Rotterdam lijkt in een identiteitscrisis te zitten. Zijn we een stad met spierballen of tieten? Van arbeiders of yuppen? En wie is de ‘rasechte’ Rotterdammer? Om dit te beantwoorden analyseert Marianne in dit eerste deel waar die Rotterdamse identiteit eigenlijk vandaan komt.

Het clichébeeld van Rotterdam is dat van haven en heipalen. Citymarketeers lokken mensen uit binnen- en buitenland met het merk Rotterdam: rauw, no-nonsense, en vooruitstrevend. Een arbeidersstad met een mentaliteit van geen-woorden-maar-daden. “De poen die hier wordt verdiend, wordt in Den Haag verdeeld en in Amsterdam over de balk gerold,” prevelde Jules Deelder. De Duitse bommen maakten de oude stad met de grond gelijk, maar de Rotterdammers zetten hun schouders eronder en bouwden een stad van de toekomst.
Maar anno 2018 is de identiteit van de stad ook dé twistappel van Rotterdam. Politieke partijen buitelen over elkaar heen om te vertellen wat Rotterdam is en wie daarbij horen. Anderen vrezen juist voor het verlies van het authentieke Rotterdam door gentrificering en toerisme. Documentaires vertellen tegenstrijdige verhalen over wat Rotterdam uitzonderlijk maakt.
Al 2 reacties — discussieer mee!
De rode vlag heeft nooit op het stadhuis gewapperd. Het dreigde wel, maar de 1 mei was toen een donderdag, de traditionele vergaderdag van de Rotterdamse gemeenteraad. CDA en VVD o.l.v. fraktievoorzitter Wim Baggerman (een allerszins aardige man) dreigden de raadsvergadering dan te boycotten: ‘wij vergaderen niet onder een rode vlag’. Toen ging het niet door. Wij hadden de indruk, dat Andre van der Louw, ondanks zijn nogal linkse image, niet voor het hijsen was, dit vanwege de provocatie die hier vanuit ging. Elders werd daar anders over gedacht, zo zagen wij bij een gemeentelijk bezoek aan Liverpool dat daar toen wel de rode vlag permanent gehesen was. Een eng gezicht. Permanent bleek gelukkig ook van beperkte duur.
Hartelijk dank! Ik heb het aangepast. Interessant dat het ook in de second-city Liverpool gebeurde.