Morgen velt de rechtbank het vonnis in twee G.J. de Jonghweg-moordzaken. Zijn DNA bracht Albert B. op donderdag 18 september voor de rechter, 28 jaar nadat Berendina Stijger en Francis Garcia-Hofland op een beestachtige manier hun einde vonden in Rotterdam. De rechtszaak bracht bizarre details aan het licht.
“Is dit uw huis?”
“Huur, ik huur die woning.”
“Een mooie woning. Net, georganiseerd, op een bepaalde manier. Dat viel ons op. U bent in zekere zin een soort kunstenaar, is het niet?”
Voorzittend rechter Jacco Janssen vraagt of het licht uit kan. Even daarvoor heeft hij uitgelegd dat de recherche na Albert B.’s arrestatie op 4 april 2017 550 foto’s heeft gemaakt van het interieur in de Schiedamse huurwoning. En dat de verzamelde menigte betrokkenen, nabestaanden, belangstellenden en journaille gaat kijken naar drie categorieën: doekenfoto’s, kledingfoto’s en seksueel georiënteerde foto’s. Als het licht uitgaat, verstomt de ruimte. We kijken naar een lampenkap vol blote vrouwen. De plaatjes zijn expliciet pornografisch: met wijd opengesperde benen, genitaliën, anussen. Extatische gezichten, monden in een grote O, blote borsten. Niet alleen de lampenkap is ermee versierd. Ook de muren, deuren, tafels, zelfs het deksel van de platenspeler. Ieder zichtbaar oppervlak is beplakt met porno.
“Waar vindt u deze plaatjes?”, vraagt de rechter.
“Die vind ik bij het vuilnis”, antwoordt Albert B.
“En dat schaamhaar, het lijkt er wel op getekend. Is dat zo?”
“Het lijkt wel zo.”
“Wat heeft u met schaamhaar?”
Albert haalt zijn schouders op. “Ja, wat heb ik met schaamhaar? Zonder geeft een gevoel alsof je met een kind naar bed gaat. De eerste vrouw waarmee ik naar bed ging, dat was alsof ik met een dier sliep. Wild, heel wild. Ik was de enige die met haar kon communiceren.”
“Het valt op dat de borsten, om precies te zijn de tepels, zijn afgedekt.”
“Dat was nog niet af. Ik heb een gemeentewoning. Ik moet daar geen problemen mee krijgen als er iemand binnenkomt.”
Nog geen reactie — begin de discussie!