Talloze dieren leven hun stadsleven parallel aan het onze. Stadsecoloog André de Baerdemaeker stelt er maandelijks een aan je voor. Deze keer: de egel en zijn ontzettend slechte humeur.

Ik ken geen enkel dier dat de plank zo misslaat met z’n voorkomen als de egel. Met zijn ronde bouw en puntige stekels probeert hij er onvriendelijk en vervaarlijk uit te zien, maar vrijwel iedereen kijkt vertederd bij de aanblik van het levend speldenkussen. Het moet een frustrerende ervaring zijn om opgerold in het hoge gras te liggen wachten tot die halve gare mensen eindelijk eens klaar zijn met het aaien van je stekels.
Nog geen reactie — begin de discussie!