Kleinpolderplein transformeert zaterdag tot ééndagspark, want dit snelwegknooppunt is wellicht op termijn overbodig door de nieuwe A4. Het is maar goed dat eenzelfde plein ter plekke van de Oude Haven er nooit is gekomen. Paul Groenendijk blikt terug op dit megalomane wederopbouwplan.

Al 2 reacties — discussieer mee!
Misschien was Rotterdam dan uniek geweest. Niet alle megalomane ideeën moet je zonder meer in de prullenbak gooien.
Dit verkeersplein was niet zoals in de kop gesteld geprojecteerd naast de Oude Haven, maar er pal bovenop! De oudste haven van Rotterdam – het hart van de vooroorlogse waterstad – zou rücksichtslos worden gedempt.
In 1970 kwam het voorstel voor de Willemsverkeerstunnel, die zou uitmonden in een spiraalstelsel van wegen met afritten in diverse richtingen. Dit ‘slakkenhuis’ zou een middellijn krijgen van 300 meter en zich uitstrekken van 3 meter uit de hoek van het Witte Huis tot 3 meter uit de hoek Groenendaal-Kipstraat.
Tegen een zo grootschalig verkeersplein in dit binnenstedelijk gebied en tegen de voorgenomen demping van de Oude Haven werd fel geprotesteerd, o.a. door kunstenaars, schippers en studenten. Prof. van den Broek hield in het tijdschrift Bouw in 1971 een vurig “Pleidooi voor een belevenis”`; een brug als zichtbare verbinding tussen beide maasoevers. L.Tummers c.s. schreven in Wonen/TABK in 1971: ‘Arm onnozel Europa: Rotterdam of USA, tunnel of brug’ en het wijkorgaan Feijenoord-Noordereiland riep in 1973 in een publicatie op: “Kom over de Brug!”. In 1974 werd in een speciaal nummer van Bouw opnieuw ingegaan op de keuze waar Rotterdam hier nog steeds voor stond, met artikelen van o.a. Prof. van den Broek, L.Tummers c.s., R.Schieven, Herbert de Roy van Zuydewijn. In 1974 kwam er een nieuw College van B&W dat de prioriteit voor het autoverkeer wilde terugdringen en wonen in de binnenstad wilde stimuleren. Men was gevoelig voor de argumentatie voor een bescheiden brug en behoud van de Oude Haven, en in 1975 werd definitief besloten tot de aanleg van een kromme Willemsbrug, van beperkte lokale capaciteit, die de zuidelijke Maasoever met de binnenstad zou verbinden. Het Oude Havengebied bleef gespaard en begonnen kon worden aan het bestemmingsplan Oudehaven-Groenendaal om de wijziging van de bestemming bedrijfsgebied uit het Basisplan 1946 (bij het Haringvliet stond een bodecentrum en een betonfabriek !) tot stedelijk woongebied mogelijk te maken. Toen ik in 1976 als ontwerper in dienst kwam van Stadsontwikkeling werd dit een van mijn eerste opdrachten. In maart 1976 organiseerde een zevental kunstenaars (Cor Kraat, Hans Verschoor, Wim de Boek, Frits van Voorden, Guus Faasse, Herbert de Roy van Zuydewijn en Henny Maliankay) een ‘Wandeling door Niemandsland’ die zeer inspireerde tot een aandachtig samengaan van de nieuwbouw met de rond de Oude Haven gespaard gebleven fragmenten van de vooroorlogse waterstad (o.a. oude bruggen, het Witte Huis en koopmanshuizen aan Wijnhaven en Haringvliet).