Vandaag is het ‘opbouwdag’ – ieder jaar memoreert Rotterdam op die wijze de start van de wederopbouw. In dat licht een beschouwing van historicus Siebe Thissen, over de grillige relatie tussen stad, wederopbouw en bewoners.
Ontheemde burgers
Vijftig jaar geleden kwam er einde aan de wederopbouw. Ter gelegenheid van dat feestelijke moment schreef Rein Blijstra het prachtige boek Rotterdam. Stad in beweging (1965), een dikke pil die door het stadhuis werd aangeboden als relatiegeschenk. ‘Rotterdam is een dynamische stad, waar geen stille hoekjes meer zijn’, schreef Blijstra in een opvallend frisse toon, die vandaag niet zou misstaan op een site als Vers Beton. ‘Niet iedereen kan hier wonen en het zijn niet de slechtsten die de stad mijden. Maar het zijn ook niet de slechtsten die zich thuis voelen tussen al die bewegende delen van schepen, auto’s, machines en bruggen, tussen het knarsen, piepen, stampen, fluiten van al die haastige door mensen voortgedreven werktuigen. Zij die de stad bouwden hebben goede en verkeerde denkbeelden gehad, ze waren dikwijls verblind door de eisen van het ogenblik, de financiële bezwaren, een nerveuze haast die hen deed handelen zonder goed na te denken. Nee, Rotterdam is geen ideale stad geworden. Het had beter gekund, maar men bedenke: Parijs, Londen en New York hadden ook beter gekund. Rotterdam is Rotterdam, men neme het zoals het is. Veel meer kan een mens niet verlangen’.
Al 5 reacties — discussieer mee!
Het venijn zit als altijd in de details. Prachtig essay.
Poeh, dit stuk lees in toevallig nu pas, is me uit het hart gegrepen en heeft nu nog meer actualiteit dan het in 2015 al had. Maar van kritiek houden ze niet in Rotterdam en enige intellectuele interesse is hier ook teveel gevraagd. Wonderlijk. Werkstad. Ja nog steeds, zo jammer.
“De socialistische wethouder Dries van der Vlerk” vind ik een prachtvondst “Kritiek was not done, eendracht was het parool, zwijgen de praktijk.” En zet de volgende zin eens in de tegenwoordige tijd: “Zij die de stad bouwden hebben goede en verkeerde denkbeelden gehad, ze waren dikwijls verblind door de eisen van het ogenblik, de financiële bezwaren, een nerveuze haast die hen deed handelen zonder goed na te denken. Nee, Rotterdam is geen ideale stad geworden.”
Prachtig artikel, helemaal mee eens en beter zou ik het niet kunnen formuleren.
Jammer dat kennelijk niemand zo’n aardig stukje gevoel leest, of wil lezen, of becommentariëren.
Terecht is er een stroom van mensen in het middenkader vertrokken, zeker na de aardgasbel, maar dat werd, zoals ik al eens heb betoogd veroorzaakt door het gebrek aan Altstadt. Dresden heeft het anders gedaan. Maar ook bijv. Valencia. Toen ik daar de eerste keer kwam zag ik een soort afstandelijkheid bij de restanten van een wereldtentoonstelling. Prima, maar even afstandelijk, zoals in Rotterdam na de oorlog werd gebouwd.
Tot ik de stad introk. En vernam, dat de rivier daar ooit een grote overstroming met veel slachtoffers had gemaakt. Men had de rivier rondom de stad geleid en op de overgebleven bedding een geweldig park aangelegd..veel groen..veel mensen..veel kleur..veel leven.
Denkend aan de kale orkaantrechter van Blaak naar Het Hofplein kon ik niet anders doen dan treuren. Toegegeven men had een geweldige Altstadt in Valencia, maar dit was nieuwe leefbaarheid.
Geen fallussymbolen van architecten, omdat het alles zonodig omhoog moet. De architect, die zo langzamerhand gedegradeerd is tot vastgoedvolger, of orkaantrechterontwikkelaars als dat meer aanspreekt.
Rotterdam heeft de reputatie van werkstad, maar waar vind je de bootwerkers, talleymannen, classificeerders nog in de stad zelve?
De werkers vind je in het Botlekgebied, de Maasvlaktes.
En als ik werkers zeg dan zeg ik de arbeiders in de maakindustrie, niet de white collars.
Het grijs/grauw waarop de schrijver doelt is ook correct een onleefbaar gegeven. Niet alleen Van Roode, maar ik zie graffiti voornamelijk op grote grijze vlakken en vind het een logische reactie van de mens die een grauw leven wordt opgedrongen.
Kleur is passie.
Het Oude Westen ontwikkelt zich gelukkig weer iets kleurrijks, waar ook de zelfkant toe behoort. Dat is inherent aan een grote ( ik zeg bewust niet havenstad) stad.
Ik zie ook weer de kleinhandel aanwezig. In een gewone straat in het oude westen zaten vroeger soms 2 waterstokers, 2 slagers, een kapper, kleermaker, schoenlapper, enz.
Toen waren het achterstandswijken maar geleefd werd er wel.
En zo ontwikkelt zich dat weer, hopelijk Gun het die ontwikkeling.
Ik wilde toch ook nog reageren met een pleidooi voor die arme sloeber. Niet alleen wijs ik dan op vrouwen, die vroeger zelf hun kleding maakten en in de huidige tijd om er netjes uit te willen zien en eigenwaarde tonen door noeste eigen arbeid beschaafd bij de bijstand komen
En dan moeten aanhoren, dat ze goed in de kleding zitten en dus wel een achterdeurtje zullen hebben. Dus niet in aanmerking komen voor…..
Ook de politiek loopt met D66 en LR voorop, dat je je eigenwaarde kan oppeppen door flexikracht, of payroller of zzp-er te worden.
Ze degraderen de arbeid tot bedrijfsmiddel en meer niet.
Ik zeg U, er is geen plaats in Nederland bij een beroepsbevolking van zeg 6 miljoen voor 6 miljoen ondernemertjes. Het leidt tot branchevervaging en nog grotere armoede.terug naar het middenstandsdiploma.
Ik typeer deze politieke visie als korte termijn termijnvisie in eigen politiekbelang, niet voor hun electoraat.
Koren op de molen van Zihni? Het zij zo. Het is niet anders
Nou John, ik heb het hele stuk gelezen hoor! Vind het erg mooi geschreven, hoewel ik er bij moet zeggen dat ik het wel vooral voor het informatieve aspect ervan heb gelezen.
Inhakend op de opmerkingen over het kunstwerk voor de Bijenkorf, we zouden inderdaad beter de bestaande kunst opnieuw leren waarderen dan steeds maar weer nieuwe erbij zetten.
Verder denk ik dat grote bomen altijd wonderen doen met het beeld van de stad, hoe meer je ervan in je stad hebt, hoe beter.