De Rotterdamse Museumnacht is dit jaar in een nieuw jasje gestoken. Clint van der Hartt schetst aan de vooravond de achtergrond en de veranderingen. Een stapje terug om vooruit te komen?
Een galerij met afbeeldingen
‘Rotterdamse Museumnacht 2015 gaat niet door’. Met die kop stuurt Stichting Rotterdamse Museumnacht eind oktober 2014 een persbericht rond, waarin die aangeeft geen mogelijkheden te zien het culturele evenement in 2015 te organiseren. Het is de (voorlopige) ontknoping van een zakelijk geschil tussen de organisator en enkele musea.
Kunsthal en Boijmans
Vooral Museum Boijmans Van Beuningen en de Kunsthal liggen dwars. In verband met hoge kosten -vooral voor de beveiliging- eisen ze een flinke financiële bijdrage van de organisator. Wanneer deze eis niet wordt gehonoreerd, besluiten de twee grote musea af te zien van deelname in 2014.
In de zomer van dat jaar geven Boijmans en de Kunsthal aan pas weer mee te willen doen als er alternatieve verdienmodellen worden gepresenteerd. Deze moeten ervoor zorgen dat de culturele instellingen meer zien van de opbrengsten uit de kaartverkoop en dat er wordt bezuinigd in de organisatie van de nacht: minder geld naar de randprogrammering, meer geld naar de musea.
Als reactie ontwikkelt de stichting vier alternatieve verdienmodellen. Volgens Isabelle Schol, vanaf de oprichting betrokken bij de Stichting Rotterdamse Museumnacht, worden de modellen zonder discussie van tafel geschoven. De reden: niet radicaal genoeg. Een Museumnacht zonder de reuzen Boijmans en Kunsthal lijkt de enige oplossing.
Maar dan gaat het snel. Begin oktober 2014 krijgt het bestuur een e-mail van Stichting Museumpark. Strekking van die mail: de zes instellingen rondom het Museumpark (Natuurhistorisch Museum, Het Nieuwe Instituut, Chabot Museum, Arminius, Museum Boijmans Van Beuningen en Kunsthal) gaan gratis en beperkt open tijdens de Museumnacht 2015 en ze controleren niet of de bezoeker een passe-partout heeft gekocht. Schol snapt niets van dit besluit. Volgens een evaluatie in mei zijn, buiten Boijmans en de Kunsthal, alle musea op dat moment tevreden met de Museumnacht zoals het is.
Door de nieuwe situatie verwacht Stichting Rotterdamse Museumnacht een terugloop in de kaartverkoop, waardoor het financiële risico te groot wordt. Een beslissing is dan snel gemaakt: geen Museumnacht in 2015. De organisatie van de Museumnacht vindt de opstelling van Stichting Museumpark buitengewoon teleurstellend en laat dat op felle toon blijken in een persbericht.
Museumnacht gekaapt?
Kort erna neemt Museum Boijmans Van Beuningen contact op met tientallen Rotterdamse musea, galeries en andere culturele instellingen. De boodschap: wij zetten in 2015 alsnog een Museumnacht neer en we horen graag wie aan wil sluiten. De Volkskrant stelt op 15 november 2014 de vraag: ‘Heeft Museum Boijmans Van Beuningen de Museumnacht gekaapt?’
Enigszins gelaten vertelt Isabelle Schol dat ze het jammer vindt dat het zo heeft moeten lopen, maar dat ze het heeft geaccepteerd. “Ik vind alleen dat de stellingname dat wij de stekker uit de Museumnacht hebben getrokken veel te makkelijk is opgepikt door journalisten. Na overleg met enkele instellingen besloten we geen editie in 2015 te organiseren, zodat we ons konden beraden. Enkele dagen na ons besluit belt Boijmans iedereen op met de vraag: doe je met onze Museumnacht mee? Op een goed moment is er een situatie gecreëerd waarbij je geen enkele rol meer speelt in het evenement dat je daarvoor al dertien jaar organiseerde.”
Eigenlijk wil Isabelle Schol niet zoveel kwijt over de hele situatie en ze zit ook niet meer te wachten op een kritische reconstructie. Dat voelt toch een beetje als mosterd na de maaltijd, zegt ze. “In november kwam de Volkskrant met een reconstructie. Dat is naar mijn idee het enige relevante stuk dat verschenen is. Ontdaan van al die suggestieve opmerkingen en eenzijdige quotes die in veel andere artikelen verschenen, zag ik ineens wat een suf verhaal het eigenlijk is. Navelstaarderij van een organisator en een paar musea, wie is daar nou in geïnteresseerd? Als je het leest denk je: organiseer dat evenement en zeik niet zo. En onderaan de streep is er op 7 maart gewoon een Museumnacht.”
Isabelle Schol herhaalt die laatste zin een paar keer tijdens het gesprek. Ze vraagt zich hardop af wat het publiek ervan zal vinden. “Nu staat in de krant, zonder dat daar kritisch naar wordt gekeken: we kunnen ons hart ophalen, de Museumnacht is gered. Ja, de naam en de datum staan nog overeind. Maar alles daarnaast is wel degelijk veranderd.”
Andere openingstijden
Ruud Visschedijk, directeur van het Nederlands Fotomuseum en tevens woordvoerder van het nieuwe evenement Museumnacht010 vindt daarentegen dat er niet zo veel verandert. Ook nu kunnen bezoekers met één kaartje langs verschillende musea, galeries en andere culturele instellingen. Er staan meer dan 65 tentoonstellingen, muziekoptredens, performances, ontmoetingen met kunstenaars en rondleidingen op het programma.
Bovendien mag iedereen met een passe-partout gebruik maken van gratis vervoer. Het grootste verschil zit ’m in de openingstijden. De Museumnacht sluit twee uur eerder dan normaal om zo de exploitatiekosten van de deelnemers te drukken.
Toch lijkt de komende Museumnacht op meer punten soberder dan voorheen. Het aantal deelnemers is met 25 de helft minder dan voorgaande jaren, er is geen verbindend thema, geen grote opening en geen randprogrammering op straat. Daar komt nog bij dat veel instellingen ervoor kiezen alleen hun deuren te openen. Visschedijk: “De instellingen komen dit jaar wel met wat extraatjes, maar er zijn geen grote acts geprogrammeerd. Dat zegt wel iets over het karakter van de komende Museumnacht. We gaan weer even terug naar wat de musea en galeries te bieden hebben. Dat vinden we wel even genoeg.”
Aanvankelijk staat Ruud Visschedijk negatief tegenover de vraag van Museum Boijmans Van Beuningen om mee te doen aan ‘hun’ Museumnacht. Hij wil en kan niet zonder meer ja zeggen. In plaats daarvan stelt hij voor om met enkele instellingen bij elkaar te komen en te kijken op welke basis er draagvlak is om zo’n evenement te organiseren. “Natuurlijk hebben we mekaar ook even goed de waarheid gezegd. Het is echter uiteindelijk beter om gezamenlijk naar een oplossing te zoeken. We spraken af: laten we in de korte tijd die ons rest een zo goed mogelijke Museumnacht neerzetten. Dan bekijken we na deze nacht wel hoe we het volgend jaar gaan doen.”
Volgens Visschedijk draait Museumnacht010 bij vijfduizend bezoekers quitte. Bij het dubbele aantal kan er een goede reservering worden gemaakt voor de editie in 2016 en krijgen de deelnemers eveneens een tegemoetkoming in de kosten.
Meer macht instellingen
Isabelle Schol twijfelt of ze Museumnacht010 gaat bezoeken. Misschien gaat ze wel naar Brussel. Daar is op 7 maart ook een Museumnacht. “Graag wil ik benadrukken dat ik ze hoe dan ook het beste wens met de Museumnacht. Het is goed dat de samenwerking tussen de musea nog mogelijk is. Ik vind het wel zonde van de kennis die in dertien jaar is opgedaan. Het is een beetje opnieuw beginnen. Dat is toch het gevoel dat overheerst.”
Ruud Visschedijk ziet dit anders. Volgens hem is er een beweging ontstaan waarin de instellingen het graag zelf willen doen. “Één van de kritiekpunten van de musea aan het Museumpark was dat de Stichting Rotterdamse Museumnacht was afgedreven van wat de musea willen. Nou, of dat waar is weet ik niet, maar er is wel een tendens om het zelf op te pakken. Aan de andere kant kan ik me ook voorstellen dat er volgend jaar wel weer een stichting wordt opgericht. Dus ja, het wiel wordt weer opnieuw uitgevonden. De vraag is of dat slecht is. We strippen het evenement gewoon even om te kijken of we het volgend jaar misschien weer een beetje kunnen optuigen. De Fransen hebben daar een mooie uitdrukking voor: reculer pour mieux sauter. Dat betekent zoveel als: een stapje terug doen om vooruit te komen.”
Clint van der Hartt is medewerker educatie en kennisweb bij Chabot Museum Rotterdam.
Al één reactie — discussieer mee!
Museumnacht? Museumavond zal je bedoelen. Ben er ook geweest, alhoewel, het was zo gezellig op de Witte, dat ik daar maar ben gebleven.