In 2020 zijn er in Rotterdam 800 bedden voor psychiatrische patiënten minder. De verwarde, buurman wordt vaker thuis behandeld, in plaats van (gedwongen) opgenomen. Het gevolg: een draaideur-beleid en meer verwarde Rotterdammers. Hoe kan het anders?
De afgelopen weken kwam aan bod waar verwarde Rotterdammers terechtkomen, wat de impact van een gedwongen opname is en hoe de crisisdienst daarin dagelijks haar afwegingen maakt. Dit vierde en laatste deel gaat over waarom patiënten deze cirkel keer op keer doorlopen.
In de psychiatrie bestaat al decennia het ideaal dat patiënten beter herstellen in hun eigen sociale kring met vrienden, familie en collega’s. Cliënten hebben behoefte aan een ritme waarmee zij in de maatschappij meedraaien. Dat zal hen meer eigenwaarde geven dan een langdurig verblijf in het psychiatrische ziekenhuis, waar iemand het omgaan met de hectiek van het drukke leven in de stad misschien verleert.
En zo kwamen minister Schippers, GGZ-instellingen, zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties in 2012 met elkaar overeen dat in 2020 het aantal opnameplaatsen in GGZ-instellingen met één-derde minder moest zijn vergeleken met 2008. Vertaald naar de gemeente Rotterdam komt dat neer op circa achthonderd bedden minder. Aanbieders Parnassia en Antes hebben de klinische bedden tot nu toe al met 20 procent verminderd.
De GGZ aan huis? Ambulant behandelen heet dat in vakjargon. “Ambulant behandelen is niet alleen prettiger voor de patiënt, maar ook gemiddeld flink goedkoper dan een langdurende opname,” schrijft Parnassia BV in het jaarverslag 2015. “Waarbij we ervoor moeten zorgen dat er voldoende bedden overblijven voor patiënten voor wie klinische opname noodzakelijk is. In veel gevallen gaat het dan om een gedwongen opname, om de patiënt en/of de omgeving te behoeden voor gevaar.”
Nog geen reactie — begin de discussie!