Nagefloten worden of seksueel getinte opmerkingen naar je hoofd krijgen, bijna alle Rotterdamse vrouwen hebben er ervaring mee. Wanneer wordt dergelijk gedrag intimiderend of bedreigend? En wat kan de gemeente hier aan doen? Dat vertelt Tamar Fischer dinsdag in het minicollege.
Dr. Tamar Fischer, criminologe aan de Erasmus Universiteit, deed in opdracht van Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam onderzoek naar seksuele straatintimidatie in Rotterdam. Ze onderscheidde daarin drie vormen van intimidatie: verbaal (roepen, fluiten, sissen), non-verbaal (nastaren, indringend kijken) en fysiek (aanraken, beetpakken, achterna lopen). Opvallend is dat uit dit onderzoek blijkt dat de meeste vrouwen regelmatig te maken krijgen met (seksuele) toenadering op straat. Maar in veel gevallen wordt dit niet als bedreigend of intimiderend ervaren (66%). Het percentage vrouwen dat met ernstige vormen van intimidatie ervaring heeft, is beperkt (5%).
Hoe verschillend de beleving van vrouwen ook is, de meeste vrouwen passen wél vaak hun gedrag aan om de kans op straatintimidatie (of erger) te voorkomen. Ze nemen bijvoorbeeld andere routes, besluiten hun kleding aan te passen en gaan op bepaalde tijdstippen niet alleen over straat. Hoe ver gaat dit en waarin kan de gemeente de kans op straatintimidatie verkleinen?