Rotterdam is uitgegroeid tot het thuis van een meerderheid van minderheden. In de ‘superdiverse’ stad leven mensen van veel verschillende levenswijzen. Net als nu waren er vroeger ook zorgen over hoe van deze bijzondere samenstelling één stadssamenleving te maken.
Met de komst van de gastarbeiders begon Rotterdam een stedelijke transformatie die leidt naar wat genoemd wordt een ‘superdiverse’ samenleving met een ‘meerderheid van minderheden’. Het bijzondere van zo’n samenleving zal zijn dat er geen dominante cultuur meer bestaat, iets waar in de geschiedenis nauwelijks best practices van te vinden zijn. Mogelijk dat het vervagen van de dominante manier van doen in de huidige eetcultuur al wel te zien is: het Hollandse samen aan tafel om zes uur met een maaltijd van aardappelen, vlees en groente is bij veel mensen al vervangen door een variatie van gerechten die op allerlei tijdstippen en in verschillende gezinssamenstellingen op allerlei locaties in huis worden genuttigd.
De laatste grote migratiebeweging begon eind jaren zestig van de vorige eeuw met de komst van gastarbeiders. Vanwege de ongekende economische groei gingen bedrijven in Nederland, in Rotterdam bijvoorbeeld Verolme en Van Nelle, op zoek naar goedkope en laagopgeleide arbeidskrachten en vonden deze in Spanje, Italië en wat later in Turkije en Marokko. Een tamelijk onopvallende groep jonge mannen belandde in Rotterdam en ging in pension in huizen, voornamelijk in de oude wijken rondom het centrum. Zij werden niet opgevangen door hun bedrijven, maar in eerste instantie door vrijwilligers die vonden dat je deze gastarbeiders niet aan hun lot mocht overlaten.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Wat willen de schrijvers van dit stukje nu zeggen?
Religieuze tolerantie, democratische besluitvorming, sociale wetgeving, arbeidzaamheid, wetenschappelijke benadering van problemen, gelijkwaardigheid van iedereen, tolerantie t.o.v. alle niet intolerante meningen, ondernemerschap, drang tot permanente scholing, relativering van nationale gevoelens (te sterk zelfs), op tijd komen, elkaar religieus de les leren, vrijheid van partnerkeuze, algemeen belang laten prevaleren boven groeps- c.q. familie belang, geen genitale verminking toestaan, de dijken hoog houden, leger en politie goed controleren etc. Volgens mij onderdelen van de Nederlandse cultuur en die worden niet meer overgenomen?
So what en dan? O ja, die andere culturen verrijken onze samenleving?
Typerend ook hoe Nederlanders worden beschreven.
Het Hollandse samen aan tafel om zes uur met een maaltijd van aardappelen, vlees en groente
Bij ons is het huissie, boompie, beessie en een mooi ameubelementje.
Ja, daar zijn ze weer al die niet academische gevormde stereoptype Nederlanders. Goed hoor dat die nu gedwongen multicultureel verrijkt worden.
Over de partijdigheid van dit stukje.
Bolkestein 1990 en Fortuyn 1997 hebben al lang gewaarschuwd voor Scheffer (peveda) dat deed, maar ja die zijn niet van de club dus maar niet noemen!
Een goed geschreven en compact stuk van Börger en Jongstra, dat zich richt op wat het motto vermeldt: ‘wie het verleden kent begrijpt het heden beter’. Zo eenvoudig is het, en ook over de complexe en roerige delen van de Rotterdamse geschiedenis kan feitelijk en op rustige toon geschreven worden. Een goede inleiding voor nieuwe generaties.
Dit is geen column of een politiek stuk, des te opvallender is het daarom dat de heer Sörensen hierop reageert als een stier op een wapperende lap. Ik hou van deze stad, in al zijn complexiteit, en er is niemand die beweert dat alles goed gaat. Maar de boosheid en de rancune die ik hier hoor zijn geen productieve bijdrage voor de stad. De stad wordt mooier als je oog hebt voor de vitaliteit en de positiviteit, en vertrouwen hebt in de ontwikkeling, ook als de complexiteit te groot is om volledig te kunnen omarmen.
Meneer/mevrouw B.Bekooy
Na 32 jaar les te hebben gegeven aan juist die kinderen die het m.i. het best kunnen gebruiken denk in voldoende te hebben bijgedragen aan het welzijn c.q. welbevinden in onze stad. Omdat ik les heb gegeven op de grootste “zwarte school” in het Westen en centrum van onze stad heb ik m.i. veel bijgedragen aan de pogingen tot integratie. Ik heb – om het eens populair (populistisch?) te zeggen – aan het front c.q. met mijn poten in de klei gestaan!
Sterker nog : Ik denk meer expertise over subculturen te hebben dan het gros van de op kantoor of universiteit bivakkerende stadsgenoten.
Mijn ervaring is dat een bewuste sturing om van de stad een eenheid te maken tot falen gedoemd is.
Daarbij, er zijn in onze stad subculturen waar ik part noch deel van wens uit te maken. Die eenheid kan me gestolen worden en zo denken veel meer Rotterdammers, want ik word regelmatig op straat, de camping (vandaar late antwoord), de bridgeclub etc. aangesproken.
Als u gelezen heeft, heb ik betoogd (niet duidelijk genoeg?) dat er nog steeds één dominante cultuur bestaat!
Ik ben niet boos, maar erger me aan de schrijvers, die dat om één of andere manier niet zien of willen zien. Zij vertegenwoordigen in mijn ogen de eigen cultuurrelativerende softies van de linkse kerk. die nu jeremiëren, maar door hun opstelling debet zijn aan het probleem dat ze nu constateren. Misschien hard gezegd, maar waarom voorzichtig zijn? Ik heb nooit anders meegemaakt!
Het stuk heeft ook een duidelijke politieke inslag. Logisch dat ik daar op reageer.
Rancune? Ik ben best tevreden dus eigenlijk heb ik daar geen enkele reden voor.