Rotterdam heeft het imago van een arbeidersstad. Zit er iets in het Maaswater? Trots zijn we in ieder geval op ons harde werken.
Rotterdammers staan al heel lang te boek als noeste werkers. “Te Rotterdam is alles met een geest van bezigheid en drukte bezield; de geheele stad is een nest van nijvere mieren, een korf van rustelooze werkbijen; het is of de pols van die stad eenige slagen sneller klopt dan die van alle andere hollandsche steden”, schreef dichter en predikant J.P. Hasebroek in 1840.
Tachtig jaar later zou de bekende journalist M.J. Brusse ‘t hem nazeggen. “Rotterdam is de werkman in de familie van de Nederlandsche steden”, schreef hij in zijn Rotterdamsche zedenprenten. “En gij moogt daarop neer zien, gij moogt daarop smalen, gij moogt er ons om mijden, […] – wij zijn trotsch op onze werkhanden, trotsch op onzen werkmanskiel, trotsch op onzen eenvoud, die gij dan gerust benepenheid, behoudendheid, stugheid, gebrek aan innemendheid, aan goede manieren, aan beschaving zelfs moogt noemen”.
De hardwerkende Rotterdammer

leestijd: < 1 minuut
1 reactie
//=Helpers\share_buttons($social_args)?>