De overheid zet al jaren publieke gebouwen als scholen en buurthuizen in de uitverkoop, zo ook het postkantoor aan de Coolsingel. Stop met de verkoop van publiek vastgoed aan de hoogste bieder en geef culturele initiatieven een kans.
Naar aanleiding van het bekendmaken van de plannen voor een woontoren op het postkantoor aan de Coolsingel veroordeelt Bart Bekooy de architectuur, de architect en monumentencommissie van een knieval voor de markt. Hij heeft gelijk, met dit plan worden de criteria voor lelijke hoogbouw scherper gesteld.
Toch is de architectuur niet de kwestie waar het in mijn ogen over gaat. Het gaat verder terug, naar het moment waarop ‘wij’, de samenleving vertegenwoordigd door onze overheden, publiek bezit aan de markt zijn gaan verpatsen. Daarmee hebben we het postkantoor en een reeks van andere beeldbepalende en centraal gesitueerde gebouwen in de leeuwenkuil van speculatie en winstmaximalisatie gegooid.
Met de vermarkting van het postkantoor is een enorme kans naar de vaantjes. Was het in publieke handen gebleven, dan had de grote centrale hal kunnen worden getransformeerd tot een combinatie van pop- en jazzpodium, debatcentrum en burgerlijke feestzaal, terwijl de kantoren aan de achterzijde en op de verdiepingen als verdienmodel plaats hadden kunnen bieden aan vele kleinere culturele en maatschappelijke instellingen. Cultuur en ontmoeting in het hart van de stad in plaats van weggestopt en verdeeld in de resthoekjes en -gaatjes, waar het nooit lang kan blijven, want de markt vraagt immers om ontwikkeling.
Al 19 reacties — discussieer mee!
Zowel Bart Bekooy als Piet Vollaard dragen goede argumenten aan tegen de plannen met het Postkantoor aan de Coolsingel. Een wolkenkrabber van 150 m hoog op een rijksmonument en de nodige ingrijpende wijzigingen aan het pand. Het past in het nog niet zo lang geleden alvast aangepaste bestemmingsplan voor de binnenstad dus ambtelijk geen probleem, goed voor de stad, de ambities, de centen en de levendigheid en verder niet zeuren is het credo. Maar het gaat hier wel over een fundamentele principe kwestie, de wettelijke strenge bescherming van cultureel erfgoed en monumenten. Tot stomme verbazing van velen heeft de lokale monumentencommissie min of meer akkoord gegeven. Die commissie heeft zich daarmee totaal incompetent en overbodig verklaard. In 2009 is een aanpassing nog geweigerd zoals het hoort. Echter, Rotterdam vindt zichzelf ‘booming’ en wil Manhattan aan de Maas . Onder druk van de macht van het grote geld van projectontwikkelaars , stedebouwkundigen (sic) en de architecten die met deze fallus naar zelfbevestiging jagen, neigt het opportunistische gemeentebestuur zelfs dit toe te laten. De plannen zijn al ver. Hiermee is het hele begrip cultureel erfgoed een lege huls geworden. Daar waar normaal nog geen dakraampje mag worden gewijzigd gebeurt dit. Het Rotterdamse stadhuis – ook rijksmonument- wordt zowiezo indirect ontsierd als men van enige afstand kijkt. Het vertrouwde beeld van 2 iconen naast elkaar die het bombardement hebben overleefd verdwijnt en het stadhuis domineert met de blik in de hoogte niet meer, maar wordt letterlijk overschaduwd door een ernaast staande wolkenkrabber. Moet kunnen. Het ergste is dat waar het gemeentebestuur als bevoegd gezag moet waken over de instandhouding van monumenten hier zelf een belang bij heeft, kennelijk in de greep als zij is van de al genoemde betrokken partijen. Zij kan haar eigen omgevingsvergunning voor zichzelf verstrekken. Iets van slager keurt zijn eigen vlees. In dat opzicht is de status (rijks)monument met de introductie van de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht de facto een farce geworden. De enkele voorwaarde daarin dat “het belang van monumentenzorg zich niet mag verzetten” is een contradictio in termine. Het belang verzet zich immers altijd.
