2014 stond in het teken van het nieuwe Centraal, De Rotterdam en de Markthal. Maar het was ook het jaar van de sloopkogel, kendoe, crisis en het roemloze einde van kantoorvakhandel Landegem. We kijken terug op de meest noemenswaardige momenten van 2014.

Dag Calimero-complex
Het is glad ijs, maar ik gok erop: Rotterdam is definitief niet meer die zielige tweede stad van Nederland.
Voor mij voelde Rotterdam tot 2014 als het minder bedeelde broertje van Amsterdam, Den Haag en Utrecht, ook al was het feitelijk niet waar. Dat hoorde je ook altijd als je vertelde waar je woont. Waarom dáár? En als je iets vaak genoeg hoort, dan ga je het ook zelf geloven. Waarom maak ik het mezelf zo moeilijk?
Sinds 2014 is dat niet meer zo. Niet meer die meewarige blikken, maar eerder een gezonde interesse en – wie weet – zelfs een lichte jaloezie. Eindelijk is Rotterdam een reëel en uniek alternatief voor een overbevolkt en onbetaalbaar Amsterdam, provinciaal en studentikoos Utrecht en – wat definieert het eigenlijk? – Den Haag.
Vanaf heden krijgt Rotterdam waar het recht op heeft. Nu Feyenoord nog.
door Inge Janse
Rotterdam werd Gotham City
Het was ergens in de vroege zomer. Ik zat op de achterbank van een auto die de stad naderde via de Van Brienenoordbrug, van de zuidoever naar de noordoever. Het was ochtend, de zon kwam op. Ik draaide mijn hoofd richting stad en ik wist even niet wat ik meemaakte. De aanblik van de skyline vanaf de brug is iets wat iedere Rotterdammer wel ergens trots in zijn DNA heeft zitten. Het heeft bij mij tot gewenning geleid. Het was al jaren geleden dat ik nog eens had opgelet vanaf de brug. Misschien dat ik daarom deze keer wel zo werd getroffen. Wat was er véél bijgekomen. Bizar. De vleesgeworden vooruitgangsgedachte, iconen bijna letterlijk zo ver het oog kon reiken. Door de ochtendmist rond de gebouwen leek het verdomme Gotham City wel.
Het was een jaar van trotse lijstjes voor de stad Rotterdam. Maar om binnen de Gotham-analogie te blijven – daarmee ook een jaar van eindeloze schouderklopjes, van champagnedrinken, van zelffelicitatie. Met andere woorden: de Bruce Wayne hebben we wel in onszelf gevonden. Als (eind)redacteur begeleidde ik stukken over onder andere armoede, buitenruimte, immigranten en verslavingszorg dit jaar. En dan zie je: er is nog veel te doen. Iedere medaille heeft een keerzijde. Oftewel: waar is Batman als je hem nodig hebt?
door Vincent Cardinaal
Hoogtepunten en diepepunten in sloopdebat
2014 stond niet alleen in het teken van grote nieuwbouwprojecten, maar werd ook getekend door de discussie over behoud of sloop van gebouwd erfgoed in de stad. Terwijl het besluit tot vernieuwbouw van de Kuip de aandacht van het grote publiek trok, zijn er doorbraken geweest in twee langlopende hoofdpijndossiers.
Zo bleek in september dat de impasse rondom de Hofpleinlijn is doorbroken, wat een klein wonder mag heten. Prorail en de gemeente Rotterdam tasten in de buidel en krijgen hulp van een Europees fonds. Met dit geld zal in 2015 het dak worden opgeknapt tot aan station Bergweg.
Daarnaast heeft de CU-SGP, met name burgerraadslid Mark de Boer, met succes het Zuiderziekenhuis ternauwernood van de sloopkogel gered. Eén van de meest verrassende nieuwsberichten dit jaar was dat de gemeente en de ontwikkelaar een intentieverklaring hebben getekend om het gebouw te behouden. Mogelijk wordt het nieuwe gymnasium op Zuid hier gevestigd. De Boer heeft laten zien dat je ook als kleine oppositiepartij achter de schermen veel voor elkaar kunt krijgen.
