Samen met zakelijk directeur Janneke Staarink blikt Vers Beton terug op de 44ste editie van het International Film Festival Rotterdam. De pers was kritisch, maar het publiek stroomde toe. “We maken onze eigen keuzes en dat willen we zo houden.”
Dit was de laatste editie onder artistiek leiding van Rutger Wolfson. Zou je kunnen zeggen dat jij voor even kapitein op het schip bent nu hij vertrekt?
“Nee, dat kun je zo niet stellen. Rutger blijft tot begin mei. In de tussentijd zoekt een bureau voor ons naar zijn opvolger. We hopen voor het filmfestival in Cannes met een naam te kunnen komen. Je kunt wél stellen dat ik op dit moment degene ben die zich bezighoudt met de toekomst van het festival.”
Wat voor iemand moet Wolfsons opvolger zijn?
“We zijn best een specifiek festival, dus het is van belang dat zijn opvolger dat goed kan vertegenwoordigen, zowel in de stad als landelijk en internationaal. Dat vereist dat iemand gevoel heeft voor wie wij zijn. Iemand die nog nooit van ons gehoord heeft, wordt het waarschijnlijk niet.”
Hoe heb jij het IFFR 2015 ervaren?
“Heel positief. Ik vond de sfeer heel goed en heb eigenlijk alleen maar tevreden mensen gesproken, wat niet ieder jaar vanzelfsprekend is. Het festival bruiste, zowel binnen als buiten de muren. Ook op social media hebben we een knaller gemaakt, want ons bereik is verdubbeld. We hebben twee innovatieve projecten gelanceerd dit jaar, die ook belangrijk zijn voor de toekomst van het festival. Tijdens IFFR Live gingen festivalfilms simultaan in veertig bioscopen door heel Europa in première. Het project Tiger Release moet zich binnen bestaande videoplatforms gaan ontwikkelen tot een nieuwe distributiemogelijkheid voor films, die op het festival gedraaid hebben. Bij beide projecten draait het erom de films, die wij hier tonen naar een groter publiek te brengen. Dat deze projecten zo succesvol ontvangen zijn, had ik van tevoren niet gedacht. Het filmfestival is er om filmmakers te ondersteunen. We proberen te onderzoeken welke drempels een filmmaker ervaart. Vervolgens kijken we of wij die drempel weg kunnen nemen.”
Het NRC, De Volkskrant en de Filmkrant publiceerden artikelen met pittige kritiek op het festival. Wat is jouw reactie daar op?
“Dat is al 44 jaar zo. De afgelopen jaren krijgen we steeds hetzelfde commentaar van steeds dezelfde mensen, die een heel groot podium hebben om hun persoonlijke mening te ventileren. Ik heb daarbij het gevoel dat de betreffende journalisten maar een heel klein stukje van het festival meemaken. Ze nemen niet de moeite om het hele festival te analyseren, terwijl dat mij een stuk interessanter lijkt. Ergens las ik dat we niet innovatief zijn.
Juist het tegendeel is waar en daarin worden we aan alle kanten bevestigd. Een project als Tiger Release is volstrekt nieuw. Een dag na onze opening kwam Sundance met een soortgelijk initiatief. Voor mij is dat een teken dat we ons in de goede richting ontwikkelen. Veel kritiek komt voort uit een soort nostalgie, een hang naar hoe het vroeger was. Daar stoor ik me wel aan. Het doet wat we hier doen veel te kort.”
De voornaamste kritiek: het festival is niet toonaangevend. Want er zijn minder grote, internationale premières en dus ook minder prestigieuze gasten. Wat klopt daarvan?
“Dat valt reuze mee. Wij hebben afgelopen jaar ons programma iets strakker gemaakt. Evenveel voorstellingen met minder titels, omdat we in het verleden zagen dat we niet iedere film voldoende aandacht konden geven. Minder films betekent ook minder gasten. En ik ga niet ontkennen dat de internationale concurrentie groter is geworden. Maar Rotterdam heeft juist een unieke positie ten opzichte van andere festivals, omdat wij totaal onafhankelijk zijn.
Dat moeten we koesteren, want dat kan tegenwoordig bijna geen enkel festival zeggen. Wij kunnen daardoor eigenwijs zijn, onze eigen themaprogramma’s kiezen en bovenop de actualiteit zitten en dat ook nog eens voor een massaal publiek. Dát is wat wij zijn. Veel te vaak wordt de nadruk gelegd op wat we niet zijn. Al jaren wordt gevraagd om rode lopers. Maar we zijn geen rodeloperfestival. Als we al een loper uitrollen, is ‘ie zwart. We maken onze eigen keuzes en dat willen we zo houden. Juist dat is toonaangevend.”
