Aan de voornacht van het literaire festival Woordnacht, 13 en 14 april in Arminius, bespreekt Simone van Hulst hoe een festival zich kan verhouden tot het discours waar het onderdeel van is.
Elk cultureel-maatschappelijk evenement heeft een achterkant. De kantoren waar beslissingen worden genomen, de hoofden waar programma’s in worden gekweekt, de gesprekken waarin het publiek wordt gevisualiseerd, de netwerken die worden aangesproken en minder tastbare dingen zoals voorkeur en blinde vlekken. Deze opsomming van de achterkant noem ik het onderbewuste. Vanuit dit onderbewuste wordt bepaald wat het publiek te zien krijgt. Hier gaat alles nog goed: de achterkant let immers op de voorkant. Maar wie let er op de achterkant? Een bestuur of raad van toezicht? Is dat genoeg? Wie stelt hier dan de verdiepende vragen? Is dat een positie die het publiek, de journalistiek of de RRKC moet innemen?
Naast een achterkant heeft elk evenement in de culturele sector verantwoordelijkheid. Hoe autonoom de bezoeker ook is, deze krijgt iets gesuggereerd en voorgespiegeld: er wordt een beeld neergezet en een ander beeld uitgesloten. Dit moet integer gebeuren en integriteit is niet mogelijk zonder zelfreflectie. We kunnen ons geen onbewuste keuzes meer permitteren, er moet gewetensvol geprogrammeerd worden en niet alleen omdat dat leuk is voor het jaarverslag. Zeker in Rotterdam, waar nog niets vanzelfsprekend is, maar we ons wel met een noodvaart ontwikkelen. De culturele sector beheert de meest concrete ruimte voor het reflecteren van de stad, van de tijd, van politieke verwikkelingen en van complexiteiten tegen de achtergrond van het alledaagse.
Nog geen reactie — begin de discussie!