Een plastic zakje danst door de lucht, het valt op de grond om direct daarna opgepakt te worden door de wind. Het zakje maakt een pirouette en een plié zoals de lichte kniebuiging van een ballerina. Het lijkt een witte ballerina met als decor een rauwe bakstenen muur en op de grond bladeren in dezelfde roodbruine tint.
De ambient muziek van Thomas Newman zwelt aan. De gewaarwording van zoveel poëzie uitgedrukt door een stukje afval is intens. Zo intens dat de maker van de film zegt: ‘(…) it helps to remember, I need to remember, sometimes there’s so much beauty in the world I feel like I can’t take it.’ Deze filmscène uit American Beauty laat een blijvende indruk achter op het netvlies. Wervelende bladeren met stukjes afval worden voortaan geassocieerd met dramatische schoonheid.
Rotterdam is geen schone stad. Er wordt flink gepoetst, elke dag trekken de mensen van de schoonmaakdienst erop uit. De stoepen worden gebezemd en kleine karretjes zuigen met een roterende borstel het afval op. En toch waaien ook in deze stad plastic zakjes op. Ze verzamelen zich op intieme plekken of blijven net als schapenvacht aan scherpe hekken haken.
Maar niet in het stationsgebied. De rode loper, de met rood natuursteen geplaveide strook tussen het station en de Kruiskade, wordt schoon gehouden. Geen blad ligt er langer dan een ochtend, geen peuk langer dan een half uur. Dit is de entree van de stad die zojuist is opgeschoond.
