Straatarts Michelle-Aimée deelt maandelijks verhalen uit haar werk in Rotterdam. Deze maand belicht zij vreemde ethische casussen die het Recht op Gezondheid teweegbrengt.
De verantwoordelijkheid die de patiënt moet dragen voor zijn eigen gezondheid, is steeds vaker onderwerp van debat. Overheid, zorgverzekeraars en werkgevers discussiëren over waar die verantwoordelijkheid uit moet bestaan. En over welke consequenties `ongezond gedrag’ zou moeten hebben. In de praktijk blijkt deze discussie loos gebrabbel, doordat de patiënt met het in de grondwet opgenomen Recht op Gezondheid veel macht heeft gekregen.
Al een tijdje begeleid ik een man met een heroïneverslaving. Hij is een overlever. Inmiddels is hij 55-plus en ben ik ervan overtuigd dat hij de komende twintig jaar er ook wel bij sprokkelt. Gevoed door een egoïsme dat alleen een verslaafde kan hebben, weet hij iedereen te bewegen om te krijgen wat hij wil.
Hij balanceert op dat interessante randje van antisociaal en charmant. Hij weet precies wanneer hij welke kant moet inzetten. Als hij iets wil, zit er geen rem op. Hij blijft voor je neus staan en loop je weg, dan gaat hij mee. Rijd je weg, dan blijft hij bellen. Neem je niet op, dan dreigt hij met een klacht. Of heeft hij pijn op de borst, en mogelijk een hartinfarct. Huisartsen hebben de plicht vierentwintig uur per dag bereik te zijn. Dat klopt, en dat weet hij.
Deze meneer wordt ook ouder, en dat levert een bijzondere situatie op. Hij heeft pijnlijke gewrichten, zware benen en is kortademig bij inspanning. Naast zijn actieve heroïne verslaving krijgt hij een onderhoudsdosering methadon. Maar door zijn kwalen is hij niet in staat naar de methadonpost te reizen met het OV. Autorijden mag hij niet vanwege zijn verslaving. En methadon mag ook niet door een mantelzorger worden gehaald omdat je zelf de eerste gift moet innemen.
Nog geen reactie — begin de discussie!