De Waterschapsverkiezingen (20 maart is het zover) leiden zelden tot spraakmakende krantenkoppen. Toch is het juiste waterbeleid cruciaal voor de leefbaarheid in Rotterdam. Wie werken daaraan en op welke manier?

‘I wish there were a lot more anger’ – zo duidde de Amerikaanse klimaatjournalist Jeff Goodell de apathie over de gevolgen van klimaatverandering tijdens een recente debatavond van De Dépendance. De ligging van Rotterdam, op plekken maar liefst zes meter onder NAP, noodzaakt om over de gevolgen van de opwarming van de aarde na te denken. Maar moet iedere burger dan liefst zelf aan de slag om het water buiten de deur te houden of kunnen we dit met een gerust hart aan de deskundigen overlaten?
“In Rotterdam komt het water vanuit vier richtingen: uit de hemel, ondergrond, zee en rivieren.” Het is een van de stokpaardjes van Nora Prins, stedenbouwkundige bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Ze is er duidelijk aan gewend de urgentie van waterdreiging bij mensen onder de aandacht te brengen.
Klimaatadaptatie, zoals het in de vakwereld heet, is voor de meeste mensen een vrij nieuw onderwerp, beseft Prins zich. Maar maatregelen voor opvang van regenwater zijn cruciaal voor een aangenamer leefklimaat in de regio Rotterdam. “Mijn baan bestaat vooral uit lobbyen. Ontwikkelaars en gemeenten zijn gewend om van ons te horen wat de regels zijn, te weten wat ze minimaal moeten. Terwijl wij juist willen samenwerken. Wij willen vanaf het begin van processen meepraten dus.”
Nog geen reactie — begin de discussie!