Ze is tweeënzestig, analfabeet maar erop gebrand om haar naam te leren schrijven. Saïd el Haji deelt de bijzondere verhalen van zijn cursisten in de Nederlandse taalles.

Ze is er al wanneer ik aankom, als eerste, gekleed in haar kleurige abaya en bijpassende hoofddoek. De Marokkaanse pakt haar spullen en gaat aan de slag. Analfabeet en slechtziend is zij, maar erop gebrand om haar naam te leren schrijven. De meeste letters heeft ze aardig onder de knie, behalve de “k”. Het wil maar niet lukken om de naar rechts openstaande bek van de letter goed op het papier te krijgen.
Niet veel later druppelen de andere cursisten binnen, een voor een. Als laatste, een half uur te laat, verschijnt Kendra. De Angolese moeder van twintig en voortijdig schoolverlater hebben we sinds die ene keer aan het begin van de cursus, zeven weken geleden, niet meer gezien.
Het enige wat telt is haar kind van vier. Ze schermt ermee, het kind en niets anders dan het kind. Die eerste keer waarschuwde ze al: ‘Ik weet niet of ik volgende keer kom, hoor. Als mijn kind ziek is, dan kom ik niet.’ Ze kwam inderdaad niet. De les daarop kwam ze ook niet. Gedurende dertien lessen is ze niet geweest. Dertien weken is lang. Welke ziekte rechtvaardigt dertien weken van absentie?
Nog geen reactie — begin de discussie!