De Rotterdamse Stacii Samidin is misschien wel de meest opmerkelijke fotograaf van het moment. Van Rijksmuseum tot Red Bull: iedereen wil met hem werken. Vers Beton sprak hem over zijn levenswerk ‘Societies’ en de probleemjongen uit Oost die hij vroeger was.
Op een van de warmste dagen van juli rijdt Stacii Samidin (1987) van Rotterdam-Zuid naar het Oude Noorden. De donkergroene Honda Civic die hij in de Lisstraat parkeert is zo’n beetje het enige dat dit jaar onveranderd blijft. Al het andere ruilt hij in, doekt hij op of sluit hij af. Zijn atelier waar we vandaag afgesproken hebben wisselt hij deze zomer in voor een galerie aan het Noordplein en in het najaar hoopt hij zijn eerste koopwoning aan te schaffen. Hij rond grote projecten af: “Een expositie in het Rijksmuseum, meerdere documentaires, een project voor het Wereldmuseum,” somt hij op. “2018 wordt een doorslaggevend jaar, het einde van een hoofdstuk.”
De afgelopen jaren werkte Stacii met niet aflatende discipline aan wat hij zijn levenswerk noemt: een doorlopende fotoserie die inmiddels de naam Societies draagt. De beelden schoot hij in verschillende uithoeken van de wereld: van Los Angeles tot Nairobi. “Vroeger zei ik altijd dat ik gangs fotografeerde. Volgens het woordenboek zijn dat groepen mensen die criminele activiteiten begaan. Ik heb het altijd mooi gevonden om daarmee te spelen; om iemand dan niet alleen met bandana en geweer vast te leggen, maar juist ook op de bank met zijn kind op schoot.”
“Gaandeweg begon de term ‘gang’ me in de weg te zitten. Iemand die jongerencultuur snapt of naar hiphop luistert vat het woord heel breed op, maar een minister misschien niet. Wat denk je dat zo iemand meekrijgt als je een foto van een groep kinderen met een katapult toont en dat een ‘gang’ noemt?”

Nog geen reactie — begin de discussie!