“Granica”, fluisterde ik. Grens. Het woord viel in een put. Granica, granicą, graniczna, granicę, granicno, granicy, granicznej, granicznym, graniznych. Vervoegingen weerkaatsten over het busstation Rotterdam Centraal. Het was het eind van de jaren tachtig, ik was een jaar of vier en vertrok met mijn moeder naar haar geboorteland Polen. Wachtend hoorde ik verschillende talen. De Poolse woorden die ik niet kende, probeerde ik na te doen. Mijn mond vormde zich naar klanken die onuitspreekbaar leken. Nog steeds zijn sommige Poolse lettercombinaties voor mij onmogelijke hindernissen, maar de basis is er.
Die basis kreeg ik cadeau. Door peuter te zijn en hersens als een spons te hebben. Wonderbaarlijk genoeg leren kinderen hun moedertaal zonder onderwijs. Zij imiteren klanken, doen de mond van hun ouders na. Stap voor stap wordt gebrabbel taal. Een tweede taal leren zij op eenzelfde manier. Mits deze voldoende wordt aangeboden. Dit is exact waarom de afgelopen jaren geld is gestoken in voorscholen, waar kinderen met een taalachterstand terecht kunnen voordat zij met het basisonderwijs starten. Rotterdam telt zeventig van dit soort klassen. Jaren aan investeringen ten spijt werd onlangs bekend dat de staatssecretaris Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Sander Dekker het plan heeft deze subsidie bij de vier grote steden weg te trekken en te verdelen over kleinere gemeenten. De verdeling is nu niet naar rato. Sander van Dam (woordvoerder staatssecretaris Dekker): “MOE-landers wonen bijvoorbeeld net zo goed in kleinere gemeenten. Wij zijn dit nu in overweging aan het nemen.”

Al 3 reacties — discussieer mee!
Je veronderstelt dat die voorscholen puik werk verrichten, dat die een substantiële bijdrage leveren aan het verkleinen of zelfs wegwerken van de taalachterstand van de doelgroep. Is dat zo?
Ik wil het probleem van de taalachterstand zeker niet bagatelliseren, maar het is mij niet duidelijk of met deze bezuiniging nu iets weggehaald wordt wat echt wezenlijk bijdroeg, of iets dat toch al nauwelijks hielp.
Dat zou zeker de moeite van het onderzoeken waard zijn. Volgens mij is er niet zo veel discussie dat een rijk taalaanbod voor deze groep peuters ontzettend veel kan betekenen. Ben het dus met Dore eens dat Rotterdam de voorschool niet zomaar uit zijn handen moet laten vallen en met jou om kritisch te blijven kijken naar de uitvoering.
Ik begrijp niet wat je bedoelt met de zin “Waardoor het probleem wordt weerlegt.”