Na de aanslag in homonachtclub Pulse in Orlando werd een petitie gestart voor een homomonument in Rotterdam. Een ongefundeerd plan, legt Frank Fabian van Keeren uit.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al 2 reacties — discussieer mee!
”Laat ik maar beginnen met mijn grootste ergernis. Er bestaat niet zoiets als de homo- dan wel de LHBTQ(I)+ gemeenschap. Het is kwalijk voor te wenden dat die wel bestaat en nog kwalijker om je voor te doen als de vertegenwoordiger ervan. Mensen met een atypische seksuele voorkeur of atypische geslachtskenmerken maken als individuen deel uit van de samenleving. Wat hen kenmerkt is juist dat ze, al dan niet heimelijk, binnen alle gemeenschappen en in alle lagen van de samenleving voorkomen. Door ze als een (coherente) gemeenschap af te schilderen, categoriseer je en plaats je ze als groep buiten het ‘normale’. Dat moeten we nou juist niet willen.”
Naar mijn mening bestaat deze gemeenschap wel degelijk, of het nu gaat om uitgaansgelegenheden of Gay Prides, het ontkennen van een gayscene is net alsof je ontkent dat er een Joodse, Islamitische of Christelijke gemeenschap bestaat. Het feit dat LGTBQ+ als individuen deelnemen aan de samenleving, betekent nog niet dat zij geen aparte gemeenschap kunnen hebben. Dat is net zoiets als dat je zegt dat een jood, moslim of christen naast zijn religieuze overtuiging niet kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Dit is natuurlijk volstrekte onzin. Die categorisering is op dit moment helaas nog steeds nodig om juist enerzijds deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer en anderzijds de veiligheid te kunnen ervaren van een omgeving waarbinnen hun atypische seksuele voorkeur of geslachtskenmerken volledig geaccepteerd wordt.
”Maar in tegenstelling tot regenboogzebrapaden zijn monumenten er niet louter om aandacht te vragen. Ze zijn er vooral om te gedenken. En dat vraagt om een zekere afbakening van wie of wat dan te gedenken. Of het nu gaat om het Nationaal Monument Slavernijverleden, het aanstaande Holocaustmonument in Amsterdam of de Verwoeste Stad van Ossip Zadkine. Lukraak een monument oprichten voor alle LHBTQI+’ers die ooit, waar ook ter wereld, wel eens slachtoffer waren van discriminatie? Dat is alsof je een monument opricht, niet voor holocaust- of slavernijslachtoffers, maar voor joden of mensen met een donkere huid.”
Waarom zou een monument per se een gedenkfunctie moeten hebben? En waarom zou een monument, als het dan toch die functie moet hebben, niet ter nagedachtenis van de strijd (waar nog steeds in vorm van zelfdoding, aanslagen, mishandeling en discriminatie slachtoffers vallen in vallen) voor LHBTQI+-rechten kunnen worden opgericht? De auteur gaat eraan voorbij dat LHBTQI+’ers helaas nog steeds slachtoffer zijn van hun geaardheid of geslachtskenmerken. Je kan iemands hoedanigheid als LHBTQI+’er dus niet loskoppelen van het slachtoffer zijn van discriminatie, van belediging tot moord. Daarnaast ben ik ook van mening dat er niets op tegen is om een monument op te richten tegen discriminatie in zijn algemeenheid of per ”gemeenschap” (of dat nu voor joden, moslims of negroïde mensen is).
”Wikipedia leert ons dat ‘LHBT’ staat voor lesbian, gay, bisexual en transgender. Om niemand uit te willen sluiten kwam daar de Q bij. Die staat voor queer of voor questioning. Niemand weet het meer precies. Vervolgens voegde men er ook de I aan toe van intersexuality. En voor iedereen die zich dan nog steeds uitgesloten voelt is er tegenwoordig de plus. Vooral die laatste intrigeert: zo langzamerhand hoort iedereen die zich erbij verbonden voelt, er helemaal bij.”
Juist hier vind ik de auteur helemaal de mist in gaan. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat zowel mannen als vrouwen een ”vloeibare seksualiteit” hebben. Je bent dus nooit honderd procent hetero of honderd procent homo, iedereen is dus op een bepaalde manier LHBTQI+. En juist hier komt de kracht van een dergelijke plus naar voren, LHBTQI+’ers zullen enkel volledig geaccepteerd worden, indien iedereen begrijpt dat ze ook onderdeel zijn van die gemeenschap. Daarnaast laat juist die plus zien dat de beweging/gemeenschap open staat voor iedereen. Er zijn maar weinig organisaties die voor acceptatie strijden die zelf zo accepterend (wil het woord tolerant niet gebruiken) zijn. Mooi toch? Verder snap ik niet wat de functie van deze alinea is binnen een betoog tegen een monument voor LHBTQI+’ers, de auteur maakt immers alleen maar duidelijk dat hij inhoudelijke vraagtekens heeft bij de richting die de LHBTQI+ ”beweging” opgaat. Ik snap de functie van deze stelling niet binnen een argumentatie tegen een LHBTQI+monument.
‘Door ze als een (coherente) gemeenschap af te schilderen, categoriseer je en plaats je ze als groep buiten het ‘normale’. Dat moeten we nou juist niet willen.’ –> dit is nogal een discussie puntje.
1. Wie is ‘we’ ? Wie moet dat niet willen? Voor wie spreek je?
2. Moet je LHBTQI+ ‘normaliseren’, binnen het ‘normale’ laten bestaan, zodat ze niet meer herkenbaar zijn als ‘anders’ ? Of wil je een samenleving waarin ‘anders’ prima mag bestaan, met behoud van verschillen, en waarin mensen meer op symbiotische wijze met elkaar omgaan? Ook als zij een ‘coherente’ gemeenschap wíllen vormen opdat zij een veilige ruimte voor zichzelf kunnen creëren? (ik lees coherent hier maar even als ‘samenhangend’).
Ik vind LHBTQI+ willen ‘normaliseren’ een eng idee. Alsof de scherpe randjes eraf moeten. Oeps er valt iets ‘buiten’, de normale orde en de samenleving is van iedereen (ahum), dus snel in de ‘normale orde’ voegen en vooral geen gemeenschap vormen die zichzelf bij tijd en wijle kan en mag afsluiten om even op adem te komen en zichzelf te oriënteren op de wereld.
Ik denk dat de hangout superwerk doet door juist die veilige ruimte te creëren waarbinnen men zich kan versterken met elkaar en daarnaast probeert zich te verhouden tot die ‘normale orde’ die hen uitsluit. Ik snap die noodzaak.
een ‘monument’ is inderdaad om te gedenken. Vaak om geweld tegen een identificeerbare groep te gedenken. Ik kan me geen beter voorbeeld indenken als het omnipresente geweld tegen alle ‘afwijkende’ seksualiteiten die al eeuwen bestaat, en oneindig veel verschijningsvormen kent, nu eindelijk eens EXPLICIET te gedenken. Niet alleen in WOII werden homo’s vervolgd. Dat gebeurt nog steeds, in woorden en daden zoals Rotterdammers dat zo mooi zeggen. ‘Gedenken’ van geweld, mag dat pas wanneer het geweld een hoofdstuk heeft in de geschiedenisboeken op de middelbare? Pas wanneer Discovery er hele weekenden aan wijdt? Als ik moet gaan wachten op de canon van de geschiedenis, kan ik wachten tot ik een ons weeg.
Nee super dat het idee over ‘gedenken’ nu eindelijk eens wordt doorbroken en ook geweld dat niet tot in het oneindige is gedocumenteerd en gedefinieerd, herdacht mag worden.