandjes treden niet meer op om hun album te promoten: het album is de promotie voor een tour, en de concerten zijn a) spuugduur –want in ’the industry’ het nieuwe verdienmodel sinds MP3’tjes. Music has become a commodity en iedereen luistert naar kiloknallers. En waarom zou je betalen voor iets dat overal en altijd aan je wordt opgedrongen?
• Consumenten zijn niet meer merktrouw, en bovendien op zoek naar ‘steeds wat nieuws’ óf een vertrouwde ervaring. Maar die laatste dan niet elke week in een flauw zaaltje met wéér die ene opschepper achter de knoppen. Opscheppers draaien een setje van 95 minuten en vliegen dan door naar Parijs voor dezelfde set, en om 3 of 4 uur doen ze dezelfde truc nog eens in Tallin, op IbiFa of in Miami. Telkens komen daar volksstammen op af, want zulks is een belevenis, een experience, maar niet heus want met afgebakend begin en eind, dus niet bedreigend.
(‘Nieuw’ is voor de massa bedreigend. Bij
• En de oorzaak van misschien wel de grootste reden dat het discowezen uitsterft (niet: ‘de discowezen uitsterven’, dat was al eerder) is het feit dat mensen bang zijn voor mensen en niet meer uit vrije wil gezellig met wildvreemden in een donker zaaltje willen drinken en dansen.
Los van deze –wat losjes omschreven maar beslist te onderbouwen en feitelijke– ontwikkelingen denk ik zelf dat individualisering en het daardoor ontbreken van (mega)trends of leidende (sub)culturen ook een grote rol speelt: vroeger miste je ontwikkelingen als je niet bijtijds op de juiste plekken was, tegenwoordig mis je dergelijke ontwikkelingen als je te vaak in de kroeg en de club komt.
“If I think of all the good times
That I wasted having good times”
Voorts is de drank tegenwoordig onbetaalbaar, overal, of had ik dat al gezegd?
“Boys keep swinging
Boys always work it out”
Gyz, mon ami, met respect voor je vele goede werken, maar je wordt ouder pappie, geef het maar toe, je wil er alles aan doen maar je weet niet hoe, je wordt ouder pappie. (Een fucking Koelewijn-quote: ook uw vrind DeLuxe zakt lanzaam af: that’s Roffa for you!
Nostalgie is een prachtig fenomeen (en je kunt er stinkend rijk mee worden), als je althans de vinger strak aan de pols houdt van zowel de wereld zoals we die tot nog toe kende, als de goings on van vandaag en morgen, maar –in tegenstelling tot je boek 2040– lees ik veel gemijmer en weinig echte visie. (Ook omdat je aan zoveel ontwikkelingen voorbij bent gegaan.)
Dat gezegd hebbend: je bent een kei –iemand moet het doen– en je blijft een kei.
Maar zoals je het nu speelt ben je –voor de buitenstaander maar ook voor intimi, althans voor mij persoonlijk, dus intimo– net zo goed een eik –ook niet heel slecht–, echter binnen no-time kan dat ook worden gezien als een eki of een ike , en da’s allebei niks, dus daar heeft helemaal niemand wat aan.
(Overigens is dat geen criterium ‘ergens wat aan hebben’, maar je begrijpt wel wat ik bedoel.)
En anders gaan we weer eens babbelen, hebben we het er over.
I’m on your side!
Of zoals Roy Ayers eens voor me zong:
We live in Rotterdam, baby
We live in Rotterdam, baby
We’re trying to make it, baby
We wanna make it, baby
We’re gonna make it, baby
We live in Rotterdam, baby
Our time is now
We gotta make it, baby
Our time is now
We live in Rotterdam, baby
Days have passed
And all the Queen’s bees drones are dying
But we’re gonna make it, baby
Cause we live in Rotterdam, baby
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Rotterdam
Liefs, DeLuxe