Eindelijk mag hij vrij praten, het is bekend: Dean Bowen (34) is de nieuwe stadsdichter van Rotterdam! Vers Beton sprak hem als eerste over zijn plannen: zoveel mogelijk stemmen van de stad vangen, en die laten weerklinken in zijn poëzie.
Al in november werd het hem gevraagd en sindsdien moest hij het voor zich houden. Niemand wist ervan: zijn vrienden niet, zijn ouders niet, de dichters in zijn omgeving niet. Een paar dagen voor de bekendmaking bezoek ik Dean Bowen in zijn woning in Crooswijk. De griep die gedurende het interview steeds meer doorzet maakt de normaal zo energieke dichter vandaag heel chill. Met dikke dekens om zijn schouders zit hij tegenover me, en mompelt zinnen als ‘ik zou willen slapen in een vulkaan’ en ‘ik voel me net een bakje yoghurt’ tussen het gesprek door. Poëzie is nu eenmaal zijn leven, poëzie zegt hij niet af.
Gefeliciteerd. Het is officieel, je bent de stadsdichter van Rotterdam.
Met een glimlach van oor tot oor en langzaam achterover leunend: “Dankjewel!’’ Weer naar voren leunend: “Het is echt een rare gewaarwording. Ik was overwhelmed toen de commissie me benaderde. Ik moest naar een geheime locatie komen, kreeg uitleg over het stadsdichterschap en werd gevraagd of ik deze eervolle taak op me wilde nemen. Het grote compliment dat ik daarmee kreeg, moest ik wel even verwerken. Ik word een beetje awkward van complimenten. Ieder dankjewel lijkt dan te weinig. Maar ik vond het meteen tof. Toch vroeg ik of ik er even op mocht broeden. ‘Wanneer ben je een Rotterdammer’ vroeg ik me af.”
Nog geen reactie — begin de discussie!