Met Keti Koti, op 30 juni en 1 juli, herdenken we de slavernijgeschiedenis. Hoe werd in het verleden hier in Rotterdam aangekeken tegen zwarte personen?
Op 30 juni en 1 juli wordt in Rotterdam Keti Koti gevierd, de bevrijding van de slavernij. Het monument op de Lloydpier neemt in de herdenking een speciale plaats in.
De kunstenaar heeft een bijzondere draai gegeven aan de uitbeelding van de voormalige slaven. De slavenboot is een platform geworden voor vier personen die niet meer geketend voortbewegen, maar los van elkaar aan het dansen zijn. De personen zijn niet zwart maar zilverig en beginnen te stralen op het moment dat de zon erop schijnt.
Hoe anders is de verbeelding op dit schilderij uit de collectie van Museum Rotterdam.
De vrouw op het portret is Margaretha van Raephorst, echtgenote van de in Rotterdam geboren Cornelis Tromp die de zoon was van de beroemde admiraal Maarten Tromp. Van de persoon links in de hoek is geen naam bekend. Hij wordt omschreven als ‘moortje’. Het schilderij dateert van eind zeventiende eeuw en markeert het begin van een trend die in achttiende eeuw in Nederland tot volle bloei kwam: een zwart persoon afbeelden als teken van de rijke status van de hoofdpersoon.
Al één reactie — discussieer mee!
Een uitspraak over hoe er tegen (zwarte) personen aangekeken werd op basis van een schilderij kan misleidend zijn. Ik ben zelf zwart. Als over 500 jaar op basis van onze media moet worden opgemaakt hoe er tegen zwarte mensen wordt aangekeken in het Rotterdam van nu zou je bijna gaan denken dat het samenleven altijd probleemloos en zonder racisme verloopt. Dat is natuurlijk allesbehalve waar gezien de vooroordelen die ik met regelmaat hoor, tassen die steviger worden beetgehouden en duimen die diefstalpreventief in zakken worden gestopt als ik in de buurt ben. Ook in het Rotterdam van nu. Op het moment dat je dit soort gedragingen benoemt doet niemand het.
In werkelijkheid komt het heel vaak voor. Meerdere keren per dag.