Ga naar de inhoud

Taalles: Eerzame mensen

Said El Haji geeft Nederlandse taalles in Rotterdam en schrijft over de bijzondere gebeurtenissen en mensen in zijn klas. Deze keer: over twee jongens die de eer van hun moeder komen verdedigen. 

Ik was aan het vertellen over de verbuiging van bijvoeglijk naamwoorden toen zij, een kwartier te laat, binnenkwam: Fadila. Een Marokkaanse vrouw van vijfenvijftig die altijd in stilte kwam en ging alsof ze er een heilige plicht in zag om niet opgemerkt te worden. Ik zei niets van haar late binnenkomst en ging verder over de verbuiging van bijvoeglijk naamwoorden. Pas toen ik klaar was, en de cursisten aan het werk had gezet, ging ik bij Fadila zitten om het nog eens persoonlijk uit te leggen. Toen ging haar telefoon. Ik zei dat ze niet mocht opnemen. ‘Je bent al laat en nu wil je ook nog bellen terwijl ik met je aan het praten ben?’ 

Ze verstarde, alsof ik haar een oneerbiedig voorstel had gedaan.

Weer ging haar telefoon.         

‘Laat maar gaan,’ zei ik.

Maar nee, ze pakte de telefoon uit haar tas, duwde me opzij en beende weg. In de deuropening draaide ze zich om en snauwde: ‘Jij gaat niet zeggen of ik mag bellen. Wat als er iets met mijn kinderen aan de hand is? Ga jij ze dan verzorgen?’

Tien minuten later was ze weer terug. Maar ze was niet alleen. Ze had twee potige jongens van om en nabij de twintig jaar oud bij zich. Dit waren dus haar kinderen en ze begonnen mij direct op hoge toon de les te lezen. ‘Dit is onze moeder, broer!’ zeiden ze. ‘Jij gaat niet tegen haar zeggen dat ze niet mag bellen. Snap je dat, broer?’

Ik legde uit dat het een algemeen geldende regel is die al in de eerste les aan hun moeder was gecommuniceerd. ‘Ik mag hopen dat jullie daarvan ook op de hoogte zijn, want alle regels heb ik op papier aan jullie moeder meegeven in een map.’

De jongens luisterden niet. Ze vonden dat ík moest luisteren. ‘Luister, broer!’ overstemden ze steeds. Maar er was geen touw aan vast te knopen. Ze waren immers gekomen om de eer van hun moeder te verdedigen. De jongste van de twee, en ook de brutaalste, kwam met een verhaal op de proppen wat moest aantonen dat hij een geleerde was ‘Je moet niet denken dat ik dom ben of zo. Ik zit op Erasmus, broer.’  

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

  • Twee jaar na de White Lives Matter-projecties hebben de daders de politieke wind mee

    • Politiek

    Zes maanden cel eist het Openbaar Ministerie tegen de twee mannen die tijdens de jaarwisseling van 2022-2023 racistische leuzen op de Erasmusbrug projecteerden. Nigel van Schaik woonde de rechtszitting bij en ontdekte dat we anno 2025, met de PVV als grootste politieke partij, misschien wel moeten geloven aan een nieuwe werkelijkheid.

  • Niet lullen maar luisteren met filosoof Miriam Rasch

    • Kunst en Cultuur

    Filosoof Miriam Rasch vroeg zich af: wat betekent luisteren precies? Hoe luister je goed? Ze onderzocht het in haar boek Luisteroefeningen. Met een typisch Rotterdams klanklandschap op de achtergrond – een graafmachine, sirenes, optrekkende auto’s – pleit Rasch voor aandachtig luisteren, naar elkaar én naar de stad. “Als je al tien jaar in Rotterdam woont en je hebt nog nooit een racende auto gehoord, heb je dan wel echt een relatie met de stad?”

  • In memoriam Erik Brus: pleitbezorger en kroniekschrijver van de Rotterdamse letteren

    • In Memoriam

    Op 17 december overleed Erik Brus op 60-jarige leeftijd in Rotterdam. Erik was een markante persoonlijkheid en speelde een belangrijke rol in de letteren.

  • Alle artikelen

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam