Dit jaar doe ik voor de eerste keer mee aan de Roparun, de estafetteloop van Parijs of Hamburg naar Rotterdam die dit jaar voor de 26ste keer plaatsvindt. Een tocht van ruim vijfhonderd kilometer door steden en slaperige dorpjes. Waar en waarom is de Roparun ontstaan? Ik besloot het uit te zoeken.
Toen twee Rotterdamse vrienden begin jaren negentig een weddenschap aangingen (“Wedden dat ik zonder problemen van hier, Rotterdam, naar Parijs loop?”), konden ze niet vermoeden dat deze grootspraak zou uitmonden in een jaarlijks terugkerend mega-evenement. Sinds 1992 klinkt in het pinksterweekend traditiegetrouw het startschot voor duizenden sportieve weldoeners, die langs het parcours worden aangemoedigd door een veelvoud aan toeschouwers.
Arie Wezemer was erbij vanaf het prille begin en heeft de Roparun door de jaren heen zien uitgroeien tot wat het nu is. Als geen ander weet hij hoeveel organisatie het vergt om de loop in goede banen te leiden. “En die organisatie is perfect. Onze motorrijders zorgen voor controle en veiligheid. We hebben medische teams op de route en zelfs onze eigen Wegenwacht staat paraat, mocht er een volgwagen met pech uitvallen of onverhoopt in de greppel rijden.” Tijdens de Roparun doet het kantoor aan de Jan van Galenstraat in Schiedam – waar ik hem spreek – dienst als zenuwcentrum.
Nog geen reactie — begin de discussie!