Period.
Een rijksmonument voor een kwart slopen voor zo’n toren is te banaal voor woorden.
Het depôt van het Natuurhistorischmuseum aan de Fruinstraat lijkt het volgende voorbeeld te worden; de huur wordt opgezegd en het is onduidelijk wat er gaat gebeuren. Er is geen eenheid in het beleid van het College, iedere wethouder doet wat hem/haar goeddunkt; zonder visie verkommert de stad.
Het postkantoor is wel een slecht gekozen voorbeeld. Dit gebouw was tot 2007 eigendom van het beursgenoteerde KPN. KPN is al in de jaren 80 van de vorige eeuw geprivatiseerd en het gebouw is daarmee al bijna 30 jaar geen publiek eigendom meer. Dat KPN als particulier eigenaar het gebouw heeft verkocht kan je als gemeente Rotterdam danook moeilijk tegenhouden. Datzelfde geldt voor publieke gebouwen die in eigendom zijn van de rijksoverheid, zoals het noordsingelcomplex was. Dan ben je als gemeente ook alleen maar vragende partij.
En anders het depot (of op zijn Frans dépôt) van het Natuurhistorisch Museum wel. Huur je toch wat ruimte bij de Verre Bergen in de nieuwe opslag van Boijmans. Nu lijkt het net of ze uit hun Villa worden geknikkerd (wat dan wel weer een goed voorbeeld is van mislukte vernieuwbouw). Geef mij dan maar die snelle marktjongen, die op welhaast filantropische wijze bij het Koetshuis in het Park de funderingsproblemen heeft opgelost en en passant ook nog wat extra woonruimte heeft gecreëerd. Ik verlang ook wel eens naar 1972, toen bezit diefstal was en de staat nog herverdeling van eigendom propageerde. Het is alleen anders gelopen. En nu zit ik in de binnentuin van het Wallisblok toch nog vanzelf rijk te worden. Daar heeft de humuslaag trouwens weinig van te lijden. Alle winst wordt teruggeploegd in kunst en cultuur. En die kunstschilder, die zijn halve leven gratis in de HBS heeft mogen wonen, heeft toch zeker een mooie tijd gehad. Echt doorgebroken is hij overigens nooit.
Het geloof in de zegeningen van de overheid is hardnekkig, ondanks het aantoonbaar niet of slecht functioneren. De gemeente Rotterdam heeft nog zoveel onroerend goed (circa 6.000 objecten), waarbij voor ongeveer de helft niet duidelijk is waarom de gemeente dit zou moeten blijven bezitten. In de praktijk gaat het beheer en onderhoud uiterst moeizaam en kost het afstoten ongelooflijk veel tijd. Dat alles gaat ten koste van de gemeentekas, waardoor wenselijke zaken dus niet door kunnen gaan.
Overigens vind ik de geplande toren veel te hoog, maar de gemeente heeft in haar wijsheid, met steun van de gemeenteraad, in een deel van het centrum de hoogtebeperking laten vallen.
Ik was hier tegen.
Gaat het museum hier niet zelf over?
Complimenten voor de mooie visualisatie van de toren door Rémon! Jammer alleen van de tekst er omheen.
Als gemeente kun je wel een beetje sturen (bijvoorbeeld door bestemming vast te leggen) of langs de weg van bouwvergunning. Het probleem is vaak dat gemeente zich laat chanteren en adviezen van welstand of monumentencommissie wegens ‘economisch belang’ naast zich neerlegt.
Ook als de Rijksoverheid verkoopt (en die noem ik ook, is vaak net zo opportunistisch als de lagere overheden), kun je als grote gemeente nog wel invloed uitoefenen. Maar dat moet je dan wel willen. En daar ontbreekt het vaak aan.