Zo hoopvol als dit nieuws was, zo somber stemt de gang van zaken rondom de Westewagenpanden. Sereh Mandias’ pleidooi in februari om de panden te behouden kon op veel bijval rekenen. Maar ondanks de renovatieverplichting die als voorwaarde voor de goedkopere koopsom was gesteld, kon oud-wethouder en ontwikkelaar Hans Vervat alsnog tot sloop overgaan toen hij aantoonde dat zijn (dure) renovatieplan niet rendabel was. Door een clausule in het contract kon hij ambtenaren, wethouder én cultuurhistorische verkenningen passeren en direct steun bij de raadsleden vinden. Procedureel gezien kun je zeggen: zo werkt de democratie nu eenmaal. Maar het verdient geen schoonheidsprijs.
Het cultuurhistorisch erfgoed verdient beter opgestelde contracten om het te beschermen.
door Eeva Liukku
Geen vuurwerkvrije zone in Rotterdamse raad
Het meest opvallende politieke feit van 2014 is dat het nieuwe college van B&W bestaat uit twee politieke aartsvijanden. De populisten op rechts in één college met de liberalen van links. Laat Hugo de Jonge maar schuiven! Na een voorzichtige aanloop begint de samenwerking nu de eerste scheurtjes te vertonen. De integratienota is voorlopig terug naar de tekentafel. Dat zal vaker gaan gebeuren. Het collegeakkoord blinkt niet uit in het diep doordenken van onderwerpen en kan bogen op een zeer kleine meerderheid. De Rotterdamse raad zal daarom voorlopig geen vuurwerkvrije zone worden.
En dan Rotterdam. De stad verkeerde in 2014 in grootse vorm. Rotterdam was overal dit jaar! Dat het je stad zo meezit, daar mag je als college je handjes om dichtknijpen. Vooral ook omdat al dat goede nieuws andere problemen naar de achtergrond drukt. Wie heeft het nog over werkloosheid, de transitie van de jeugdzorg, veiligheid, integratie en Rotterdam-Zuid?
Dat Leefbaar Rotterdam na 2014 nog bestaat mag een klein wonder heten. De veenbrand binnen Leefbaar lijkt geblust. Ze zullen niet allemaal meer op elkaars verjaardag komen, maar de fractiediscipline is bewonderenswaardig. Als je van discipline houdt.
2014 was ook het jaar van een nieuwe beweging. NIDA functioneert voorlopig, als elke emancipatiebeweging, nog langs verzuilde lijnen. Rotterdam zal echter snel te klein blijken.
door Willem Sonneveld
1 cent-sentiment
Wie vanaf Rochussenstraat/Aelbrechtsekade de Nieuwe Binnenweg oprijdt, heeft het misschien al gezien. Een elektronisch bord knippert je vrolijk tegemoet: rij langzamer dan 30 kilometer per uur, en verdien een cent voor onze buurt! Dankjewel, lieve bezoeker, we wensen je een goed vervolg van je reis.
Het bord staat er sinds september 2014 en drukt dat heerlijke Rotterdamse kneuterpositivisme uit, waar ik al zo snel verliefd op werd toen ik in deze stad kwam wonen. Opzomerstraatjes. Een kerstboom voor de straat (verlichting geregeld, wel zelf de ballen knutselen). Een houten silhouet van Jules Deelder bij zijn stamkroeg Ari. Klein bier, veel plezier.
Yes we ken-doe, maar dan niet hard en straffend, maar zacht en blijmoedig. Ik stel me iemand voor in de nieuw opgerichte gebiedscommissie van Delfshaven, die net zijn bul heeft gehaald in de gedragspsychologie en in een brainstormrondje met zijn kersverse collega’s het principe van nudgen uitlegt. Dat positieve feedback beter werkt dan straffen. Dat mensen zich anders gedragen als ze direct de effecten ervan zien. Dat een symbolische bijdrage van 1 cent al verleidelijk genoeg kan zijn. Men besluit het in de praktijk te brengen, want Rotterdam is proeftuinstad.
