Ga naar de inhoud

“Rot toch op!” werkt radicalisering in de hand

Donderdagavond vindt in Arminius het debat Rotterdam na Charlie Hebdo plaats. Burgemeester Aboutaleb oogstte (inter)nationaal veel lof met zijn uitspraak “Rot toch op!” na afloop van de aanslagen in Nieuwsuur. Jasmine Foullani vindt echter dat deze populistische uitspraak radicalisering in de hand werkt.

aboutaleb_anti_radicalisering
beeld: Rachel Sender

Onze burgemeester sprak zich de afgelopen tijd stevig uit naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Ik zag een woedende Aboutaleb, die tegen iedereen die onze vrijheden niet respecteert zei: “Rot toch op!”

Die gedachte kwam ook bij mij op, maar ik besefte meteen dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan en dan ook bovenal een uiting is vanuit de onderbuik. Wie verder kan kijken dan dit onderbuikgevoel weet in “Rot toch op!” niet de oplossing ligt. Alsof deze brute radicalen in andere beschaafde landen wel gewenst zijn. En terugsturen naar het oorlogsgebied, dat is nou juist ook wat de strijders van IS willen. Uit talloze oproepen van IS blijkt dat zij juist hopen dat moslimjongeren uit Europa hun kant op komen. Door onze radicalen naar hen te sturen zouden wij in wezen dus meewerken aan een grotere en machtigere IS.

Uit een artikel dat onlangs in het AD () stond blijkt dat de hulpverlening in Nederland, in vergelijking met andere Europese landen, enorm tekort schiet. Zo doen we veel te weinig onderzoek naar de effectiviteit van verschillende deradicaliseringsprogramma’s. Bovendien lijken de hoge kosten van deze trajecten een belemmering te vormen.

In Elsevier () schreef Nikki Sterkenburg onlangs over de ervaringen van ex-radicalen. Daaruit blijkt dat studie en kennis opdoen goede middelen zijn om een deradicalisatieproces in gang te zetten. Het lijkt er alleen op dat hulpverlening van en onderzoek naar radicalen in Nederland geen prioriteit heeft.

Kennelijk beschouwt men deze jongeren niet als “ons” probleem. Daarbij wordt echter gemakkelijk vergeten dat het hier wel gaat om producten van ónze samenleving. Welk (psychologisch) proces is eraan vooraf gegaan voordat radicale jongeren onze samenleving de rug toekeerden?

Het wordt tijd dat we gaan inzien dat deze jongeren wel degelijk ons probleem zijn. Zoals alle Nederlandse criminelen moeten ook de “jihadgangers” volgens het Nederlands recht worden berecht. Ook heeft de overheid een plicht om te onderzoeken waar het met deze vaak jonge burgers misgaat. Het afschuiven van problemen of de problemen verkeerd benoemen leidt alleen maar tot nog grotere problemen.

Populistisch gezwam van politici doet daarbij eerder kwaad dan goed. Als je denkt dat jongeren niets meekrijgen van het feit dat zij vanwege hun religie of afkomst vaak minder gewenst zijn dan heb je serieus oogkleppen op. Onrecht hier maakt bovendien nog gevoeliger voor onrecht elders in de wereld.

Als ik goed luister naar filmpjes van geradicaliseerden dan hoor ik vooral een afkeer van de westerse wereld, niet zozeer een verlangen naar IS. Dáárin zit de essentie. Jongeren die zich volwaardig geaccepteerde Nederlandse burgers voelen zullen hun warme thuisbasis niet verlaten om in oorlogsgebied volkeren uit te gaan moorden. Door “Rot toch op!” te roepen sluit je hen echter opnieuw uit, en vergroot je de kans dat jonge gefrustreerde knaapjes alleen nog maar verder radicaliseren.

Het debat “Rotterdam na Charlie Hebdo” vindt plaats op donderdag 22 januari om 20 uur in Arminius, entree gratis. Sprekers zijn o.a.: Ahmed Aboutaleb, minister Asscher, politiechef Frank Pauw, Marianne van den Anker, directeur SPIOR Marianne Vorthoren, journalist Mark Hoogstad, cartoonist Sandra de Haan, docent Halil Karaaslan. Ook Vers Betonners Eeva Liukku en Nabil Bantal zijn van de partij. Meer informatie

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam