Rutger Wolfson laat het IFFR goed achter, maar de nieuwe directeur moet scherpere keuzes maken, vindt Vincent Cardinaal. Hij doet drie suggesties om het filmfestival van Rotterdam ook in de toekomst relevant te houden.
Het Filmfestival Rotterdam staat weer voor de deur, en dat is goed nieuws. Het biedt Rotterdam twaalf hete dagen in de verder saaie januarimaand. De komende editie is speciaal omdat het de laatste is van directeur Rutger Wolfson, die een nieuwe baan gaat zoeken.
Al één reactie — discussieer mee!
Vincent,
Ik mis de inhoudelijke onderbouwing voor het -als een losse flodder voelende-advies: ‘maak echte keuzes’. Nergens lees ik waar die geïmpliceerde besluiteloosheid uit blijkt.
1. Er is dit jaar een speciaal programma met films van Rotterdamse filmmakers. Dat noem je niet. Ik ben het met je eens dat het Rotterdamse DNA van het festival sterker kan zijn. Maar, het is het Internationale filmfestival. Het gaat juist om de internationale premières die je naar de stad haalt. Daardoor komen er mensen van buitenaf en dat is juist goed voor het festival.
2. Waar haal je vandaan dat de genomineerden voor de Tiger Award elders al zouden hebben gedraaid? Op twee na zijn het wereldpremières, de andere hebben alleen in het thuisland gedraaid en zijn internationale premières. Doe je huiswerk.
3. Het HBF heeft echt een enorm prominente rol in het festival. Nogmaals, doe je huiswerk!
4. Matige programmering. Op basis van één stuk van een filmjournalist? Echt?
5. “Maak randprogramma als concerten en tentoonstellingen onderdeel van het hoofdprogramma.” Het is randprogramma omdat het een filmfestival is. In de Daily Tiger en op de website is uitgebreid te lezen wat je waar kunt beleven. Wat is in hemelsnaam het nut van dit advies?
Ik krijgt eerder het gevoel dat je verlegen zat om een snerend stuk te schrijven, dan dat je hier goed over hebt nagedacht.