Droom lekker verder. Als je denkt dat je in het Wallisblok (of in welke eigen woning ook) vanzelf rijk wordt vergis je je. Prijsstijging is (als je niks doet en in je tuin zit) louter het gevolg van omgevingsfactoren (de economie, het gecreëerde tekort, gentrificatie van de buurt door bijvoorbeeld kunstenaars etc) De gestegen marktwaarde die je zittend in je tuin gratis hebt gekregen is niks waard, (tenzij je emigreert naar Oost-Groningen of een kleiner huis in een slechtere buurt). Je zult toch ergens moeten wonen, en de prijs van die vervangende woning is net zo goed gestegen. Intussen betaal je wel meer aan OZB en gemeentelijke heffingen die zijn gebaseerd op de WOZ-waarde. Tel uit je winst.
Er zal best vastgoed zijn dat in betere handen is dan overheid (de gemeente bezit ook nog veel woningen bijvoorbeeld, daardoor is dat bezit aan objecten nogal hoog). mag van mij ook verkocht worden. Als eerst punten 1 en 2 van mijn aanbevelingen maar doorgelopen zijn, en aan de overige punten goed aandacht wordt besteed.
Tja, je kunt niet alles hebben Tim. Maar het is gemakkelijk om de tekst over te slaan (geeft rust tijdens het kijken)
ja tuurlijk stop verplicht cultuur in andermans eigendom en dan komt alles goed. sinterklaas is nog ver weg maar de subsidiepiet is er al
Goed stuk van Piet Vollaard dat de vinger op de zere plek legt; het marktfundamentalistisch denken bij de verkoopstrategie van de gemeente Rotterdam is doorgeslagen. Binnen dat ideologische vacuüm kunnen ook excessen ontstaan zoals bij de afdeling vastgoed. Het ontbreekt aan een bredere integrale afweging wat op welke plek het beste financieel én maatschappelijk rendement oplevert.
In Delfshaven staan zo’n 65 panden op de verkooplijst. Hier en daar een woninkje (prima om die te verkopen) maar veelal grote, beeldbepalende, cultuurhistorische panden die nu vaak een maatschappelijke bestemming hebben, of leeg staan. 2 voorbeelden:
Het Wijkpaleis aan de Middellandstraat is één van de 5 (van de 65!) panden waar maatschappelijke waarde ook wordt meegewogen. Maar door onhandige en ondoorzichtige formulering van de randvoorwaarden (oa veel bezoekersbewegingen) is de aanbesteding gewonnen door een dokterspraktijk met apotheek; weg opgebouwde maatschappelijke waarde. Gelukkig gaat het Wijkpaleis door op de Claes de Vrieselaan dankzij een motie van de gemeenteraad, steun van burgemeester Aboutaleb en de onvermoeibare burgerkracht van de initiatiefnemers.
Ander voorbeeld is het gedoe rondom de Dubbelde Palmboom. Het Rijksmonument staat al ruim 5 jaar leeg en al die tijd wordt stichting Stadsherstel aan het lijntje gehouden over de voorwaarden. Als het puntje bij paaltje komt houdt de afdeling vastgoed vast aan de maximale taxatiewaarde: Dus dure appartementen en weg cultuurhistorie en publieke toegankelijkheid voor Historisch Delfshaven dat juist een goede impuls kan gebruiken. Goede publieke plek = veel bezoekers = hogere WOZ in de omgeving = … Het zou toch eeuwig zonde zijn als al die Amerikaanse toeristen voor een dichte deur staan bij de herdenking van 400 jaar Pilgrim Fathers in 2020! https://twitter.com/wijdelfshaven/status/1017367709766569984?s=21
Tijd dus voor de gemeenteraad op de simplistische dogma’s van ‘kostendekkende huur’ en ‘maximale taxatiewaarde’ te vervangen door slimmer en integraler beleid waar maatschappelijke waarde centraal staat. Daar wordt namelijk iederéén beter van, in deze stad van twee snelheden.
Vrolijk type ben jij. Hogere WOZ waarde betekent niet automatisch hogere OZB. Dat is een politieke keuze, geen economische wetmatigheid. Maar wellicht krijg je gelijk, want ik lees iets over tegenvallers bij het Boijmans depot. Er is hier in het blok net een bovenwoning verkocht voor ruim meer dan drie ton. In Spangen. De verkoper is huilend aan een nieuw klusproject begonnen. Hij gaat groter wonen in een bosrijke omgeving. QED.
