
Rotterdam haalde in januari eindelijk weer eens het wereldnieuws. Dit keer niet met de mooiste skyline of als ‘Manhattan aan de Maas’, maar met een patsercontrole. Jongens in te dure jassen kunnen extra politiecontroles verwachten. In het Engels klinken de stoere woorden van korpschef Frank Paauw nog net wat stoerder: “We’re going to undress them on the street.”
De botte bijl is al jaren een geliefd instrument om de stad veiliger te maken: preventief fouilleren, camera’s op straat, huftercontroles. Iedereen lijkt crimineel tot het tegendeel bewezen is.
In verkiezingstijd wordt die harde aanpak nog eens extra aangezet. Zo claimt Leefbaar dat Rotterdam dankzij hen “veranderde [van] de stad van junks en de Keileweg in de stad van Law and Order.” De VVD belooft een “lik-op-stuk-beleid” met meer beveiligingscamera’s, preventief fouilleren en snelrecht.
Maar een onderzoek dat de gemeente recent liet uitvoeren, raadt geen patsercontroles aan, maar een wijkagent die een praatje maakt. Zo groeit het vertrouwen en loopt de politie niet langer belangrijke informatie mis over criminaliteit en radicalisering.