Said El Haji geeft Nederlandse taalles in Rotterdam en schrijft over de bijzondere gebeurtenissen en mensen in zijn klas. Deze keer: stoere praat bij de uitslag van de laatste les.
Het was een bijzonder moment. We zaten in de kantine van de buurtvereniging waar ze taalles krijgen, in afwachting van de resultaten van de leestoets: Ünal, Mario en ik. Brunilda had niet willen wachten op de uitslag, die ik per e-mail zou doorkrijgen, en was weggegaan. Dit was mijn kleinste groep, of wat er nog van over was. Vier cursisten waren in de loop van het traject om verschillende redenen afgehaakt.
Mario sprak vol passie over zijn toekomstplannen. De taalles had hem gemotiveerd om verder te leren, zei hij. Hij had al een onderonsje gehad met zijn contactpersoon bij de Sociale Dienst om de mogelijkheden daartoe te bespreken. Ik was aangenaam verrast om hem zo bevlogen te horen praten. Nu was Mario een pientere, 36-jarige Kaapverdiër die bewezen had prima overweg te kunnen met de Nederlandse grammatica. Maar hij kwam altijd traag en ongemotiveerd over. Niet zelden kwam hij te laat of wilde hij veel te snel weer weg. Nu brandde hij van ambitie. Hij vroeg of er een leesboek was dat ik hem kon aanraden. Ik liep naar de boekenkast en zag Mijn naam is Asjer Lev van Chaim Potok staan. Nadat ik Mario uitgelegd had waar het boek over ging, begon hij te glunderen van trots. Hij zag er een compliment in dat ik het boek aan hem koppelde, alsof het boek over hem persoonlijk ging.
‘Heb je ook boek voor mij?’ vroeg Ünal toen.
Ik keek de Turkse ex-olieworstelaar aan en zei dat Ali en Nino van Kurban Saïd geknipt voor hem was. Voor dat boek moest hij wel naar de bibliotheek, want in de kast van de buurtvereniging stond het niet.
Hij vroeg waar het over ging.
Nog geen reactie — begin de discussie!