Het feit dat jouw woning meer waard wordt terwijl je rustig in de tuin van de zon zit te genieten, is niet het gevolg van jouw economische activiteit of risico-investering, maar van ernstig marktfalen. Daar profiteer jij nu gedeeltelijk van (gedeeltelijk want zoals gezegd; je moet ergens wonen, en de prijzen om je heen stijgen net zo snel), maar daarvan zijn automatisch een hele groep anderen de dupe (starters, huurders, onderwater hypothekers, huilebalken waarschijnlijk in jouw ogen)
Het voorbeeld van de bosverhuizer is iets anders, die zit niet in de tuin, maar verkoopt en gaat op een goedkopere plek opnieuw tijd en geld investeren: hij creëert waarschijnlijk wel meerwaarde bovenop de marktstijging (en daar heb ik op zichzelf helemaal niks tegen)
Hoezo andermans eigendom Ome Joop? Het overheids vastgoed is van ons allemaal.
En maatschappelijke functies is meer dan alleen cultuur, gaat ook over zorg, onderwijs, veiligheid etc.
Ik heb het nergens over subsidie. Eigenlijk pleit ik alleen voor een gelijk speelveld tussen ‘de markt’ (want geloof me maar, grote ontwikkelaars wordt het leven op allerlei manieren gemakkelijk gemaakt) en maatschappelijk ontwikkelaars. Ik zie liever geen subsidie naar stenen gaan (maar naar programma) en ook cultuurmakers dienen een faire prijs te betalen (in ruil voor afzien van speculatie met het vastgoed).
Hoezo marktfalen? De huizen worden inmiddels per opbod verkocht en de hoogste bieder wordt het pand gegund. Meer markter kan je het niet krijgen. Gefaald heeft juist de overheid, die zeventig jaar nadat W.F. Hermans het begrip ‘woningnood’ in de Nederlandse literatuur introduceerde, kennelijk nog steeds niet bij machte is voor voldoende toegankelijke huisvesting te zorgen. Overigens vind ik niemand een huilebalk, maar met het larmoyante verhaal van de teloorgang van de zogenaamde ‘humuslaag’ is echt helemaal niemand geholpen. De creatieve klasse wordt nog steeds aan alle kanten van de wieg tot het graf gepamperd (de bosverhuizer gaat historisch vastgoed bij Arnhem herontwikkelen; hij kwam door de ballotage wegens vermeend artistiek–culturele persoonskenmerken) en om nu van het Postkantoor een pop slash jazz podium te maken is nogal een zwaktebod. Maak er dan weer gewoon een postkantoor van; hoeven we niet meer bij de sigaretten- slash boulevardpersuitbater onze pakketjes af te geven…
Dat huizen per opbod verkocht worden en dat de prijzen de pan uitreizen is een symptoom van marktfalen, niet een teken van een gebalanceerde of succesvolle markt.
De woningmarkt is nooit een markt geweest zoals die van gewone consumptieproducten. Als dat wel het geval was, dan zou er – volgens de klassieke economie – bij tekort en stijgende prijzen, concurrentie ontstaan en meer worden geproduceerd, wardoor de prijzen zouden gaan dalen. Zoiets gebeurt niet in de woningmarkt.
Het gevolg is een tweedeling in bezitters en niet-bezitters terwijl de kloof tussen beiden steeds groter wordt (wel ens van de problemen van starters gehoord?)
Maar we dwalen af, het gaat me hier niet om de woningmarkt, maar om het onnodig verkopen van publiek bezit, waardoor de som van de vierkante meters beschikbaar voor culturele en maatschappelijke functies (niet alleen kunst en kunstenaars waar je steeds op hamert, maar ook zorg, onderwijs, opvang, buurthuissfuncties etc) steeds meer verminderd (en de gemeente straks z’n eigen gebouwen trug kan gaan huren).