Een goede politicus heeft gezag en karakter, vond Erasmus. In zijn tijd betekende dat: studie van Grieks en Latijn, vorming door de klassieke ouden. Nu gaan we allemaal braaf naar school en is er heel wat anders nodig om onze leiders hard met deugdzaamheid te confronteren.
Stel dat Desiderius Erasmus met 21e-eeuwse ogen naar ons huidige politieke bestel zou kunnen kijken en zich zou afvragen wat er nodig is om toekomstige politici voor te bereiden op hun ambt. Dan zou hij een ander boek schrijven dan hij in 1515 schreef en dat beroemd is geworden onder de titel De opvoeding van de christenvorst. Erasmus schreef dit boek voor kroonprins Karel, die voorbestemd was om keizer van het grote Franse rijk te worden. De kanselier van Brabant, Jean le Sauvage, had bedacht dat het misschien een goed idee zou zijn om Erasmus te benoemen tot raadsheer van de jonge Karel, en met dit geschrift solliciteerde Erasmus naar de gunst van deze aanstaande christenvorst. Het is een erg aardig en wijs boek geworden waarin Erasmus op een boeiende manier zijn humanistische ideeën uiteenzet over de karakterontwikkeling die een toekomstige leider moet doormaken om een goede vorst te kunnen worden.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 2 reacties — discussieer mee!
“Wat zou Erasmus zich, tussen haakjes, geschaamd hebben voor Ronald Reagan, een acteur die op een troon geheven werd.”
Grappig de stijlfiguur waarmee de schrijver zijn mening laat verwoorden door Erasmus. Op zich natuurlijk een gruwelijk anachronisme. Soit.
Commentaar op een door de Amerikanen tot twee keer toe met meerderheid gekozen president, die een einde heeft gemaakt aan de koude oorlog. Maar ja, een acteur die president wordt, dat kan natuurlijk niet in het land waar je van schoenenpoetser miljonair kunt worden.
Ik vraag me als betrekkelijke leek af of het boek van Erasmus geen reactie was op het net daarvoor verschenen werk Il Principe van Machiavelli, die allerlei vorsten uit de oudheid (heidenen) als voorbeeld voor een “goede”vorst stelt.
Tja, geen idee wie Jordy Dijkshoorn is, maar de invalshoek die Jan Bransen maakt vind ik op zijn minst interessant. Er vallen wel enige kanttekeningen te plaatsen:
1. Zo wordt de indruk gewekt dat nagenoeg niemand naar school ging in de 16e eeuw. Mijn onderzoek naar 16e eeuwse methodes voor muziekonderwijs tonen een ander beeld. Na de introductie van elke zondag “levende kerkmuziek” door Luther (en kort na 1500 gestalte gegeven door Johann Walter) komt er via de scholen een ongekende bloei tot stand in vrijwel alle dorpen en steden in N/O Duitsland. In Syntagma Musicum van Michael Praetorius (1619) is reeds sprake van een in onze ogen onvoorstelbare algemene muzikale ontwikkeling in Duitsland die m.i. alleen mogelijk kon zijn via een zeer goed geolied onderwijssysteem (dat uiteindelijk rond 1700 leidt naar J.S. Bach, de onbetwist grootste muzikant van onze cultuur). Dit onderwijs systeem was er natuurlijk niet voor iedereen, maar wel voor meer mensen dan Bransen suggereert en zeker voor aankomende politici. Ik beschik over 16e eeuwse muziek methodes voor kinderen van ca. 10 jaar in onbetekenende provinciestadjes, in het Latijn! Het niveau overstijgt alle muziekonderwijs methoden op huidige lagere én middelbare scholen verre.
We mogen aannemen dat deze tendens geldt voor heel west Europa.
2. Het valt nu moeilijk meer na te gaan in hoeverre Erasmus invloed heeft gehad op het handelen van Karel V, maar gezegd moet worden dat Karel V op een uiterst bekwame en behoedzame wijze een immens gebied heeft bestierd. Hij doet een beetje denken aan de huidige Obama: “eerst lang nadenken en overleggen voordat er wordt geschoten”. In die zin is de vraag interessant of Karel V niet nóg beter in staat zou zijn om huidige politici op te leiden dan Erasmus… Leuk voor een volgend artikel van Jan Bransen.
3. De “wilde van Aveyron” leerde ons in de 19e eeuw al dat wij zonder kennis van wat onze voorouders hebben opgebouwd slechts op handen en voeten als primitieve dieren wat rondscharrelen en vanaf een jaar of tien geen enkele kans meer hebben om nog “een beetje mens te worden”. Hieruit volgt een gigantische verantwoordelijkheid voor ons onderwijs/opvoeding systeem!
De renaissance leidde ons (mede) door de “oude” overgebrachte kennis door de uit Byzantium voor de Turken naar Rome gevluchte intellectuelen én de uitvinding van de boekdrukkunst, in 100 jaar naar de Gouden Eeuw. Eérst kennis, toén Gouden Eeuw!
Rond 1680 durfde een enkele domme student aan de Sorbonne het nut van de kennis van “Oude Culturen” ter discussie te stellen, wat hem duur kwam te staan…
Nu de computer ons, dus ook onze kinderen, in staat stelt om kennis te nemen van ALLE KENNIS die er is, zal ons onderwijssysteem vooral de moed moeten hebben om daarin onze jeugd de weg te wijzen. De door Bransen genoemde “schoolse disciplinering en instrumentele efficiëntie” faalt daarin op gruwelijke wijze. En heeft in het gunstigste geval geleid tot een ernstig gebrek aan taal- en rekenvaardigheid. Ernstiger is het totaal ontbreken van kunstzinnige vorming. Elke cultuur van enige betekenis toont dat de kunsten wegwijzer zijn in het sturen van de kennis ten behoeve van de vooruitgang. Hoewel nú nodiger dan ooit faalt het onderwijssysteem hierin totaal. Zal Jordy Dijkshoorn de man zijn die het gestrande schip vlottrekt?
4. Het NEXUS instituut in Tilburg is m.i. op dit moment verreweg de meest gezaghebbende “denktank” in zake dit onderwerp en verdient veel grotere aandacht en steun. Word lid!
Ook Prof. Dr. van den Berg van de Metabletica geeft in tal van zijn boeken waardevolle achtergrond informatie betreffende dit onderwerp.