Michelle-Aimée is straatarts en deelt maandelijks verhalen uit haar werk. Deze keer ziet zij hoe de zware zorg voor oude mensen op geliefden neerkomt en vraagt zij zich af: hoort het zo te gaan?
Hij duwt haar voort in een rolstoel, door de regen. Zij heeft een pyjamabroek aan en hij draagt kleren met vlekken. Traag kruipen ze langs de hoge flats van Ijsselmonde, die het laatste zonlicht absorberen terwijl de regen van hen af druipt. Het beeld ontroert me. Als ze naderen glijdt zijn hand door haar schilferige haar. Hij lijkt gelukkig, want hij houdt van haar. Zij kijkt gelukkig want hij zorgt voor haar, en meer hoeft zij niet te snappen in haar dementerende brein. “Zij hoort bij mij, dit hoort erbij”. Dit hoort erbij.
Hij is net met haar van het ziekenhuis naar hun woning gelopen omdat hij niet wist hoe hij anders bij ons moest komen. Een auto hebben ze niet. Het openbaar vervoer snappen zij niet. De buurtbus hadden ze eerder moeten bestellen. Hun kinderen wonen ver weg. En niemand hielp. Dus liep hij met haar naar onze praktijk, tot ze beiden doorweekt waren. Zij heeft vocht in haar benen met open wonden. Die wonden waren niet erg genoeg meer voor het ziekenhuis en dus kon ze naar huis. Maar er is geen thuiszorg of plek in tijdelijke verzorginstellingen meer beschikbaar, vanwege te kleine capaciteit en een groot percentage ouderen in IJsselmonde. Als wij haar man van in de tachtig niet hadden kunnen leren hoe hij haar benen moest zwachtelen en haar wonden kon verzorgen, was zij waarschijnlijk een paar weken later weer in het ziekenhuis opgenomen met een bloedvergiftiging.
Nog geen reactie — begin de discussie!