Als Rotterdam kantelt, dan zal het zijn door dit soort kleine lieve projectjes, die een glimlach op je gezicht toveren. En als er gekanteld wordt in Nederland, dan eerst in Rotterdam, want wij hebben niet alleen de juiste instelling, maar ook transformatiekampioenen als Jan Rotmans en Derk Loorbach en volgend jaar ook Daan Roosegaarde in ons team.
door Melissa van Amerongen
Geen economische topranking, wel nieuw denken
2014 was voor Rotterdam een jubeljaar. Het succes leek echter vooral concrete fysieke vormen aan te nemen, zoals de Markthal en het Centraal Station. Maar hoe zit het met de economische onderstromen, de krachten die veranderingen als deze mogelijk maakten?
De Rotterdamse economie kende in 2014 geen internationale toprankings en verdiende geen gerenommeerde prijzen. Vergeleken met vorig jaar steeg het aantal faillissementen, bleef de werkgelegenheid problematisch laag en gingen verschillende sectoren (denk bijvoorbeeld aan retail) gebukt onder de langdurige effecten van de crisis.
Maar een vinger aan de economische pols houden gaat verder dan een analyse van deze ruwe data. Als je goed kijkt zie je tussen de tekenen van laagconjunctuur bakens van economisch leven. Er was wel degelijk sprake van economische groei, hoe miniem ook, en de haven profiteerde van doorzettende groei in omringende landen.
De crisis biedt ook kansen voor ondernemers die met inclusieve en duurzame ideeën inspelen op nieuwe uitdagingen. De gemeente en de haven spelen hier steeds actiever op in, zoals blijkt uit de aanleg van de Leiding over Noord. Dit is niet zomaar een trend, maar het begin van een omwenteling van de gevestigde economische orde die in 2015 zal doorzetten.
door Jenny de Nobel
Landegem is niet meer
Februari 2014. De 73-jarige Henri van Seventer stookt de oliekachel nog een tandje hoger, sigaret in de hand. De kachel staat half in de gang, half in de voormalige badkamer, waar de badkuip volgestouwd is met papier.
Landegem Kantoorvakhandel staat op het punt voorgoed de deuren te sluiten. Zolang de verhuurder het duldt, verkoopt Van Seventer door. Maar dan is het schluss met de papier- en pennenwinkel die vanaf 1948 op de Walenburgerweg te vinden is.
December 2014. De verhuurder duldde het nog lang, maar een nieuwe huurder diende zich aan, en dus is Landegem gesloten. Achter de met krantenpapier beplakte ruiten broedt een nieuwe onderneming uit. De binnenkant is gestript, de tussenwandjes gesloopt en de oliekachel is ongetwijfeld naar de stort gegaan.
Van Seventer fietst nog regelmatig door de wijk, want hij woont er ook. Wat zal hij vinden van al die activiteit in zijn voormalige winkel? Kan een klant daar straks ook op de pof kopen? Weet iemand net zoveel van zijn handel als Van Seventer wist? Zal de nieuwe eigenaar ook dagelijks een kopje koffie doen bij de buren, waarna ze elkaars stoepje vegen?
Hopelijk verbindt de nieuwe ondernemer het beste van de oude en de nieuwe ondernemerswind die door Rotterdam waait. Ouderwetse klantvriendelijkheid, met goede service, eigenwijs de zaken bestierend. Maar met de (online) straatwijsheid van de 21ste eeuw, zodat een lot als dat van Landegem hen bespaard blijft. Het was treurig om de demontage van die zaak te zien voltrekken, en de oude baas wordt gemist in de straat. Maar Rotterdam zou Rotterdam niet zijn als de buurt niet óók halsreikend uitkijkt naar wat komen zal.
door Margot Smolenaars
Nog geen reactie — begin de discussie!