Volgens gastschrijver Daan Schneider verkeert Rotterdam in een identiteitscrisis. In de duiding van 010 struikelen stukjesschrijvers over elkaar, en misschien is juist dát wel typerend voor de stad. Daan doet graag een duit in het zakje.
‘Rotterdam,’ zeg ik als mensen vragen waar ik vandaan kom. Daar kom ik ook vandaan. Ech wel. De enige voetnoot is dat mijn ouders het nodig achtten me op mijn tiende mee te nemen naar de provincie, ‘waar je tenminste nog een beetje buiten kan spelen.’ Aan mijn Rotterdamse wortels werd ik meegesleurd. Trots was ik toenmaals de enige in het gezin met een licht Rotterdamse tongval, die er snel is uitgesleten in ons nieuwe thuisdorpje nabij de Hoge Veluwe. Lekker buitenspelen kon je er zeker, maar als puber dacht ik nog met regelmaat aan de stad met die brug waar ik als kind onmogelijk een zwaan in kon ontdekken.