Wethouder Visser viel, het stadhuis is in rep en roer. Maar wist je dat Rotterdam een rijke historie kent van wethouders die voortijdig vertrokken? Hoe liep het mis en hoe vergaat het ze nu? Vers Beton biedt je een overzicht van vijf gevallen Rotterdamse wethouders, 2008-2018.

Orhan Kaya (GroenLinks, 2008)
Participatie & Cultuur
De berichtgeving over het vertrek van Orhan Kaya leest als Machiavelli’s De Prins, maar dan aan de Coolsingel 40: machtswellust, list en bedrog. Kaya was vanaf 2006 wethouder Participatie en Cultuur, de enige wethouder van GroenLinks in een coalitie met de grotere partijen PvdA, CDA, en VVD. In de zomer van 2008 stapte hij uit zichzelf op: volgens zijn partij ervoer Kaya te weinig steun van de andere coalitiepartijen. De media schetst een beeld van een ‘weifelende’ en ‘kwakkelende’ wethouder, de ‘zwakke schakel’ in het B&W, op zijn zachtst gezegd ’timide’ en ‘onzichtbaar’. Kaya zou een moeizame relatie met zijn ambtenaren hebben en irriteerde de andere partijen meer en meer. Zijn botsing met de raad over het plan voor een 11 miljoen euro kostend Urban Podium was waarschijnlijk de nekslag.
Kaya slaat terug in een interview met NRC. In het bijzonder beschuldigt hij de PvdA-Fractieleider, Peter van Heemst, van ‘walgelijke machtspolitiek’. “Hij kan mensen maken en breken, en dat doet hij dan ook.” Op 21 juli, middenin zijn vakantievoorbereidingen, zou hij gesommeerd zijn op het stadhuis door Van Heemst, voor een gesprek dat een korte mededeling bleek: Kaya moest weg. Het ontslag werd in ontzettende haast geregeld door zijn eigen partij en coalitie. Kaya ging alsnog op vakantie.
In het raadsdebat op 4 september stelt Van Heemst dat het wel degelijk een gesprek was, waarna Kaya zijn conclusies trok en als een ‘dief in de nacht’ vertrok naar zijn vakantieadres in Turkije. De oppositiepartijen slikken deze versie niet. Een paar dagen later volgt bovendien een vertrouwelijk rapport van GroenLinks over het vertrek van Kaya. De lokale partijleiding heeft te overhaast gereageerd en onprofessioneel gehandeld, en moet daarom opstappen. Wegens een gebrek aan ervaring had Kaya zich echter nooit kandidaat mogen stellen.
Eind goed, al goed? Niet echt. Na het aftreden pakt Kaya zijn oude beroep als bedrijfsarts weer op en start de transculturele Stichting Renk Zorg die in januari 2014 failliet gaat. Volgens Kaya ligt het aan de te late uitbetalingen van zorgverzekeraars, maar de betrokken zorgverzekeraars verdenken Kaya van excessief declaratiegedrag en mogelijk frauduleus handelen. Kaya liet zijn patiënten in hun land van herkomst behandelen, terwijl ze in de praktijk op vakantie gingen. De curator rapporteert daarnaast een onvolledige boekhouding en mogelijk onbehoorlijk bestuur. Een oud-hoofdbehandelaar van de stichting stelt in het AD dat Kaya persoonlijk schuldig was aan de fraude en dit ook aan hem zou hebben toegegeven.
Marianne Klerk
Nog geen reactie — begin de discussie!