Rotterdam heeft een nieuwe stadsdichter. En het is nog een prijswinnende ook, want Hester Knibbe won eind januari de VSB Poëzieprijs. “Een stad knapt op van poëzie.”

U werd enige tijd geleden gevraagd als stadsdichter, was dat een verrassing?
“Ja, wel een beetje. Destijds had ik een heel ander idee van het stadsdichterschap, zag er niet veel in. Maar nu zie ik dat het mogelijkheden biedt om zaken te realiseren. Dus heb ik ja gezegd.”
Welke zaken trekken uw aandacht als stadsdichter?
“De vaste punten, 4 mei en 14 mei, blijven natuurlijk. Maar naar iets als de nieuwe zorgwet ben ik heel nieuwsgierig. Ik wil wel eens een paar dagen meelopen met een maatschappelijk werker of een wijkverpleger om te zien welke uitwerking die wet in Rotterdam krijgt.
Daarnaast zou ik het erg plezierig vinden als er wat meer poëzie in de buitenruimte te zien is. Voorheen had je bij de RET in de metro het project Gedicht aan de reiziger. Dat was leuk. Ik zag ook altijd mensen ernaar kijken. Zo heb ik eens een metro gemist omdat ik met een meneer in discussie was over een gedicht. Poëzie werkt op zo’n plek, als je toch staat te wachten. Dan is het een rustmoment. Een stad knapt op van poëzie, vind ik. Het wordt een boeiender plek. En daarnaast wil ook ik dat Rotterdam weet: een stadsdichter voegt iets toe.”
Er zijn natuurlijk de vuilniswagens met poëzie dankzij Poetry International, denkt u dan aan zoiets?
“Ja ook! Ik heb zelf eens op zo’n vuilniswagen gestaan, lang geleden, dus die zal inmiddels wel uit het wagenpark zijn verwijderd. Heel lang kwam er op woensdagochtend een vuilniswagen bij mij langs waarop stond: ‘Voor dichters is er geen ontkomen aan’ van Valari Perelesjin. Dat vond ik zo geestig, want daar kun je van alles bij bedenken. Dat ze moeten werken, of dat ze tenslotte ook bij het oud vuil belanden. Ik vond het een prachtige regel, wachtte altijd op de vuilniswagen en ging dan aan de slag.”
Nog geen reactie — begin de discussie!