De landelijke pers smult van de zaak rondom corrupte douanier Gerrit G die vele duizenden kilo’s cocaïne de havens binnenliet. Hoe kon Rotterdam zo’n lucratieve ‘hub’ voor cokehandel worden? Damian Zaitch promoveerde daarop en onthult de werkwijze van smokkelaars.
De ‘war on drugs’ binnen de douane lijkt weinig effectief. Het is nauwelijks nog nieuws als er weer een lading cocaïne in een container is aangetroffen. Er is dit jaar al meer dan twaalfduizend kilo onderschept. Een recordvangst, en dus een flinke aderlating voor de smokkelaars. Maar toch blijft de smokkel moeilijk uit te bannen.
Er blijft immers wereldwijde vraag naar de drugs die maar in drie landen ter wereld wordt geproduceerd: Colombia, Bolivia en Peru. Bovendien, de smokkel is lucratief. De exportprijs (lees: verkoopprijs) van een kilo cocaïne ligt rond de tweeduizend euro; de importprijs (lees: straatwaarde) in Nederland is grofweg het vijftienvoudige. Door de enorme marges loont het om havenpersoneel en óók douaniers om te kopen, zoals te zien in de rechtszaak tegen Gerrit G. Zodat een onderschepte lading niet per se einde oefening is.
Internationale cocaïnesmokkel en de rol van Nederland als doorvoerland heeft de interesse van Damián Zaitch, sinds 2009 verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft enkele jaren geleden zijn proefschrift gewijd aan de cocaïnesmokkel van Colombia naar Nederland. Centraal stond de vraag óf – en hoe – de cocaïnesmokkelaars goed gebruik konden maken van internationaal transport naar Nederland – via de havens van Rotterdam, Amsterdam en Schiphol. Daarvoor heeft hij contact gezocht met de Colombianen die in Nederland actief zijn. Zaitch is een expert in het onderzoek naar cocaïnehandel als vorm van transnationale criminaliteit.
Al één reactie — discussieer mee!
‘Hoe Rotterdam de internationale spil van cocainsmokkel werd’ suggereert de kop. Vervolgens gaat de auteur hier slechts heel summier op in. Als je de lezer zoiets voorschotelt, moet je dieper gaan dan de constatering dat Rotterdam een grote haven heeft, waar heel veel dozen geschoven worden, met goede achterlandverbindingen.
Datzelfde geldt namelijk voor Antwerpen en Hamburg. De genoemde punten zijn ook precies de redenen dat allerlei andere bedrijven zich in onze regio hebben gevestigd, die zich niet met smokkel bezighouden. Nu is het niets meer dan een uiteenzetting van zijn proefschrift, gepubliceerd in 2001 (uitroeptekens!), actueel gemaakt door het Gekke Gerrit-sausje.
Daarnaast vind ik de 20 ton die per jaar via de Rotterdamse haven zou binnenkomen nogal stellig gebracht. Niemand weet wat er precies binnenkomt. Het OM houdt het al jaren op hele grove schattingen.