Komen de ambities van het festival niet voldoende over het voetlicht?
“Wij maken allerlei eigen media, bijlagen, verhalen met onze ambities erin, juist omdat die in de traditionele media soms niet over het voetlicht komen. Daar komt vanuit de journalistiek dan weinig reactie op, jammer genoeg. Elk jaar vragen we ons af hoe we dat kunnen veranderen, maar wij kunnen niet bepalen wat er opgepikt wordt en wat niet. De tijden zijn veranderd, het festival wordt nooit meer zoals het vroeger was. We verhouden ons tot de huidige wereld. Zolang filmmakers hier heel graag komen, er goede deals worden gemaakt op de CineMart, we superpositief publiek hebben, met het Hubert Bals Fonds filmmakers kunnen ondersteunen en films kunnen laten zien, die anders nergens vertoond zouden worden, zijn wij wat we willen zijn. Dat is de kern.”
Met welke Rotterdamse instellingen werken jullie op dit moment samen?
“Sinds twee jaar is de horeca in De Doelen een leerwerkplek voor studenten van het Zadkine. Daar ben ik heel trots op. We hebben daarnaast jaarlijks een speciale voorstelling voor leerlingen van het Albeda, waarvan de toeloop dit jaar verdubbelde. Het soort films dat wij vertonen, is niet het soort dat leerlingen normaal in de bioscoop gaan zien, maar de voorstellingen worden positief ontvangen. Ik vind dat winst. Qua onderwijs bestrijken we een flink spectrum. Zo werken we ook intensief samen met de Erasmus Universiteit en de Willem de Kooning Academie.”
En bedrijven?
“We investeren samen met RTV Rijnmond, de Schouwburg en de Doelen in De Glazen Maas, het ondergrondse glasvezelnetwerk, dat we sneller hebben gemaakt. Wij willen daar binnen het festival volledig digitaal films mee gaan distribueren naar de verschillende locaties. Wanneer dat lukt zijn we volgens mij de eerste ter wereld die dat zo organiseren. Op termijn moet dat ook een systeem worden waarop bijvoorbeeld Rijnmond kan inprikken om live verslag te doen van een evenement in de Schouwburg. Ik geloof heel erg in dit soort gezamenlijke ontwikkelingen.”
Was het moeilijk om nieuwe sponsoren te vinden?
“Het was heel lastig, want de sponsormarkt is dramatisch. Met Warsteiner bijvoorbeeld hebben we echt geluk gehad, die sponsor kwamen we op precies het goede moment tegen. Dat geldt eigenlijk ook voor Infostrada, KPN en Spotify. Wij hebben content die zij interessant vinden, dat maakt zaken doen makkelijker. De ouderwetse manier, waarbij een bedrijf simpelweg geld gaf in ruil voor een logo op de poster, bestaat niet meer. Het moet inhoudelijk kloppen.”
Toen de ticketverkoop voor de Tiger Friends, de vriendenclub van IFFR, begon, ging het mis. Het online ticketsysteem lag er uit en kon pas 18 uur later dan beloofd in werking gesteld worden. Hoe kon zoiets gebeuren?
“Ik stierf duizend doden toen, het was echt verschrikkelijk. Toen ik diezelfde avond heel laat in de trein zat, lag daar een krant met een artikel over wantoestanden bij de ICT van Defensie. Ik heb ieder woord van dat stuk als een soort geruststelling gelezen. Het toont aan dat ICT zo vreselijk ingewikkeld kan zijn. Dit is het enige onderdeel van het festival waarbij je op het moment suprème alleen maar kan hopen dat de technici van de externe partij het goed hebben gedaan. Daarbij is wat wij vragen ook nog eens heel complex, met veel verschillende soorten bezoekers met veel verschillende rechten binnen het systeem. Misschien moeten we in complexiteit een stap terug zetten, om de risico’s in te perken. Daar gaan we de komende maanden goed over nadenken.”
Wat kunnen we de komende jaren van het IFFR verwachten?
“Dat ligt natuurlijk voor een belangrijk deel aan wie de opvolger van Rutger wordt. We maken nu haast met het zoeken van die opvolger, zodat die persoon het festival van 2016 echt kan claimen. Verder hopen we halverwege dit jaar een goede verzameling van films te hebben om Tiger Release echt mee op te starten. Verder zoek ik het komende jaar een nieuwe partner voor de publieksprijs en hoofdsponsor. Na het contracteinde van UPC is dat voor het afgelopen festival niet gelukt namelijk. Maar we hebben geduld om daar voor de juiste partij te vinden.”
Al één reactie — discussieer mee!
Tiger Release is echt een goed idee, hoop dat er wat meer films bij komen. Liefst het hele programma natuurlijk.