Inspiratie nodig voor de afsluitende vrijdagmiddagborrel? Voor gespreksstof geeft De Beste Stuurlui een voorzet. Stuurvrouw Tara Lewis worstelt met alle veranderingen in de stad en voelt zich als een jeneverslurpende bejaarde.
Zo’n beetje iedereen die regelmatig Vers Beton leest houdt van Rotterdam, toch? Ongetwijfeld is het een complexe, maar innige liefdesrelatie. Voor mij is dat niet anders. Als jong meisje wist ik het al: dit is het. Ik verbaas me geregeld over mijn complete gebrek aan wereldburgerschap of gevoel voor avontuurlijkheid.
Het meest avontuurlijke wat ik laatst deed was, opgehitst door mijn collega, ’s middags tijdens de lunch iets anders bestellen dan mijn gebruikelijke omelet met feta, groene pepers, Turkse worst en rode ui, een enorme aanrader bij Fadi op het Noordereiland. Op advies van mijn Haagse collega bestelde ik de hamburger. Spijt als haren op mijn hoofd. Sindsdien ben ik weer dolgelukkig met mijn smeuïge omelet.
Rotterdammers zijn over het algemeen niet erg happig op verandering. Dat is best ironisch in een stad waar men prat gaat op pioniersschap. Toch is het echt zo. Generaties voor mij wilden niets van De Kuip weten, ik begreep er geen snars van waarom het Centraal Station tegen de vlakte moest en een Markthal: hemeltje lief, we hebben toch zeker al een markt.
Uiteindelijk gaat ook Rotterdam overstag, vaak nadat de rest van de wereld het heeft ontdekt (kijk ons eens pioniers zijn). Toch zit me iets dwars. Laatst zei iemand tegen me: “In Rotterdam heb je nu twee soort mensen. De mensen die blij zijn dat het goed gaat met Rotterdam, de toeristen, het nieuwe elan. De rest zijn de azijnpissers die geen verandering willen en overal tegen zijn. Jij hoort bij die laatste groep.”
Ik wist dat hij gelijk had. Ik ben er niet trots op, maar ik erger me inderdaad dood aan al die blije selfie-nemende Spanjaarden. Ik zag er laatst zelfs een met een Amsterdamtrui. Zo eentje met drie rode kruizen, echt. Het moet toch niet veel gekker worden?
Met mijn 28 jaar, nog vol dromen en mogelijkheden, ben ik nu dus al even zuur als een doorsnee jeneverslurpende bejaarde in een willekeurig bruin café. Zoals ik al zei, ik ben er niet trots op. Misschien is mijn liefde wel doorgeslagen naar bezitterigheid en moet ik gewoon leren delen?
Ik zeg het wel vaker: erkenning is de eerste stap naar verandering. Wie weet zijn er wel meer groepen dan twee. Ik begin bij deze de groep die weliswaar een pleurishekel heeft aan toeristen, maar vastbesloten is ze uiteindelijk in haar hart te sluiten. Al is het alleen maar omdat ik zo blij ben voor de florerende horeca, want waar moeten we anders die jenever drinken?
Al 7 reacties — discussieer mee!
Heel treffend opgeschreven hoe ik mij hier soms voel Tara.
Voor mij is het eerder een kwestie van niet willen delen. 15 jaar geleden (ja ik ben helaas import) trok ik naar Rotterdam terwijl iedereen voor Amsterdam koos. Laat ze maar lekker dacht ik toen. Ze weten niet wat ze missen. Je moest het hier echt kennen om het leuk te vinden. Er was niet 1 straat waar alle toffe dingen bij elkaar zitten, maar verspreid over de stad, alleen voor de mensen die echt willen ontdekken en een netwerk hebben vond je alles wat je hartje begeerd.
Nu zie ik op facebook selfies van de dorpsmoeders van vroeger voor de martkhal en kun je in de Linda lezen wat de nieuwe hotspots zijn. Hoewel ik het ook de horeca gun mis ik het wel een beetje dat alleen die paar gelukkigen de toffe tenten wisten te vinden. In Rotterdam wisten we het allemaal en de rest van Nederland mocht optiefen. We blijven tenslotte veredelde dorpelingen.
Het is dan ook niet de verandering die ik vrees, maar de meelifters. Aangevoerd door Spanjaarden met baarden die het allemaal zo cool vinden dat ze de hele dag luidruchtig jouw plekje bezet houden. Vergankelijk verblijven ze hier een jaartje, tot de nieuwe must see bestemming hen weglokt…
Azijnpisser dus. Maar alleen omdat ik zo retetrots ben op deze stad. En het eigenlijk helemaal niet wil delen.
Dank voor je reactie Jeroen.
Goed om te lezen dat ik niet ‘de enige’ ben met dit soort tegenstrijdige gevoelens 🙂
Omelet eten bij Fadi op het Noordereiland. Op het lijstje. Mmmh.
Goed verhaal van je, Tara. Ik ben 70 jr., drink nooit jenever en voel mij – dankzij mijn kinderen en kleinkinderen – absoluut niet bejaard. Let erop dat Vers Beton neigt naar commercialisering met samenwerking zoals met een Rdams pr-bureau.
Ok.
Laat ik nou altijd gedacht hebben dat ík een azijnpisser was, maar Tara, eerlijk zeggen: heb je niet 1 keer getwijfeld tijdens het schrijven? Heb je niet 1 keer gedacht: ‘De wereld staat in brand, dus waar zeik ik eigenlijk over?’ Hoewel ‘nog vol dromen en mogelijkheden’; je bent toch al 28 jaar, geen 16 meer.
Nee, niet één keer.
Heb jij tijdens het schrijven van jouw reactie niet één keer gedacht: “De wereld staat in brand, dus waar zeik ik eigenlijk over?”
Leg mij het verschil maar eens uit.