Buurman is dankzij een vlag en grote naamborden niet te missen als je het terrein van de Keilewerf oploopt. Gevestigd in een grote loods, ingeklemd tussen Studio Roosegaarde en Praxis, en tegenover het Dakpark in West. Ooit thuishaven van een groothandelaar in sanitair, is de plek inmiddels een blikvanger geworden in het Merwe-Vierhavenskwartier.
Laura Rosen Jacobson (“Ja, dat is gewoon een Nederlandse naam hoor, ik ben niet in Oslo geboren ofzo”) leidt ons rond, een van de drie mensen achter Buurman. In alle hoeken van de ruimte wordt gezaagd, gestikt, gefreesd of ge-wat-dan-ookt.
Laura, wat doet Buurman nou precies?
“Buurman is een initiatief van mijzelf, Bas van den Berg en Lenard Vunderink. Het is allereerst een bouwmarkt. Maar dan wel een heel speciale bouwmarkt – hier vind je alleen restmateriaal dat afkomstig is van de bouw of van bouwactiviteiten, zoals de opbouw van een tentoonstelling of iets dergelijks. Dat scheiden en selecteren wij, en dat bieden we aan, tegen heel schappelijke prijzen. Ons aanbod is daarom ook hartstikke variabel: natuurlijk hebben we altijd plaatmateriaal en balken, maar we hebben nu bijvoorbeeld ook een serie kunststofplaten. Daar staat Natuurmonumenten-achtige informatie op. Sommige mensen vinden dat te gek: die snijden het doormidden en – hop! – je hebt unieke kastdeurtjes voor de keuken of iets dergelijks.”
Maar, die bouwmarkt is lang niet alles.
“Nee, zeker niet. We bieden ook nog een heel scala aan workshops. Meubelmaken voor beginners, bijvoorbeeld, of kluscursussen, voor vrijwel ieder niveau – van totale newbie tot de meer ervaren klusser, of, ook wel: de avontuurlijke klusser. Daarnaast hebben we scholen over de vloer en bedrijfsuitjes: samen timmeren en zagen, meubels maken. Soms om louter te ontspannen, maar zelfs dan nemen ze het vaak ook weer mee. En dan lunchen ze voortaan op de stoelen die ze hier hebben gemaakt.”
Die ‘avontuurlijke klusser’ – is dat degene die jullie boven de Praxis hiernaast verkiest?
“Ja. Je moet het zo zien: de mensen die hier materiaal komen zoeken voor een privéklus, of voor iets creatiefs, dat zijn de mensen die kunnen improviseren. Als je met een volledig uitgetekend werkplan op stap gaat en het moet per se die en die afmetingen hebben: dan is Buurman niet het meest voor de hand liggend. Of we moeten het heel toevallig allemaal hebben liggen. Nou, dat komt zelden voor. Nee, de mensen die hier komen kunnen on the spot beslissen: ok, dan maar andere balken en andere platen. Ze vinden het leuk om te zoeken. Verder zal ik eerlijk zijn: een groot deel van onze klanten komt ook omdat we heel goedkoop zijn. Zo is het ook wel weer.”
Vertel eens iets over de herkomst van het materiaal?
“Dat is simpel: het is allemaal, 100 procent restmateriaal. We hebben vaste afspraken met een aantal bouwbedrijven – we mogen het van hun bouwplaatsen afhalen. We krijgen ook vrij veel spullen uit de cultuursector: de Kunsthal levert bijvoorbeeld veel, als een tentoonstelling klaar is, of als er zaken overblijven na de opbouw. Overblijfsels zijn sowieso een goede bron: vaak calculeren (onder)aannemers 10% meer materiaal in dan ze naar verwachting nodig hebben. Er blijft gewoon zo ontzettend veel liggen op die plekken, dat is welbeschouwd bizar. ”
Voor de duidelijkheid: jullie verkrijgen deze spullen met gesloten beurs?
“Jep. We betalen niet voor de spullen. Het ‘enige’ waar we zelf in investeren is vervoer – dat regelen we in sommige gevallen zelf. En natuurlijk in personeel, worksops, overhead, noem maar op.”
Krijgen jullie dan niet het verwijt dat jullie een soort aasgieren zijn?
“Dat verwijt krijgen we heel soms te horen, of er wordt iets gezegd in de trant van ‘lekker makkelijk’. Nou, ik zou zeggen: begin zelf een zaak als de onze, dan praten we verder. Nee, wij zijn mensen die van nature erg gemotiveerd zijn om iets te doen aan verspilling. Wij vinden dat vreselijk. De gesloten beurzen maakt het duidelijk. Bovendien verlenen wij wel degelijk geldelijke waarde aan het restmateriaal: we brengen het opnieuw in omloop, verzorgen het, reduceren de afvalberg er behoorlijk mee. Kijk, de industrie – en nu trek ik het even breed – zorgt voor veruit de grootste afvalberg op deze planeet: 80% van het totaal, weer de helft van dat aantal komt van de bouw. Soms valt je mond er van open hoeveel containers er nodig zijn om een bouwplek op te ruimen. En dat moet allemaal snel-snel, geen tijd om te scheiden en het gaat met groot materiaal en wordt dan over flinke afstanden vervoert. Zo verspillend.”
Hoe gaan jullie je eigen risico op verspilling te lijf? Houden jullie de bal in Rotterdam?
“Ja! Dat is sowieso wat wij doen: we zijn een Rotterdams bedrijf, dat restmateriaal uit Rotterdam recycleert en opnieuw in omloop brengt. Dat vermindert bijvoorbeeld je vervoersvoetafdruk al ontzettend. Verder doen we ook intern aan flink hergebruik – als we dingen verzagen bij workshops, dan blijven er natuurlijk vaak stukken en blokken over. Die schuiven we door naar kinderworkshops. Daar komen blokken weer van pas. Eigenlijk is het een natuurlijk trapje naar beneden – groot wordt klein en dan nog kleiner, en vrijwel alles wordt nuttig gebruikt. Wat dán nog overblijft, dat veeg je op en gaat in een vuilniszak. Blijven hergebruiken: dat is de enige optie als je verspilling te lijf wilt gaan.”
Ik bedenk me nu dat ik nog niet naar de herkomst van de naam heb gevraagd. Een sympathieke naam.
“Dankje, dat was ook de insteek. We willen een ‘buurman’ zijn – iemand waar je even kunt langswippen voor een plankje, een boutje of een moertje. En die je goed kunt uitleggen: je moet dit zo en zo doen, wacht, ik doe het een keer voor. En natuurlijk is het ook een knipoog naar Buurman & Buurman!”
A je to!
“Haha, zeg dat wel! Mensen staan hier vaak te a je to’en, merken we. ‘En dat is het!’ Buurman en Buurman kunnen misschien niet klussen als de allerbesten, maar ze krijgen het wel gedaan, op een slimme manier.”
Een inspirerend stel. Schets tot besluit eens de toekomst van Buurman?
“We willen graag naar andere (grote) steden. Iedere plek zijn eigen Buurman-bouwmarkt, waar restmateriaal van die gemeente naar toe kan. We spreken nu concreet met de gemeente Utrecht, kijken wat zij voor ons kunnen betekenen. Net als hier zoeken we ook buiten Rotterdam naar inspirerende plekken.” Laura lacht. “En het helpt ook als je er vijftig dwarsbalken van tien meter in lengte kwijt kunt.”
Nog geen reactie — begin de discussie!