In 2019 is het precies honderd jaar geleden dat vrouwen stemrecht kregen en dat is mede te danken aan de strijd van Rotterdammers. Vijftig jaar duurde deze kiesrechtstrijd, toen mochten ook arme mensen en vrouwen over Nederland meebeslissen.
Momenteel wordt er veel teruggeblikt op de invoering van het algemeen kiesrecht en dan valt geregeld de naam van Suze Groeneweg (1875-1940). Deze Rotterdamse onderwijzeres veroverde in 1918 als eerste vrouw een Kamerzetel en dankzij dat wapenfeit is zij nu het uithangbord voor de viering van honderd jaar kiesrecht. Zo werd er enkele maanden geleden een borstbeeld van haar onthuld in het gebouw van de Tweede Kamer, was ze het onderwerp van een tentoonstelling en figureert ze in historische studies en journalistieke beschouwingen.
De raadsfractie van Groenlinks wil in Rotterdam zelfs een gedenkteken aan haar wijden, ter ere van het algemeen kiesrecht. Groeneweg was namelijk ook de eerste vrouw in de Rotterdamse gemeenteraad (1919). Een sympathiek voorstel, maar niet helemaal eerlijk tegenover al die andere Rotterdammers die zich decennialang inzetten voor het algemeen kiesrecht. Juist in de Maasstad bestond namelijk al vroeg een hele sterke kiesrechtbeweging.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Dank voor dit mooie stuk. En speciaal voor het noemen van Friedrich Wilhelm Gebing als een van de kiesrechtpioniers in Rotterdam. Deze sigarenmaker was bovendien een socialist en vakbondsman die met name in het laatste kwart van de 19e eeuw veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het democratisch socialisme middels toespraken en cursussen, niet alleen in Rotterdam, maar in het hele land. Hij woonde van 1870 tot 1889 in Rotterdam. Helaas is deze pionier geheel in de vergetelheid geraakt.
Bij zijn overlijden in 1923 kon er bij de socialistische kranten Voorwaarts en Het Volk een klein berichtje vanaf. Gelukkig ook een warm (ingezonden) In Memoriam van zijn oude strijdmakker de journalist Louis Schotting. Ook in het blad van de Sigarenmakers verscheen een zuinig berichtje.
Wat rest is een onvolledige biografische bladzijde in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging.
Zo is het met meer pioniers van het socialisme in Nederland gegaan. Het zou goed zijn als Rotterdam wat meer aandacht besteedde aan de socialisten van het eerste uur in de stad. Dat moet toch te doen zijn.
John Bassant
Bedankt voor de vriendelijke woorden. De oproep om meer aandacht te besteden aan de pioniers van de Rotterdamse arbeidersbeweging ondersteun ik van harte. Gek genoeg zijn het juist hun directe erfgenamen – Hendrik Spiekman, Willem van Ravesteyn, Stien de Ruyter-de Zeeuw en Pieter Jan Bouman – geweest, die deze voortrekkers hun plek in de geschiedenisboeken hebben ontzegd. Hun mantra was dat de arbeidersbeweging voor 1900 geen rol van betekenis speelde in Rotterdam. Tot op de dag van vandaag zegt bijna iedereen het hun na.